Roseline Knockaert staat haar mannetje in café Navaro: “Cafégangers zijn een uitstervend ras”

Roseline Knockaert ziet vooral mannelijke klanten in haar café, die ze graag een luisterend oor biedt. (foto WVH)
Wouter Verheecke
Wouter Verheecke Medewerker KW

Navaro: het is een naam die tot de verbeelding spreekt, al vond Roseline Knockaert die eigenlijk vooral goed klinken. Haar mannelijke klanten zochten er dan maar zelf een uitleg achter. Wat schunnig weliswaar, maar daar kan de cafébazin zeker om lachen. De toekomst ziet zij echter somber in, want de jeugd gaat volgens haar niet meer op café.

Roseline Knockaert (49) staat hier in Oostvleteren sinds 1 juli 2011 achter de toog; net toen het algemeen rookverbod in de horeca in werking trad. Het café bestaat echter al langer. “Een jaar eerder, in september, kwam ik hier met de kermis langs en zag ik een ‘Te koop’-bord hangen. Ik had toen al drie jaar ervaring in de vingers bij het voormalige café ‘t Stadion in Woesten, wat ik huurde van de brouwer. Het deed mij pijn om te zien hoeveel volk hier met de rommelmarkt rondliep, terwijl de cafédeur van Sint-Elooi gesloten bleef. Daarom besloot ik de zaak te kopen, die destijds door het donkere interieur bekendstond als een gothic café. Veeleer dan een bruine kroeg, was dit dus een zwarte kroeg”, lacht ze.

Originele naam

Roseline haalde wat licht en lucht binnen en hing een nieuwe naam boven de deur. Ze spreekt alle vaste klanten aan bij hun voornaam, maar zij noemen haar steevast ‘Roosje’. “Velen weten wellicht mijn echte naam niet”, denkt ze. “‘Navaro’ vond ik origineel en goed klinken. Dat heeft dus niet echt een betekenis, al lieten de trouwe tooghangers hier al meermaals hun fantasie werken. Een brave uitleg is ‘Naar en Van Roosje’, maar volgens anderen is het een afkorting voor ‘de Natte Vagina van Roosje’”, floept ze er zonder verpinken uit. “Tjach, dit is een echt pinten- en vintencafé. In die mate zelfs dat hier ooit een Limburgs koppel langskwam en de vrouw zich luidop afvroeg of zij wel binnen mocht, toen ze de bar vol mannen zag.”

Hier wordt duidelijk wat afgelachen, waarbij Roseline zelf ook graag haar duit in het zakje doet. ‘Kom gerust dichter staan, hij is véél korter dan je denkt’, lezen we immers bij de toiletten. “Ik kan hier zeker mee vuulemuulen met de mannen, want een dag niet gelachen is een dag niet geleefd. Ik laat echter niet met mij rondrijden. Wie zich niet gedraagt, zet ik aan de deur”, zegt ze plots streng.

Uitlaatklep

Roseline merkt ook nog altijd een weerslag van de coronaperiode. “Bij het wegvallen van de mondmaskerplicht en het Covid Safe Ticket bleef de verhoopte overrompeling hier in ieder geval uit. Velen hadden ondertussen immers een frigo in hun garage of tuinhuis gezet, waar ze nu goedkoper ‘op café’ kunnen gaan”, verklaart ze.

“De jeugd zie ik hier zelfs helemaal niet. Zij zijn meer met hun smartphone en sociale media bezig, in plaats van face to face met elkaar te praten en op die manier eens je hart te kunnen luchten. Dat is jammer, want ik merk dat een café voor velen een welgekomen uitlaatklep is. Zelf heb ik mijn vaste klanten zeker ook gemist tijdens de verplichte sluiting. Velen zijn ondertussen vrienden geworden, waardoor ik enkelen had opgebeld om hen toch nog eens te horen. Sommigen komen hier immers elke dag langs, anderen zelfs twee keer per dag.”

Vlaamse schlagers

Ondanks het overwegend mannelijk publiek, hangen hier geen naaktkalenders tegen de muur, maar wel portretten van André Hazes. Al blijkt dat dan weer niet zozeer de keuze van Roseline zelf, maar van de man des huizes: Chris Alderweireld. “Ik kan zijn muziek ook waarderen, maar mijn man is de grootste fan”, zegt Roseline. “Heel laat wordt het hier nooit. Ik open de deur immers al om 10.30 uur en ben ook over de middag open, waardoor ik tegen 22.30 uur graag afsluit. Wanneer hier toch eens een paar vrouwen zijn, worden de barkrukken ‘s avonds wel eens aan de kant geschoven. Dan haal ik mijn Vlaamse schlagers boven en draai ik aan de volumeknop, zodat we eens een polonaise kunnen dansen.” Zo houdt Roseline er zelf in de sfeer in, waardoor ze haar job nog altijd graag doet. Langer dan tien jaar geeft ze zichzelf echter niet, ook al verdwenen er de jongste jaren enkele cafés in de buurt. “Ik moet altijd werken wanneer anderen komen genieten, al zit ik dan zelf ook in de ambiance. Ik ben het dan ook nog lang niet beu, maar ik heb hier nu eenmaal een ouder cliënteel. Het voorbije decennium zag ik hier waarschijnlijk al veertig klanten wegvallen, die niet vervangen worden door jonge gasten. Dan is het logisch dat het hier langzaam maar zeker zal uitdoven, want cafégangers zijn een uitstervend ras”, stelt ze.