“Nog geen seconde willen stoppen”: Bij Rosette in De Sportduif kan iedereen een pintje betalen

Rosette tapt al vijftig jaar pintjes: “Ik zeg altijd dat ik nog nooit gewerkt heb.” © Gerda Verbeke
Gerda Verbeke

Café De Sportduif is een van de laatste authentieke dorpscafés. Het interieur ademt de sfeer uit van de jaren 20. Nog meer dan de aanwezige supportersclubs, duivenmelkers, vogelpikspelers, wielertoeristen en kaarters, is cafébazin Rosette de gist van De Sportduif.

Terwijl veel cafés deze dagen spartelen om het hoofd boven water te houden, vindt jong en oud de weg naar Rosette Deconinck (76) die haar kinderdroom al meer dan een halve eeuw waarmaakt achter de tapkraan. Als nakomertje groeide ze er op en sinds haar veertiende was café houden het enige dat ze wilde. Ze werkte al mee met haar ouders en in oktober 1973 nam ze de zaak over. “In die vijftig jaar heb ik nog geen seconde gedacht aan stoppen”, klinkt ze overtuigd.

Waar ze de energie haalt? “Ik zeg altijd dat ik nog nooit gewerkt heb. Veel of weinig volk, ’t is met de glimlach, al is het niet meer gelijk vroeger. Als ik met helpers zit, moet ik ze alle weken inschrijven. Vroeger deed ik alles alleen, maar het is drukker geworden en ik ben intussen een dagje ouder. Ik doe verder zolang het gaat, maar je voelt dat je zorg moet dragen voor jezelf.”

Zeldzame ras

Rosette is een geliefd dorpsicoon, immer zorgzaam en luisterend. Een troostende schouder, bemiddelaar, maar ook ordehandhaafster en buitenwipper als het moet. Horen, zien en zwijgen of zoals een trouwe klant het verwoordde kort voor zijn overlijden: Rosetje is het behang dat het café kleur en leven geeft. Ze behoort tot het zeldzame ras waarvoor er nog een duurzaam levenspad als cafébazin is weggelegd.

“Rosette staat voor haar café, er is altijd wat te doen”, getuigen enkele klanten. “Op maandag kingen met vaste tafels van vier man. ‘t Gaat dikwijls ne keer luid, vloeken en lachen. Als er iemand zit die het hier niet kent, zie je die wel eens raar opkijken. ‘t Is elk voor zijn vel dat ze kaarten. Op vrijdag is het manillen en elke maand prijskaarting.” Het café was ook lange tijd de uitvalsbasis van de socialisten. En dat merk je aan de prijslijst. Tot vorig jaar met de kermis kostte een pintje één en een half euro. “Sommige klanten denken dat de rekening niet klopt”, getuigt iemand die het gesprek volgt.

Democratische prijzen

“Ik heb graag dat iedereen nog een pintje kan drinken”, antwoordt Rosette. “Door mijn ouderdom ga ik gewoon mee zoals ik het peis.” Een klant vult aan dat als het mensen van de kust zijn of Gentenaars die straffe bieren drinken, ze aangenaam verrast zijn door de zeer democratische prijzen.” Voor een Duvel of een Westmalle Tripel, tel je amper 3,5 euro neer. Een koffie is 2 euro en een Porto een euro meer. “Zo kan je ook eentje meer drinken en geef je gemakkelijk een rondje. Dat is haar bedoeling, hè”, knipoogt hij lachend. Rosette is geroutineerd, geen enkele keer dient ze de bestelling na te vragen. Ze lacht hartelijk mee met de vrolijkheid van de gasten. En als ze weer vertrekken klinkt er een salut en merci, met haar typerend hoog stemmetje.

Even ‘geire’ gezien

Om de kermis samen met de klanten af te sluiten, drinkt Rosette een half glaasje champagne op dinsdag. Vijftig jaar bier geschonken en nooit gedronken”, rijmt ze. Het café vult zich op vrijdagavond gestaag met koppels die een Omer komen drinken, mannen die hun volle werkweek komen afsluiten en de vaste kaarters. De cafégasten kennen elkaar, zitten rustig aan de toog, sommige slaan een praatje. Iemand overloopt haar stapeltje scheurlotjes aan het blad aan de muur, een ander bekijkt de affiche van de pirobak. “We laten elkaar met rust”, bevestigt de cafébazin. “Ruzie is er hier nooit, een gevecht evenmin. Politie heb ik in al die jaren nog nooit moeten bellen. Iedereen is hier evengeire gezien, of ze nu twee jaar niet binnenkomen of alle dagen passeren.”

Open maandag, dinsdag vanaf 10 uur, vrijdag, zaterdag vanaf 9.30 uur, zondag vanaf 9 uur zeker altijd tot middernacht.

Lees meer over: