Mireille Calcoen stopt na 30 jaar in ’t Sportcentrum: “Na mijn pensioen zelf eens op café gaan”

Didier Maelstaf en Mireille Calcoen oefenen alvast eens om binnenkort aan de andere kant van de toog plaats te nemen. (foto WVH)
Wouter Verheecke
Wouter Verheecke Medewerker KW

Café ’t Sportcentrum dankt zijn naam – en zijn succes – aan de ligging, pal in het dorpscentrum en tegenover het sportcomplex. In de volksmond staat het lokaal van de supportersclub van Anderlecht echter beter bekend als ‘Bij Mireille’. Dit najaar tapt cafébazin Mireille Calcoen er haar laatste pintjes, om na haar pensioen uit een ander vaatje te tappen. “Het wordt tijd om wat meer van het leven te genieten.”

Mireille Calcoen (64) is opgegroeid achter de toog. Haar moeder hield namelijk 20 jaar lang het toenmalige café ’t Blekkertje open, eveneens in Koksijde. “Ik stam uit een groot gezin, ik ben de tweede van tien kinderen. Ik verloor mijn papa wel al toen ik amper 12 jaar oud was. In mijn tienerjaren moest ik daarom al dikwijls helpen bij mama, wat ik heel leuk vond, en studeren zat er later niet in voor mij”, vertelt ze.

“Nadat ik in 1980 met mijn eerste man getrouwd was, ging ik aan de slag bij het voormalige OCMW. Na een tiental jaar wou ik echter wat meer geld verdienen en ik had van thuis uit gezien dat een café zich daar perfect toe leent. Sinds mijn 34ste sta ik hier dus in ’t Sportcentrum, nu al dertig jaar lang.”

Gouden jaren

Tot op vandaag draait de zaak goed, al liggen de gouden jaren al even achter ons. “Hier komen cafégangers van alle rangen en leeftijden. Zo zie ik nu veel studenten van de nabijgelegen hotelschool of sportievelingen van het sportcomplex aan de overkant van de straat.”

“Vroeger had je hier ook nog de militairen, politiemannen en gemeenteambtenaren in de buurt, maar al die diensten zijn ondertussen uit het dorp verdwenen. Toch heb ik hier zeker nog mijn vaste klanten die soms twee keer per dag langskomen en daarmee als het ware deel uitmaken van het meubilair. Zij zijn er al wanneer ik ’s ochtends om 10 uur de deur open en na mijn siësta keren ze terug”, lacht Mireille.

Ondertussen heeft ze een tweede man, Didier Maelstaf, die net als zij een vurige Anderlechtsupporter is. “Daarom besloten we 26 jaar geleden om een erkende supportersclub aan het café te koppelen: De Westhoek. Dat houdt in dat we hier alle wedstrijden van paars-wit tonen en dat er een bus van aan onze deur naar alle thuiswedstrijden vertrekt.”

“Vroeger reisden we nog mee: terwijl de ene in de bus zat, stond de andere achter de toog. Destijds stonden ze hier dikwijls schouder tegen schouder 90 minuten lang naar het tv-scherm te staren, in een stampvol café. Ook dat is echter allemaal fors verminderd, door de zwakkere prestaties van Anderlecht en doordat velen nu thuis naar de sportwedstrijden kunnen kijken.”

Is het wel een slimme zet om als cafébazin sportieve kleur te bekennen? “Iedereen is hier altijd al welkom geweest en hier zitten zeker ook Club- of Standardsupporters aan de toog, zonder enig probleem. Anderzijds zagen tweedeverblijvers ons soms staan op de clubsite en dan belden zij ons op om te vragen of ze eens mee konden met de bus. Dat heeft ons dus zeker wat opgebracht”, reageert Mireille.

Ook andere sportclubs vinden hier trouwens onderdak, zo zien we in het interieur. “Vroeger belde ik elk weekend rond naar alle secretarissen om de voetbaluitslagen van de verschillende lokale competities te weten en die dan in te vullen op de scoreborden”, toont Mireille. “Toen kwamen de cafégangers die hier op zondagavond effectief bekijken, maar ook dat is natuurlijk verleden tijd, sinds de opkomst van de smartphones.”

Plaatselijke clubs

“Wel waren we tot voor kort de officieuze stamkroeg van cafévoetbalploeg VOSK – Vriendenkring Oud-Spelers Koksijde – en nu nog van enkele plaatselijke minivoetbalploegen. Zij komen hier dus om de fameuze ‘derde speelhelft’ te beslechten. Ook twee kaartclubs en een fietsclub zijn hier overigens kind aan huis.”

Dertig jaar in een café leven, dat levert natuurlijk ook een pak anekdotes op. En daarbij speelde de nabijgelegen politie – in burger – dikwijls een grote rol. “Zoals die keer toen een nottoir tafelschuimer in tranen losbarstte omdat hij geen geld op zak had, maar de agenten hem later toch zijn openstaande rekening lieten betalen. Of toen ze een dronkaard letterlijk op straat gooiden nadat hij een vrouwelijke klant bleef lastigvallen”, duikt Mireille in haar mémoires.

Sterfgeval

“Hét strafste verhaal is evenwel toen het hier een hoogdag was met zowel Parijs-Roubaix als Club-Anderlecht. Die drukte of de opwinding werd een oudere man fataal, want na de match viel hij ineens pardoes op zijn gezicht.”

“Dat was een eenzaat zonder vrienden of familie, en pas vele uren later dacht iemand eraan dat hij altijd met zijn hondje ging wandelen. Dat trof de politie uiteindelijk na middernacht in zijn auto aan. Ik heb toen slachtofferhulp gekregen, ja. De dag zelf ben je nog druk in de weer en dringt zoiets niet helemaal tot je door, maar ’s anderendaags volgde de weerslag pas echt.”

“Het voetbal heeft ons vele mooie momenten bezorgd”

Al houdt Mireille natuurlijk vooral positieve herinneringen over aan haar decennialange carrière als cafébazin. “We hebben hier al heel wat afgelachen met de tooghangers, ook het voetbal heeft ons vele mooie momenten bezorgd en mijn kennissenkring is natuurlijk fors gegroeid door het café.”

“Eind dit jaar word ik evenwel 65 jaar en dan stop ik ermee. De finale van het WK, op 18 december, wordt mijn laatste werkdag achter de toog. In november wil ik echter al een groot feest geven op een andere locatie, om alle trouwe klanten te bedanken.”

“Ik zie het hier het liefst café blijven, want een dorp heeft daar nood aan. Dan kom ik hier zeker nog eens langs met Didier, om dan weliswaar aan de andere kant van de bar te gaan zitten. Voorts wil ik na mijn pensioen vooral wat van het leven genieten met mijn 86-jarige mama, mijn zoon en de drie kleinkinderen, die mij de afgelopen jaren wellicht wat te veel moesten missen”, klinkt het nog.