Iris (62) schenkt haar Hof van Commerce als trouwcadeau aan zoon en schoondochter: “Maar ik ben hier nog niet weg hé”

Voortaan staan zoon Henri en schoondochter Astrid aan het roer van ’t Hof van Commerce in Stavele. “Maar ik ben hier nog niet weg hé”, benadrukt stammoeder Iris Crampe. © AB
Anne Bovyn
Anne Bovyn Medewerker KW

23 jaar lang was de flamboyante Iris Crampe (62) zaakvoerder én uithangbord van haar beroemde etablissement ’t Hof van Commerce in Stavele bij Alveringem. Ze blijft de bezoekers met haar aanwezigheid verblijden, maar sinds eind vorige maand is de zaak van zoon Henri en schoondochter Astrid. “Maar ik ben hier nog niet weg hé”, benadrukt Iris in haar geheel eigen stijl.

Zaterdagavond in ’t Hof van Commerce: om de haverklap klinkt de voordeurbel en komen de mensen binnen. Koppels, groepjes van vier, van zes, van twaalf, … Onvoorstelbaar van waar ze allemaal komen. Er zit één groep tussen van Alveringem, maar voorts zijn het allemaal eters vanuit het ganse binnenland. “De Stavelnaars komen de zondag”, verduidelijkt Iris. Het weze duidelijk: de wissel van de macht zal niet de minste impact hebben op het succes van deze zaak.

Prachtige jaren

“Mijn man en ik zijn hier 23 jaar zaakvoeder geweest”, vertelt Iris Crampe. “Het beste van ’t zwien kan je hier eten, van de neus tot de staart. De formule hier is dat wij de hele week voorbereiden – mijn man maakte tijdens de week charcuterie in zijn atelier in Reninge – om op vrijdag, zaterdag en zondag open te zijn. We hebben hard gewerkt, maar het waren prachtige jaren. Ministers, topchefs, BV’s, … ze zijn hier allemaal komen eten. ‘t Is maar de koning die hier nog niet is geweest (glimlacht). Ik heb dat altijd een eer gevonden dat die mensen moeite deden om tot bij mij te komen! Neem nu topchef Gert De Mangeleer. Dat was een topontmoeting! En tezelfdertijd zeg ik altijd dat elke bezoeker hier evenwaardig en even welkom is. Ik probeer iedereen even hartelijk te verwelkomen. En ik zeg dat ook tegen de meisjes en jongens die hier werken. Dat vriendelijkheid de basis is. En dat je dat niet kan faken! Ik zal nooit vergeten wat de baas van ’t Convent mij lang geleden zei: ‘contact, kader en keuken zijn essentieel’. Ik heb dat altijd onthouden. Recent kreeg ik van een journalist de vraag of mijn flamboyante persoonlijkheid ‘gespeeld’ is. Maar jongens toch: neen!! Alle dagen een rolletje spelen, dat hou je toch niet vol. What you see, is what you get.”

Trouwcadeau

Iris zegt dat het plan om de zaak over te laten aan haar zoon en schoondochter al een tijdje op tafel lag, maar dat het uiteindelijk een trouwcadeau voor hun huwelijk is geworden. “Mijn man is 73 jaar, ikzelf ben er 62 en onze zoon Henri – beenhouwer van opleiding – is er 36. Een keer dat we wisten dat hij geïnteresseerd was, is één en ander in een stroomversnelling gekomen. We bouwden ter plekke een nieuw atelier en Henri en Astrid wonen nu ook naast de zaak. Alles is bijeen en dat is een immense verbetering. Ook met mijn fantastische schoondochter heb ik veel geluk. Als 15-jarige is zij hier als jobstudent binnen gekomen en het is niet omdat zij Henri graag ziet dat zij ook verplicht moest worden om in de zaak te stappen. Maar ze is even enthousiast en vriendelijk als ik! Ze is maatschappelijk assistent van opleiding. Het is een diploma dat hier ook van pas kan komen, als je zoveel mensen ontvangt als wij.”

Droomscenario

“Op 23 september zijn ze getrouwd en sinds 22 december staat de zaak op hun naam. Er is veel veranderd en tezelfdertijd ook niets. Ik ga bijlange zoveel niet meer verdienen (lacht uitbundig). Ik hoef hier niet meer te zijn tot een gat in de nacht, maar ik blijf elk weekend komen! Wat zou ik anders doen? Ik ben nu vier weken in congé geweest en heb de contacten fel gemist. Ik voelde me zelfs ietwat nutteloos. Wij gaan niet graag op reis en ik ga niet graag winkelen. Gaan we toch eens op vakantie naar Limburg of met de vriendinnen naar Brugge, dan word ik aangesproken. Uren hebben mijn vriendinnen in de winkelstraat staan wachten! Geen opvolger hebben en moeten verkopen aan vreemden, dat zou mij hartzeer hebben gedaan. Elk beeldje en elk kadertje heeft hier een betekenis en ik zou van niks hebben kunnen scheiden. Het is uiteindelijk een droomscenario geworden. Ik hoop nog heel lang in ’t Hof van Commerce te mogen komen. Die plek is hier – echt waar – mijn lang leven.”

Lees meer over: