Geschiedenis Herberg Cornelius gaat terug tot jaren 1600: “Elk dorp heeft een volkscafé nodig”

Waardin Evelyn Degraeve (staand) bij haar vaste klanten in haar herberg Cornelius in de Dorpstraat. © Peter Maenhoudt
Redactie KW

Sinds kort beweegt er weer een en ander in de Gistelse deelgemeente Snaaskerke: een nieuwe buurtwinkel, uitstekend restaurant Plat Préféré, nagelnieuwe weginfrastructuur én een oergezellig dorpscafé. Herberg Cornelius van zaakvoerder Evelyn Degraeve vormt dan ook het bindmiddel van Snaaskerke. “Wie hier komt, moet geen krant meer lezen.”

Naar de betekenis van de naam van het café moet je niet ver zoeken. Herberg Cornelius ligt in de schaduw van de – jawel – Sint-Corneliuskerk. Het pand waar de zaak is gevestigd, is ook nog eens eigendom van de plaatselijke kerkfabriek. Het gebouw zelf ziet er als een doodgewone rijwoning uit, maar mispak je niet: de geschiedenis van het Snaaskerkse café gaat al terug naar 1626, toen ene Steven Van Helslande er de plak zwaaide.

Liefhebbers van een streep heemkunde zijn hier aan het goede adres. Binnen, vlak naast de inkom, hangt een bordje met alle bekende uitbaters én een handvest. Knap om zien. Wist je dat hier in de jaren 1920 het atelier van een schrijnwerker was gevestigd? Pas in 1940 keerde het drinkgelag terug.

Zina en Milou

Cornelius voldoet aan alle ongeschreven wetten van een volkscafé, houten stoeltjes en barkrukken met een leuning voorop. We worden er meteen begroet door Zina, een zesjarige springer spaniël, die al kwispelend komt ruiken aan onze broekspijpen. Het is een gewoonte hier: Zina en haar pup Milou (3) gelden zowat als de mascottes van Cornelius. “Onze stamgasten brengen zelfs koekjes voor hen mee”, glundert cafébaas Evelyn Degraeve (41). “Ik zie zelfs nu een paar mensen aan de toog zitten van wie ik zeker weet dat ze iets op zak hebben voor onze hondjes. Nee, geen zoete koffiekoekjes, maar echte hondenbrokjes – daar let ik wel op.” Dit alles typeert meteen de huiselijkheid en gemoedelijkheid van de kroeg.

Ons klantenbestand bestaat uit twintigers tot tachtigers en ze hebben allemaal iets te vertellen

Het is gezellig vertoeven in de kroeg. Aan het raam, uitkijkend over de pas heraangelegde Dorpsstraat, zit een groepje vrienden: Madeleine Bailleul (83) en haar zus Liesbeth (73), met hun echtgenoten en vrienden Frieda Vanmassenhove (75), Gilbert Decloedt (75) en Joseph ‘Jef’ Cordy (82). Madeleine en Jef wonen intussen in Oostende, maar komen elk weekend naar Snaaskerke om er met de rest van het gevolg aan een goed glas te nippen.

“Waarom ook niet: het is hier simpelweg heel gezellig”, klinkt het in koor. “We komen hier al tientallen jaren, van toen Julia T’Jonck en Geert Caura (respectievelijk jaren zestig en jaren negentig, red.) achter de toog stonden. Op zondag gaan we kijken naar KSK Snaaskerke en achteraf doen we de voetbalmatch nóg eens over in Cornelius”, lachen ze.

“Over voetbal gesproken: jullie sportjournalist, Fons Roets, is hier ook vaste klant. Hij komt hier steeds z’n potje biljart afwerken. Een sympathieke mens.”

Geen krant nodig

Barvrouw Evelyn tapt intussen een pintje voor de andere gasten en luistert met een half oor mee. “Ik ben hier al negen jaar zaakvoerder. Als je al die vaste klanten wil behouden, moet je ze soigneren en die relaties onderhouden. Als cafébaas ben je zowat alles: psycholoog, raadgever… We zijn nét geen dokter”, vertelt de sympathieke waardin.

“Ik ben geboren in Houthulst. Toen ik jong was, verhuisde ik met mijn mama mee naar Oostende. Daar heb ik al mij horeca-ervaring opgebouwd, zowel in het nachtleven als in restaurants. Hier in Snaaskerke kon ik er veeleer een dagtaak van maken. Ach, meneer, het is hier zo gezellig. In Snaaskerke kent iedereen elkaar. Ons klantenbestand bestaat uit twintigers tot tachtigers, en ze hebben allemaal iets te vertellen. (lacht) Weet je, als je hier iets komt drinken, heb je geen krant meer nodig om te weten wat er gaande is in het dorp en daarbuiten. (knipoogt) Behalve de Krant van West-Vlaanderen dan. Elke gebeurtenis gaat hier over de tongen – van geboortes tot overlijdens.”

Open geest

Evelyn leidt ons als het ware rond in het café: twee biljarttafels, een dartsbord en voetbal op groot scherm. We houden even halt aan een opvallende trofeeënkast.

“We zijn het stamcafé van motorclub Down Under uit Oudenburg. Hier in hun ‘vitrine’ houden ze al hun bekers, trofeeën, geschenken en memorabilia bij van ritten en andere clubs. Naast Down Under zijn we ook de thuis van Wielervrienden Snaaskerke. En we zijn ook een officiële supportersclub van KV Oostende: Kustboys Gistel. Dat betekent dat we busverplaatsingen voor KVO-matchen mogen organiseren. Peter van onze club is Brecht Capon, een man van de streek. Je moet open staan voor dergelijke initiatieven en activiteiten. Het plaatsen van biljarttafels was een van de eerste dingen we destijds ondernomen op vraag van klanten. En zie: de gasten hun handen niet van de tapbiljart houden. Vooral op zondag is het drummen.”

Bindmiddel

In de zomer weten toeristen de weg te vinden naar Cornelius, gezien de populaire fietsroute Groene 62 op een steenworp verwijderd ligt. “Vergis je niet: hier komen klanten van Oostende, Oudenburg, Middelkerke en nog verder over de vloer”, gaat Evelyn door.

“Toch vormt het café de lijm van het dorp, een bindmiddel. Iedereen loopt hier elkaar tegen het lijf. In 2012 (voor de komst van Evelyn, red.) was er even geen café. En in 2019 sloot ook de enige buurtwinkel de deuren. Gelukkig opende begin dit jaar een nieuwe buurtsuper en kan iedereen weer in eigen dorp inkopen doen. Je merkt wel dat er een ontmoetingsplaats als deze nodig is, in om het even welk dorp.”

(Timmy Van Assche)