Wie eindejaar zegt, denkt aan lekker eten, en dus voeren we deze maand drie Waregemse toppers op uit de wereld van de gastronomie. Beginnen doen we met Baptiste Tieberghien (31) die de populariteit van zijn restaurant Lin’eau in Sint-Baafs-Vijve (Wielsbeke) zag toenemen sedert hij een jaar geleden de titel Viskok van het jaar 2023 in de wacht wist te slepen. Ook zag hij zijn restaurant begin deze week beloond worden met een score van 14/20 bij Gault&Millau.
Baptiste Tieberghien is een toptalent dat, amper vier jaar na de opening van zijn restaurant, al de fijnproevers uit heel Vlaanderen weet te bekoren. Dat dankt de chef-kok met Waregemse roots aan de prestigieuze prijs die hij behaalde en daarmee samengaand aan zijn uitstekende kookkunsten. Dat het eten geserveerd wordt in een oude maar prachtig gerenoveerde vlasfabriek is een extra troef. Een geschikt moment vinden voor een interview met een ambitieuze cuisinier is een ander paar mouwen en gebeurt op een weekdag tussen de uitgebreide lunch en het diner in. De laatste klanten genieten nog na van een koffie als we er aan beginnen.
In welke mate heeft de titel Viskok van het jaar jouw leven veranderd?
“Die was vooral van belang voor de uitstraling van onze zaak die daarna verder is toegenomen. Het restaurant draaide al goed, maar zo’n kwalificatie doet wonderen. Laat het me zo zeggen. Waar onze klanten tot vorig jaar in hoofdzaak uit de regio rond Waregem en Wielsbeke kwamen is dat nu uit heel Vlaanderen. Mensen rijden nu met plezier honderd kilometer ver om hier te komen eten. Dat is een aangename vaststelling.”
Die wedstrijd heb je toen gewonnen met het gerecht kaviaar van de Noordzee. Werk je het liefst met vis in het menu?
“Het hoofdgerecht is altijd met vlees, maar een menu hier bestaat uit drie tot zes gangen en de rest is vaak rond vis opgebouwd.”
En wat met de karnemelkstampers, blijkbaar jouw lievelingsmaaltijd die mee de basis vormden van de winnende schotel?
“Die staan nog wel eens op het menu maar als amuse. Karnemelkstampers zijn toch te zwaar om die in een hoofdgerecht te verwerken. Zelf zeg ik er wel nooit neen tegen als ik die ergens kan eten.”
Begin deze week kreeg Lin’eau een scorestijging bij Gault&Millau: 14 op 20. Droom je al eens over een Michelin-ster?
“Ik probeer in eerste instantie elk jaar een beetje beter te doen bij Gault&Millau (het bedrijf achter de belangrijkste gastronomiegids na die van Michelin, red). Voor de komende jaren zou ik daarmee al heel tevreden zijn. Ik heb nu een sterk team achter mij en hoop dat ik daarmee ooit een ster kan binnenhalen. Dat gezegd zijnde, er is bij ons nog altijd plaats voor een extra kracht in de keuken en één in de zaal.”
Jouw restaurant is gevestigd in de vroegere vlasfabriek Lambrecht. Kom je uit een familie waar ooit vlassers de dienst uitmaakten?
“Neen ik heb dit gebouw gekozen omdat het authenticiteit uitstraalt en er een verhaal aan vastzit. Toen ik deze fabriek vond in 2018, was ik er op slag verliefd op. Ik zag meteen ook dat ik de ruwe bakstenen muren binnenin wilden behouden. Voor de rest is er wel veel veranderd. Het was bijvoorbeeld een hele klus om het betonrot hier weg te krijgen. Op de graffitimuur in het restaurant, een realisatie van kunstenaar Dennis Meyers, ben ik heel trots. Alle woorden die hij er op geschreven heeft verwijzen naar dat vlasverleden. Mensen zitten dat tussen twee gerechten in vaak te bestuderen, merken we. Ik ben blij dat ik op deze manier een klein beetje deel uitmaak van de geschiedenis van het vlas, dat zo belangrijk was voor de welvaart in de streek.”
Je ouders waren actief in de horeca, lees ik op de site van Toerisme Vlaanderen. Lag daar de basis voor je beslissing chef-kok te worden?
“Ja dat kan je wel zeggen. Ik ben bij wijze van spreken opgegroeid in de bar-bistro in het kasteel van het park Baron Casier in Waregem die mijn ouders twaalf jaar lang hebben opengehouden. Ik herinner me dat ik vaak moest meehelpen en dat ik daardoor geleerd heb dat je niets zomaar krijgt in het leven. Dat was een belangrijke levensles. Mijn moeder wilde in eerste instantie liever niet dat ik in de horeca aan de slag zou gaan omdat ze goed wist hoe hard het er wel werken is. Nu is ze supertrots op wat ik inmiddels bereikt heb.”
Je hebt je zaak in Sint-Baafs-Vijve en woont in Deerlijk. In welke mate is Waregem nog belangrijk voor je?
“Ik hou van mijn geboortestad en Lisa en ik zouden op termijn ook het liefst opnieuw in Waregem komen wonen. We zijn allebei vergroeid met de stad en zeker als de Waregem Koersefeesten plaatsvinden, zijn we er niet weg te slaan. Dan gaat ons restaurant ook dicht. Een bezoekje aan De Klauwaert hoort er dan zeker ook bij. Lang geleden heb ik er als student meegeholpen en ook nu nog blijft dit mijn favoriete café. Verder blijf ik supporter van Zulte Waregem. Spelen ze op zondag, dan probeer ik aanwezig te zijn.”
Privé: Baptiste Tieberghien (31) woont samen met Lisa Van de Cauter (32). Samen hebben ze een dochtertje Marielou (2). Ze wonen in Deerlijk maar zowel Baptiste als Lisa zijn geboren en getogen in Waregem en sluiten het niet uit dat ze daar in de toekomst opnieuw gaan wonen.
Studies/Loopbaan: Baptiste heeft de hotelschool Ter Duinen gevolgd. Na enkele ervaringen in andere restaurants opende hij samen met zijn vriendin Lisa in de zomer van 2019 restaurant Lin’eau. Baptiste is chef-kok, Lisa is zaalverantwoordelijke. Lin’eau is gevestigd in een voormalige vlasfabriek in de Koen Lisardestraat 19 in Sint-Baafs-Vijve. Eind vorig jaar kreeg Baptiste de titel viskok van het jaar. (vfb)
Waregemse Wolven
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier