Na vier jaar zijn er deze zomer eindelijk opnieuw theaterwandelingen van de Nocturnes. Roosje Goemaere is blij dat ze nog eens haar acteerduivels kan ontbinden. Ze is ook trots dat ze via de Nocturnes de Ieperlingen hun geschiedenis leert omarmen. “Mijn grootvader schreef boeken en organiseerde tentoonstellingen, ik breng de geschiedenis van Ieper tot leven met straattheater.”
Hoewel op haar identiteitskaart staat dat ze geboren werd in Poperinge, benadrukt Roosje Goemaere (50) dat ze op en top Ieperlinge is. “Mijn ouders hadden een schoenenwinkel waar nu de BioVita is en we woonden in de Elverdingestraat”, vertelt Roosje. “Veel Ieperlingen zullen vooral mijn grootvader Alfred Caenepeel kennen. Hij was directeur van het slachthuis op de Veemarkt en ook de stichter van het oorlogsmuseum. Vroeger was het documentatiecentrum naar hem vernoemd. Nadat Rose Coombs haar collectie schonk aan Ieper is daaruit het In Flanders Fields Museum ontstaan. Maar de echte Ieperlingen noemen het nog steeds Caenepeeltjes.”
Hoe ben je bij de Nocturnes terechtgekomen?
“Ik ben er al bij van in het prille begin in 1995. Eric Vanhove had in Londen de Ghost Walks meegemaakt en sprak aan de toog met Patrick Deldaele af om dat ook in Ieper te doen. Dan zijn Piet Lesage en Kristof Jonckheere erbij gekomen. Dat waren goede vrienden en zo rolde ik er ook in. In die periode was ik betrokken bij de speelpleinwerking en het JOC, waar ik dan acteurs ronselde. Vrij snel kwam ik in het bestuur terecht. Heel lang waren we met vijf: Patrick Deldaele, Jan Steen, Eric Vanhove, Piet Lesage en mezelf. Nu zijn we nog met drie, maar er is ook een projectgroep met elf mensen die alles organiseert. En we hebben 250 medewerkers.”
Je acteert ook bij Corneelkring Brielen. Wat doe je het liefst?
“Zonder podium, tussen de mensen. Mijn medespelers bij het podiumtoneel kunnen er een kick van krijgen dat er geapplaudisseerd wordt, maar ik moet de ogen van de mensen zien om mijn drive te vinden. Ik speel graag in op de reacties van de mensen. In het echte leven ben ik ook niet op mijn mondje gevallen. (lacht) Een extravert type spelen is natuurlijk toffer. Vroeger werd ik altijd gecast als hoertje en dan mag je zeker niet verlegen zijn. Mijn eerste keer bij Corneelkring Brielen speelden we De Meeuw van Tsjechov. Ik had de rol van een depressieve vrouw en dat was het lastigste wat ik ooit gedaan had.”
“Ik moet de ogen van de mensen zien om mijn drive te vinden”
Bijna dertig jaar later ben je nog steeds bij de Nocturnes. Is dat dan puur voor de vriendschap?
“Ja, omdat we het graag doen. De dag dat we het niet meer graag doen, stoppen de Nocturnes, tot spijt van velen waarschijnlijk. Al zetten we de laatste jaren wel meer in op verjonging. In de projectgroep zijn er een drietal mensen bijgekomen. Het is nog meer een groepsproces dan vroeger en het is een bewuste keuze om ook de jongeren meer te betrekken.”
Vorig weekend vonden de try-outs van de voorstelling plaats. Ben je trots op het resultaat?
“Ja. Uiteindelijk is het toch heel luchtig, met veel Britse humor. We krijgen ook heel lovende reacties. Mensen vertelden ons dat het verrassend was. Ook het feit dat we die mix maken tussen luchtige scenes en zware geschiedenis wordt sterk geapprecieerd. De wandeling duurt nu drie uur, maar veel mensen zeiden dat die drie uur voorbij vlogen en dat het nog langer mocht duren.”
Zijn de meeste deelnemers aan de theaterwandelingen Ieperlingen?
“Zeker, maar ze komen ook uit Gent of Antwerpen. Bij de oprichting deden we het voor de Ieperlingen, om te tonen wat er allemaal in de stad is en om hen de geschiedenis te leren omarmen. Mijn grootvader zou preus op mij geweest zijn. Hij schreef boeken en organiseerde tentoonstellingen, ik breng de geschiedenis van Ieper tot leven met straattheater. Jammer genoeg heeft hij mij nooit aan het werk kunnen zien. Weet je, ik was het enige kleinkind dat in zijn bureau mocht komen. Ik tekende dan op zijn papieren. Later schonk hij zijn bibliotheek aan de stad en archivaris Octaaf Mus vertelde soms al lachend dat hij tussen die belangrijke papieren soms mijn krabbels terugvond.” (lacht)
Wat maakt je zo trots op Ieper?
“Ik heb in Roeselare gewoond. Daar is veel te doen, maar dat komt altijd uit de commerce. In Ieper komen de initiatieven van een bende vrienden. Het is ook een kleine stad waardoor iedereen een beetje iedereen kent, of toch mij kennen. Met de Nocturnes word ik immers vaak herkend, zeker toen ik nog een hoertje moest spelen.” (lacht)
Ben je nog nooit door politieke partijen gevraagd om mee te doen aan de verkiezingen?
“Al honderd keer, de laatste keer werd me zelfs een hoge plaats op de lijst beloofd. Maar ik weiger altijd. Sowieso door mijn job. Ik coach lokale besturen naar een gezondheidsbeleid, dus dan moet je een beetje neutraal blijven. Maar ook: ze zouden rooi hebben met mij. Ik weet niet of ik altijd de partij zou kunnen volgen. Ik heb mijn eigen gedacht.”
Privé: Roosje Goemaere werd geboren op 28 september 1972 in Poperinge. Ze groeide op op de hoek van de Elverdingestraat met de Leet in Ieper.
Loopbaan: Na het Lyceum studeerde ze eerst sociaal-cultureel vormingswerk in Kortrijk, daarna haalde ze nog een licentiaat sociologie in Leuven en Gent. Nadat ze eerst drie jaar aan de slag was bij het regionaal Drugplatform ging ze werken voor LOGO Midden-West-Vlaanderen, waar ze nu coördinator is.
Vrije tijd: Ze is bestuurslid en spelend lid bij de Nocturnes sinds 1995. Daarnaast speelt ze ook bij Corneelkring Brielen en is ze al sinds 1989 medewerker bij Festival Dranouter.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier