Ludo en Nico brengen Kortrijkse punkverleden tot leven in boek ‘Vergaene Glorie’: “We dragen de punkitude nog altijd in het hart”

Ludo Halsberghe en Nico Decock. © Kurt De Schuytener
Freddy Vermoere
Freddy Vermoere Medewerker KW

Ludo Halsberghe (58) en Nico Decock (58) brengen in hun pas verschenen boek ‘Vergaene Glorie’ een ode aan hun (Kortrijkse) punkjaren. Behalve schitterende verhalen en interessante beschouwingen levert het tal van foto’s op die de roerige jaren zeventig en tachtig met zijn wild om zich heen schoppende jongeren opnieuw tot leven brengen.

Moet je letterlijk afstand nemen van de plaats waar je jeugdjaren zich hebben afgespeeld om er een klepper van bijna 500 bladzijden over te schrijven? Wie zal het zeggen. In elk geval wonen beide auteurs inmiddels een (flink) eind weg van de Guldensporenstad. Nico Decock (58) resideert nu in de stille Kempen, ruim 140 kilometer verderop, terwijl Ludo Halsberghe (58) het geluk gevonden heeft in Gent. Van op een afstand leverden ze een zeer lezenswaardig tijdsdocument af waarin niet alleen zijzelf maar ook al wie wat betekend heeft in het Kortrijkse punkwereldje een hoofdrol vertolkt.

“Eigenlijk was er niet echt een plan om een boek te schrijven”, zegt Nico. “Ludo en ik waren elkaar na onze jeugdjaren uit het oog verloren. Toen we elkaar na tientallen jaren opnieuw tegen het lijf liepen, zijn we wat later herinneringen beginnen ophalen over dat verleden. We mailden elkaar de verhalen die we ons nog goed herinnerden en voor we het goed en wel beseften hadden we enkele honderden pagina’s bij mekaar geschreven. Toen pas hebben we beslist om een soort coming of age-verhaal neer te schrijven over onszelf, maar ook over het Kortrijk dat we gekend hebben, het punkwereldje van de late jaren zeventig en de jaren tachtig.”

Opmerkelijk is de grote interesse in het boek, terwijl punk in Kortrijk toen toch een randfenomeen was.

Ludo: “Ja, we staan er zelf ook wel van te kijken. Ons boek is uitgebracht op 500 exemplaren en de helft daarvan is tot onze aangename verrassing al de deur uit. Het vreemde is dat er niet alleen veel interesse is vanuit Kortrijk, maar dat ook Limburgers en Antwerpenaars zich het boek in voorverkoop hebben aangeschaft. Blijkbaar is het geen bezwaar dat er veel citaten in het Kortrijks instaan (glimlacht). Nog merkwaardiger is de interesse uit het buitenland. Heeft dat met de foto’s te maken? We weten het niet, maar het lijkt nu al een collector’s item te zijn. En nog iets. Onze facebook-groep telt zowat 750 leden terwijl er in de jaren tachtig hoop en al een dertigtal punkers rondliepen in Kortrijk.”

Jullie hebben het boek opgedragen aan Lucien Callewaert, misschien wel de man die punk het meest belichaamt in het Kortrijkse.

Ludo: “Ja, wie ‘punk’ en ‘Kortrijk’ zegt, komt automatisch uit bij Lucien. Hij is een levende legende en vormt de rode draad doorheen het boek. Zijn grote verdienste is dat hij eind jaren zeventig punk mee vanuit Groot-Brittannië naar Kortrijk heeft gebracht. Hij blijft ook vandaag nog altijd een fenomeen, de man van de amusante oneliners en de kwinkslagen ondanks de gezondheidsproblemen waar hij mee worstelt maar die hem niet klein krijgen. Hij is ook nog altijd de charismatische zanger van de Definitivos. Zij en de P.I.G.Z. waren onze grote inspiratiebron om ons eigen punkbandje Vergaene Glorie op te zetten, waar dit boek ook naar genoemd is.”

“Tot onze aangename verrassing zijn er al 250 exemplaren van het boek de deur uit”

© Kurt De Schuytener

De Definitivos en de P.I.G.Z. herinner ik me levendig, van Vergaene Glorie had ik nog nooit gehoord.

Ludo: “Dat kan niet helemaal verbazen. We hebben muzikaal ook geen potten gebroken, konden amper muziek spelen en modderden maar wat aan. De echte helden toen waren en blijven de Definitivos en de P.I.G.Z., wat staat voor Punk is Grote Zever (lacht). Mogelijk hebben we nu meer plezier beleefd aan dit alles door dit neer te schrijven dan toen we het beleefd hebben.”

Essentieel voor die jaren was de roemruchte punkkroeg Twenty-One. Wat was er zo speciaal aan?

Nico: “De Twenty-One, op de hoek van de Spoorweglaan en de Sint-Janslaan (waar nu een appartementsgebouw staat, red.), was vrij snel een verzamelplaats van punkers die van overal kwamen: van Rijsel over Brussel tot Antwerpen. Het café kreeg dan ook snel een slechte naam bij de goegemeente. Bovendien hielp het ook niet dat uitbater Patrick Herbrandt of Pat’n zoals we hem noemden met zowat niets in regel was. Om maar iets te zeggen. Pat’n had via een pokerspel de gelagzaal verworven waarvan hij dus een café had gemaakt. Zelfs de overeenkomst was op een bierkaartje neergeschreven (lacht). De politie hield ons dan ook continu in de gaten. Er was op zeker ogenblik zelfs een inval waarna van alles gebeurd is. Het leidde tot de oprichting van een actiecomité tegen politieterreur en er kwam een benefietconcert Nacht van de Combi.”

Ludo en Nico aan het werk tijdens de gouden jaren tachtig.
Ludo en Nico aan het werk tijdens de gouden jaren tachtig. © Kurt De Schuytener

Nico, jij hebt het merkwaardigste parcours gelopen, je hebt jarenlang met één van the Ramones getoerd maar bent nu een succesvol ondernemer. Van een overgang gesproken?

Nico: “Ja dat is wel zo maar de punkattitude of punkitude zoals we het zelf noemen, heb ik nooit verloochend. Een zekere weerzin tegen de gevestigde orde is gebleven en de do-it-yourself mentaliteit, eigen aan punk, ben ik tot op vandaag blijven koesteren. Dat is evenzeer zo voor Ludo en dat boek is daar ook het levende bewijs van. We hebben daarvan alles zelf gedaan: van het schrijven over de vormgeving tot de marketing toe.”

Ludo, hoe kijk je nu terug op Kortrijk die je in het boek omschrijft als ‘de stad waar de bourgeoiscultuur de regels dicteert’?

Ludo: “Ik heb dat geschreven over het Kortrijk van de jaren tachtig. Er is sedertdien wel enige verbetering gekomen. Al kom ik hier zelf ook niet zoveel meer omdat ik op cultureel vlak in Gent wel mijn gading gevonden heb. Als de Definitivos optreden, teken ik wel present, want met Lucien Callewaert, Frans Holvoet, Peter Coppens en Rik Masselis van de band heb ik nog altijd een goed contact.”

Wat betekent Kortrijk voor jou nog, Nico?

Nico: “Ik heb lang in het buitenland gewerkt en getoerd en dat maakt toch dat ik er anders naar kijk en ik er niet zoveel voeling meer mee heb. Als ik er nog kom, is het om mijn ouders te bezoeken. Al zal ik voor de voorstelling van het boek in Den Bras met plezier langskomen en hopelijk veel bekenden van vroeger terugzien.”

‘Vergaene Glorie’ is te koop bij De Standaard Boekhandel. Wie er meer info over wil, kan mailen naar info@huntandpeckbooks.com