“Het moest geld in het laatje brengen”: bibliothecaris ontdekt dat overleden auteur Clem Schouwenaars uit Lo ook streek- en familieromans schreef onder pseudoniem

Rotraut Kerzinger, de tweede vrouw van auteur Clem Schouwenaars, met de stationsroman ‘Omdat je het mij vraagt’ die hij schreef onder de schuilnaam Martine Van Boezinge. © gf
Koen Van Colen
Koen Van Colen Medewerker KW

Auteur Clem Schouwenaars (1932-1993), die van 1972 tot 1979 in Lo woonde, schreef tientallen boeken, dichtbundels en toneelstukken. Maar minder of helemaal niet bekend is het feit dat de schrijver ook enkele stationsromans neerpende onder verschillende schuilnamen. Tot die ontdekking kwam voormalig bibliothecaris en Schouwenaars-kenner Jan Van Herreweghe uit Harelbeke.

Clem Schouwenaars was voltijds schrijver, maar ondanks zijn succes en het feit dat hij een van de meest gelezen Vlaamse schrijvers van zijn generatie was, waren de oplagecijfers van zijn verkochte boeken toch niet zo hoog. “Ik beschik niet over exacte cijfers, maar zonder het schrijven van columns, het geven van lezingen in scholen en bibliotheken viel er van de pen nauwelijks te leven”, weet Jan Van Herreweghe. “Hij moest dus op zoek naar andere inkomsten. Daarom deed hij tussendoor vertaalwerk en tekende hij af en toe een contract waarvan hij dacht dat het lucratief zou zijn.”

Zo ondertekende Clem Schouwenaars in 1968 een contract bij uitgeverij Monas om in een periode van een half jaar 24 boekjes te schrijven. “De vergoeding voor het schrijven van één zo’n boekje werd vastgesteld op 4.000 Belgische frank, vandaag 100 euro”, zegt Jan Van Herreweghe. “Literair onderzoeker Manu van der Aa ontdekte in 2022 in een archiefdoos dat contract met uitgeverij Monas. Schouwenaars, die op dat moment in een echtscheiding was verwikkeld, verkeerde in financiële nood en zag het wel zitten om die volksverhalen, zeg maar stationsromannetjes, uit zijn pen te wringen – weliswaar onder het pseudoniem Landon Pembrake. Van die 24 verhalen werd er uiteindelijk maar één gepubliceerd, meer bepaald in september 1968 met als titel ‘De passie ontwaakt’. Het verhaal is een duidelijk haastig geschreven, licht erotische story dat als een eerste deel van de Mémoires van Landon ‘Juan’ Pembrake wordt gepresenteerd. Maar een tweede verhaal is er dus nooit gekomen, wellicht omdat de uitgever niet met geld over de brug kwam.”

Totale verrassing

“Het bestaan van het contract met uitgeverij Monas was voor de tweede vrouw van Schouwenaars, die hij tijdens zijn verblijf in Lo leerde kennen, een totale verrassing”, zegt Jan Van Herreweghe. “Maar begin mei 2024 was het haar beurt om mij te verrassen. Ineens zag ik bij een bezoek aan haar een boek met een zeemzoeterige cover op de ronde salontafel liggen. Je kent dat wel, die boeken die als streek- en familieromans worden gepresenteerd, verlangend en smachtend aandoende covers in een vrij realistische tekenstijl met felle kleuren en smakkende titels. Als ware literatuurliefhebber grijp je met geen tang naar die boeken, maar als bibliothecaris moet je een ruim publiek tevreden stellen en was het mijn plicht om dergelijke streek- en familieromans aan te kopen. Maar wie had ooit gedacht dat Clem Schouwenaars zijn tijd zou besteden om een roman in dat genre te schrijven?”

“Het verbaast me dat geen enkele lezer of journalist op zoek ging naar Martine Van Boezinge”

Toch ging Clem Schouwenaars in 1982 in op een voorstel van Uitgeverij Elsevier Manteau Brussel om zo’n roman te schrijven voor een nieuw op te zetten Robijn Reeks. “De Robijn Reeks moest een populaire reeks van streek- en familieromans worden, kortom hapklare lectuur voor vermoeide huisvrouwen, wachtende reizigers en uitgebluste werknemers die na een drukke werkdag gemakkelijk te verteren was”, legt Jan Van Herreweghe uit.

Jan Van Herreweghe is een grote fan van het werk van Clem Schouwenaars.
Jan Van Herreweghe is een grote fan van het werk van Clem Schouwenaars. © gf

“De streek- en familieroman kreeg als titel ‘Omdat je het mij vraagt’ en schreef hij onder de pseudoniem Martine van Boezinge. Het moest geld in het laatje brengen. Maar dat bleek uiteindelijk toch alweer een illusie.”

Eigen aan het genre

“Het verbaast me dat toen geen enkele lezer of journalist op zoek is gegaan naar Martine Van Boezinge”, besluit Jan Van Herreweghe. “Maar ook dat is eigen aan het genre. Mijn ervaring als bibliothecaris leert me dat lezers van dergelijke boeken geen auteurs en titels onthouden, maar dat het hen gewoon om het even is wat ze te lezen krijgen. Als de cover van het boek maar zeemzoeterig, aanlokkelijk en weinig pretentieus aanspreekt en de inhoud maar positief is. Op de stofwikkel van ‘Omdat je het mij vraagt’ wordt trouwens ook nog reclame gemaakt voor twee andere romans in dezelfde Robijn Reeks. Enerzijds is dat ‘Liefde is een tere bloesem’ van Stella Mariman, anderzijds is dat ‘De kleuren van het geluk’ van Leona Van Hoydonck. En wat dacht je? Ook dat zijn twee schuilnamen. Stella Mariman is het pseudoniem van Karel Verleyen. Van Leona Van Hoydonck kon ik de echte schrijver niet achterhalen. Welke Vlaamse schrijver zou achter dit pseudoniem schuilgaan?”