Bloedsporen spreken verhaal van Belarbi over kappersmoord tegen

© BELGA

Op het assisenproces in Brugge over de moord op Alban Demora (31) zijn de bloedsporen in het kapsalon van de beschuldigde aan bod gekomen. Volgens de deskundigen komen bepaalde elementen in de versie van Abdellatif Belarbi (50) niet overeen met hun bevindingen.

Alban Demora werd op 3 september 2020 in De Panne met messteken om het leven gebracht. Op 7 juni 2021 vroeg de Veurnse onderzoeksrechter aan specialisten van de Oost-Vlaamse federale gerechtelijke politie om op basis van foto’s een bloedspatpatroonanalyse uit te voeren. “Op basis van de aanwezige bloedspatpatronen proberen we een inzicht te geven in hoe deze konden ontstaan en welke handelingen van de betrokken personen er zijn geweest”, aldus Marleen T.

Het T-shirt van het slachtoffer was te veel doordrenkt met bloed om een analyse uit te voeren. Belarbi beweert dat Demora zijn T-shirt tijdens de feiten openscheurde, maar dat komt niet overeen met de vaststellingen van de deskundigen. In de borststreek werden ook geen beschadigingen ontdekt. “Het T-shirt was dus al uit bij de laatste steken, of het T-shirt werd niet meer op de gebruikelijke manier gedragen”, aldus rechercheur Steven D. Mogelijk verschoof het T-shirt wel nog op de grond.

Kappersstoel

Volgens het scenario van de onderzoekers moet het incident begonnen zijn aan de zwarte kappersstoel. “We zien hier vrij weinig bloed en de bloedbron heeft nog niet zo veel bewogen. Het is meer waarschijnlijk dat de bloedbron neerzat in de stoel, waarbij het bloed dan daar het eerst neerkwam op de vloer.” De confrontatie verplaatste zich vervolgens naar het midden van het kapsalon, want daar werd veel bloed aangetroffen. “Dat geeft een dynamisch verloop aan van de feiten. Er moet ook voldoende tijd geweest zijn om die hoeveelheid bloed tot stand te laten komen.”

Belarbi houdt vol dat hij tijdens het conflict op de grond belandde. Naar eigen zeggen bracht hij vanuit die positie de messteken toe. “Het lijkt ons zeer onwaarschijnlijk dat de beschuldigde tijdens dat dynamische verloop zou hebben neergelegen op de grond. Want dan zouden we veel meer bloed verwachten op zijn hemd.”

Wellicht lag Alban Demora zelf al op de grond toen hij de diepste messteken kreeg. “Het lijkt ons waarschijnlijk dat hij al neerlag of onmiddellijk erna neerlag, anders zouden we verwachten dat er nog bloed naar buiten liep.”

Onderzoeksrechter Diederik Deraeve herinnerde zich nog wat hij dacht bij de afstapping in het kapsalon in De Panne. “Wat een bloedbad, was mijn eerste indruk van dat kapsalon. Ik ben 27 jaar magistraat en ik had dergelijk bloedbad nog nooit gezien.” Op een piano werden toen een bebloede schaar en een bebloed jachtmes aangetroffen. “De top van die schaar was niet scherp genoeg en hij heeft dan iets beters gehaald om zich te verdedigen”, verwees de onderzoeksrechter naar de eerste verklaringen van de beschuldigde.

Wettige zelfverdediging

Door die vermeende wettige zelfverdediging vond Deraeve het niet gemakkelijk om te beslissen over de aanhouding van Abdellatif Belarbi. “De aanval van Alban Demora was volgens mij onrechtmatig, maar volgens mij was ze niet onafwendbaar. Omdat hij de kans had om te vluchten naar zijn keuken. Het was wijzer geweest om daar te blijven en de hulpdiensten te bellen.” Bovendien oordeelde de onderzoeksrechter dat het verweer van de beschuldigde niet proportioneel was. “Mijn stelling daarover is tijdens het onderzoek nog sterker geworden.”

Het onderzoek wees uit dat vooral ‘s nachts veel druggebruikers het kapsalon van Belarbi bezochten. “We zitten in een kapsalon dat een mekka is voor toxicomanen”, klonk het. De beschuldigde en het slachtoffer zouden ook minstens tot een dikke maand voor de feiten samen actief geweest zijn in het drugsmilieu. “Uit het onderzoek stellen we vast dat ze dezelfde cocaïneleverancier bezochten in Oostende. Is er daar ruzie van gekomen? Of is er ruzie gekomen omwille van Jennifer D., die daar aanwezig was?”

Cocaïne

Vervolgens suggereerde de onderzoeksrechter dat Demora die nacht naar het kapsalon trok om cocaïne te kopen. “Ik had de indruk dat hij zoals vele mannen een oogje had op Margaux A., die hem om cocaïne had gevraagd.”

Enkele getuigen maakten dan weer gewag van een openstaande drugsschuld van 50 euro. Een toenmalige celgenote van Jennifer D. beweerde zelfs dat Belarbi 12.500 euro schulden had bij het slachtoffer. “Ik denk dat we dat bedrag met een korrel zout moeten nemen, want ik ken mevrouw en heb haar al een paar keer aangehouden. 12.500 euro is heel veel voor iemand die toen in een garagebox woonde.”

De beschuldigde zelf deed het verhaal onmiddellijk af als larie. “Alban heeft mij zelfs niet betaald voor zijn knipbeurt.”

Dinsdagnamiddag komt de gerechtspsychiater aan het woord.