Assisen scalpelmoord – Vriend van beschuldigde: “Ik keek op naar Ridoan”

Beschuldigde Ridoan Oudaha. © Belga

Op het assisenproces tegen Ridoan O. (43) zijn de getuigenverhoren vrijdagmiddag afgerond. Enkele vrienden en kennissen verklaarden dat ze de beschuldigde blijven bezoeken in de gevangenis. O. werd als vriendelijk, rustig en betrouwbaar omschreven.

Met Saaid R. sprak de beschuldigde niet in detail over de feiten. “Hij zegt dat hij veel spijt heeft van hetgene dat gebeurd is, dat het jammer is. Maar ik probeer die wonde niet altijd opnieuw te openen.” De getuige vertelde dat hij O. al sinds de kleuterklas kent. “Hij was meer een broer dan een vriend. Ik keek ook op naar Ridoan, omdat hij betere studies heeft gedaan.”

Alcohol en cocaïne

Ook over de relatie met Jill Himpe kon R. eigenlijk niets negatiefs zeggen. “Er was soms wel discussie, maar in een normale verstandhouding. Ik heb Ridoan nooit geweld zien gebruiken tegen zijn partners.” Anderzijds wist hij wel dat de beschuldigde agressiever was onder invloed van alcohol en cocaïne. “Ik heb hem verschillende keren gezegd dat hij zich moest laten behandelen en dat heeft hij ook gedaan.”

Een voormalige zakenrelatie had ook alleen maar goede herinneringen aan de samenwerking met O.. “Ik ben medewerker in een fruitbedrijf en we hebben via Ridoan in totaal een container of tien appelsienen ingevoerd in België. Persappelsienen uit Marokko lagen toen goed in de markt.” Tony D. verklaarde ook nog dat ze in Marokko goed ontvangen werden door zijn familie. “Jill was daar ook bij. Dat was een tof en schuchter meisje. Ik denk dat ze elkaar graag zagen. We zijn twee maanden voor de feiten nog eens gaan eten, maar toen was het waarschijnlijk wel crisis. Toch was het een goede en gezellige avond.”

“Hij is altijd goed geweest voor mij. Hij was mijn engelbewaarder in Marokko. Ik kan geen kwaad woord zeggen over Ridoan”, verklaarde D. zijn bezoekjes in de gevangenis. Over de moord op Jill vertelde O. heel weinig. “Hij heeft gezegd dat hij er spijt van heeft, dat hij een stommiteit heeft gedaan. Ik heb hem gezegd dat ik het niet goedkeur en dat hij gestraft moet worden.”

Details

Julie V. leerde de beschuldigde kennen toen hij voor de discotheek van haar vader werkte. “We waren veel op de baan samen. Gaan flyeren, want er was nog geen Facebook of Instagram. We konden altijd op hem rekenen.” Ook de jonge vrouw ging in de gevangenis al enkele keren langs bij O.. “Hij heeft een enorm schuldgevoel. Hij heeft dat nooit gewild wat er gebeurd is. Hij schaamt zich.”

Op de zitting bleek dat O. net voor het proces aan V. wel heel wat details over de feiten vertelde. De gelijkenis met zijn versie tijdens het proces was opvallend. “Hij heeft een mes tegen haar gehouden, maar het was nooit de bedoeling om haar pijn te doen. Jill wou uit de wagen stappen en zo is het dan gebeurd. Maar hij had op dat moment nog niet door hoe erg het was. Hij wist niet meer welke kracht hij had.”

Voorzitter Bart Meganck opperde of het misschien de bedoeling was om de violen gelijk te stemmen. “Zou het kunnen dat hij u een beetje wou prepareren voor vandaag op de zitting?”, vroeg meester Jef Vermassen, advocaat van de burgerlijke partijen. V. ontkende dat ze gebruikt werd door de beschuldigde.

Depressie

“Bij de suïcide van zijn broer in 2010 is hij een beetje ontspoord”, getuigde de huisarts de beschuldigde. Volgens Gerrit B. begon Ridoan O. niet alleen alcohol en cocaïne te gebruiken, maar belandde hij ook in een depressie. “Ik denk dat hij echt bereid was van er iets aan te doen, maar dat vraagt natuurlijk langdurige opnames.” Van enige vorm van agressie heeft de huisdokter nooit iets gemerkt. “Hij leek goed opgevoed. Humoristisch soms, maar dat was verdwenen die laatste jaren.”

In verband met die twee psychiatrische opnames werden meerdere getuigen opgeroepen. Een psychiatrisch verpleegkundige beriep zich echter op zijn beroepsgeheim. Van de getuigenissen van enkele artsen werd afstand gedaan, omdat ze eveneens hadden aangekondigd dat ze zich op hun beroepsgeheim zouden beroepen.

Zoals gebruikelijk kwamen ten slotte de politiemensen die het moraliteitsonderzoek voerden aan het woord. Hoofdinspecteur Ferdinand D. gaf op vraag van het openbaar ministerie toelichting bij een incident uit 2005. Als dealer zou O. toen een cocaïnegebruiker afgeperst hebben. “Hij werd uit het niets overvallen door drie personen, die hem bedreigd hebben met een mes en een lijkzak.” Voor die feiten kreeg de beschuldigde uiteindelijk twee jaar cel, waarvan de helft met uitstel.

Het slachtoffer legde zelf geen getuigenis af. “Hij heeft me twee dagen terug een berichtje gestuurd dat hij schrik had om een getuigenis af te leggen”, verklaarde de hoofdinspecteur.