Assisen Duinenmoord: Speurder sluit andere dader niet uit

© Belga

Op het assisenproces over de duinenmoord is de piste van een andere verdachte opnieuw aan bod gekomen. Een getuige verklaarde plots dat ze Alexander Tryksza in die periode uit de duinen zag springen. Hoofdinspecteur David Roelant legde uit dat onderzoek van dat spoor niets opleverde, maar gaf ook toe dat Tryksza als dader niet uitgesloten kan worden.

M.W. woonde in hetzelfde appartementsgebouw als het pleeggezin van Alexander Tryksza. Tijdens haar getuigenis vertelde ze in eerste instantie vooral over een racismeklacht tegen haar echtgenoot, die wel werd vrijgesproken. Twee maanden na die vrijspraak zou ze Tryksza op de eerste woensdag van augustus 2010 in Zeebrugge in verdachte omstandigheden opgemerkt hebben.

“Ik ben ‘s avonds om 20 uur de dijk afgegaan met mijn hondje en toen kwam Alexander afgesprongen uit de duinen”, verklaarde ze op het proces plots. “Helemaal wit, met allemaal schuim uit zijn mond. Met een rode bermuda met witte tekeningen. Ik heb hem genegeerd, maar hij heeft me wel gezien. Ik heb er aan niemand iets over gezegd. Het lijk was nog niet gevonden.” Volgens W. zag ze Tryksza nog eens toen het lichaam al was aangetroffen. “Hij was tafels aan het afkuisen op zijn vakantiejob. Hij komt met zijn emmers naar mij en zegt: drugs, drugs, drugs, ik maak kipkap van jou.”

Voorzitter Willem De Pauw vroeg zich meermaals af waarom de getuige nu plots wel met dat verhaal op de proppen komt. “Ik dacht dat we niet de juiste personen waren om dat aan de politie te zeggen. Ik dacht dat het zou aanvoelen als weerwraak voor die racismeklacht”, reageerde ze. Meester Thomas Gillis, advocaat van de burgerlijke partijen, merkte vervolgens op dat W. het incident in een brief aan de verdediging nochtans op 6 juni 2010 en dus ruim voor de feiten had gesitueerd.

Feestje

Carlo U. meldde zich als getuige na een reportage in het Nederlandse televisieprogramma Opsporing Verzocht in de zomer van 2012. “Maar dat ging helemaal fout. Die man aan de telefoon had het over een andere casus, op een camping.” Ruim een jaar later stuurde zijn vrouw dan maar een mail naar de politie. “Ik ging gewoon met mijn man lekker naar de zee in de zomer van 2010”, verklaarde Nadine D. op het proces. “En er kwamen twee mooie mensen ruziemakend naar het strand. Niet gekleed om naar de zee te gaan, maar voor een feestje. Toen de man wegging, ging ik pas vragen of ze hulp nodig had. Maar ze was aan het bellen en zei dat ze geen hulp nodig had.”

Het koppel vermoedde dat ze mogelijk getuige waren van een heftige ruzie tussen de dader en het slachtoffer. Op foto’s herkenden ze Milena Raycheva en Kenan Bulut echter niet. Ook de twintig jaar leeftijdsverschil tussen het slachtoffer en de beschuldigde komt niet overeen met hun verklaringen. Carlo U. omschreef de ruziënde man wel als iemand van Turkse of Noord-Afrikaanse origine. “Die mevrouw kwam mij over als iemand met oosterse kleding. Alsof ze uit een harem kwam, zoals in de film.” De getuige gaf wel toe dat beelden in de media mogelijk zijn herinnering vertroebelden. Op de zitting stelde zijn echtgenote plots toch dat ze een kledingstuk van Milena 80 procent zeker herkende. “Die derde foto van boven, met die streepjes zo op de rug. Het zou best kunnen zijn, ja. Maar het is echt lang geleden.”

Moeilijk onderzoek

Hoofdinspecteur David Roelant gaf dinsdagnamiddag toelichting bij de moeilijke start van het onderzoek. “Zolang je niet weet wie uw slachtoffer is, weet je ook niet in welke richting je moet zoeken”, klonk het. Op basis van gezichtsreconstructie werd wel een robotfoto verspreid. “Doorlopend het onderzoek hebben we zo tientallen foto’s gekregen van mensen, waarvan we dachten dat we juist zaten. Maar dat bleek niet zo te zijn.” Via de internationale verspreiding van de informatie kwamen 80 mogelijke slachtoffers in beeld, maar opnieuw zonder resultaat.

Tegelijk werden ook meerdere pistes onderzocht, onder andere in het lokale prostitutiemilieu. Ook alle daders van geweldplegingen of zedenfeiten in de buurt passeerden de revue. De speurders bekeken zelfs alle foto’s van de festivals uit de periode van de feiten. “Twee jaar later hebben we op Polé Polé ook een affichecampagne gedaan. Iedereen kreeg bij aankomst een flyer met de robotfoto.” Een getuigenverhoor onder hypnose leverde evenmin iets op.

Gevangenis

Tijdens zijn getuigenis stond David Roelant uitgebreider stil bij de mogelijke link met een moord op een prostituee in Antwerpen. De dader Alexander Tryksza verbleef in de zomer immers steeds in Zeebrugge. “Hij werkte in een restaurant op de Zeedijk, hij was ook een kitesurfer en hij was in 2010 en 2011 bezoeker van Polé Polé.” De hoofdinspecteur merkte wel op dat de feiten in Antwerpen veel gewelddadiger waren dan in Zeebrugge. “Het ging daar om zeer zware schoppen en vuistslagen, finaal werd zelfs een paraplu tussen de billen van het slachtoffer geduwd.”

Vooral in de loop van 2012 werd de piste uitgebreid onderzocht. “Hij is in de gevangenis verhoord geweest als verdachte, maar hij zegt zelf dat hij daar niets mee te maken heeft.” Het onderzoek kon uiteindelijk geen betrokkenheid van Tryksza aantonen. “Ik denk dat we gedaan hebben wat er in onze mogelijkheden lag. Ik weet niet of die persoon de feiten gepleegd heeft. Kunnen we hem uitsluiten? Nee, daar moeten we eerlijk in zijn”, besloot David Roelant.

Dadelijk zullen de speurders duiding geven bij het onderzoek naar de beschuldigde.