Vlaanderen blijft gaan voor WK veldrijden in Oostende in januari 2021

De Vlaamse Regering trekt 400.000 euro financiële steun uit voor de organisatie van de wereldkampioenschappen veldrijden in Oostende, die plaatsvinden op 30 en 31 januari 2021. Het WK moet tienduizenden wielerliefhebbers naar de kust lokken en Vlaanderen in de internationale vitrine zetten als bakermat van de koers.

De Vlaamse Regering wil de sportieve Vlaming op die manier wat perspectief bieden in deze moeilijke coronatijden. “De huidige crisis heeft heel veel sportplannen en sportdromen doorkruist”, zegt Vlaams minister-president Jan Jambon. “Met het WK veldrijden in januari 2021 en het WK wielrennen in september 2021 staan er nu twee mooie evemenenten gepland. Met beide WK’s komt de koers meer dan ooit thuis in Vlaanderen, bakermat van de flandriens.”

De Vlaamse Regering roept het WK veldrijden in Oostende, dat in januari 2017 al eens het BK veldrijden organiseerde, uit tot een Vlaams topevenement en trekt 400.000 euro uit als financiële steun voor de organisatie. Op die manier wil het samen met organisator vzw Veld- en Wegritcomité Hooglede-Gits, de Stad Oostende en de provincie West-Vlaanderen op 30 en 31 januari 2021 tienduizenden wielerliefhebbers naar de Wellington Hippodroom en de aanpalende strandzone lokken. De evenementenzone kan zo’n 78.000 bezoekers ontvangen.

“Dit is een risico”, beseft Vlaams minister van Sport Ben Weyts. “Het onvoorspelbare verloop van de coronacrisis betekent dat we nog niet zeker weten of we in januari opnieuw met tienduizenden tegelijk kunnen samentroepen om te genieten van de koers. Maar net omdat corona zoveel sportevenementen heeft doen sneuvelen, willen we vasthouden aan de evenementen die we voor de toekomst gepland hebben. We hebben allemaal nood aan positieve perspectieven.”

De totale organisatiekost van het WK veldrijden wordt, inclusief de icentie voor de UCI, geraamd op ruim drie miljoen euro. Naast de 400.000 euro van de Vlaamse Regering ondersteunt ook de Stad Oostende met een bedrag van 450.000 euro, de Nationale Loterij met 240.000 euro en de Provincie West-Vlaanderen met 150.000 euro.”