Nu de nieuwe wereldkampioen gekend is, lijkt het wegseizoen zo goed als afgelopen. Veel grote koersen staan er niet meer op de kalender en ook de interesse bij het publiek neemt een flinke duik. En toch gaan de meeste renners nog even door. Ook Jordi Warlop moet nog even wachten op vakantie. Staan nog op zijn programma: zaterdag de Tour de l’Eurométropole en maandag het Herfstcriterium van Oostrozebeke.
Dat het seizoen nog een pak langer mocht duren, zal je Warlop nu ook niet horen zeggen. Net zoals vele anderen kan ook hij wel een beetje rust gebruiken. Wat wel opvalt, is dat de naar Roeselare uitgeweken Diksmuideling de voorbije maanden uitstekend op dreef is en het met de conditie nog altijd snor zit. Dat bewees hij zondag nog maar eens. Terwijl de toppers streden voor de regenboogtrui, reed Warlop in Paris-Chauny, een 1.1-koers gewonnen door Anthony Turgis, naar een knappe 15de plaats. “En het is niet omdat de grote namen in Yorkshire zaten, dat er daar niet gekoerst werd”, kan Jordi ons verzekeren.
Tijdens het voorjaar sukkelde ik nog met de naweeën van toxoplasmosose, die me in 2018 lang aan de kant hield
“Het ging er behoorlijk nerveus aan toe. Veel ploegen gingen nog op zoek naar extra UCI-punten en ook de wind speelde een belangrijke rol. Het peloton werd een paar keer in waaiers getrokken, maar ik was telkens vlot mee. Op zo’n 70 km van de meet ontstond een ontsnapping van vijf man met daarbij mijn ploegmaat Aaron Verwilst. Daardoor was het niet aan ons om te rijden in de achtervolging en kon de vlucht standhouden. Aaron finishte uiteindelijk als vijfde en ik werd nog 15de. Misschien geen topresultaat, maar ik denk wel dat ik tevreden mag zijn met mijn koers.”
Knappe zomer
Dat mag de 23-jarige profrenner ook zijn met de rest van zijn zomer. Zo sprintte hij in augustus een paar keer top tien in de Arctic Race of Norway, werd hij negende in Meulebeke, twaalfde in de GP de Wallonie, elfde in het Kampioenschap van Vlaanderen, achtste in de Gooikse Pijl en elfde in Lichtervelde. Na een eerder tegenvallend voorjaar kon hij op die manier toch nog kleur geven aan zijn seizoen. “Tijdens het voorjaar sukkelde ik nog met de naweeën van toxoplasmosose, een infectie die me ook eind 2018 lange tijd aan de kant hield”, verklaart Warlop.
“Het ging echt met ups en downs en ik had vaak last van zware benen. Het was niet slecht, maar ik kreeg nooit dat goede gevoel te pakken. Daarom moest ik het in april rustig aan doen, maar dat heeft me wel deugd gedaan. Ik kan weer trainen zoals het moet en ik voel me een heel ander mens nu. Het loopt weer lekker en dat merk je ook aan mijn uitslagen. Mijn eerste seizoenshelft was frustrerend, maar als je lichaam niet mee wil….”
Derde profjaar
Zijn sterke prestaties in de voorbije wedstrijden zorgden er ook voor dat Sport Vlaanderen-Baloise de jonge West-Vlaming een contractverlenging aanbood. En dus mag Warlop zich in 2020 opmaken voor zijn derde campagne in het profpeloton. “Natuurlijk ben ik tevreden dat ik mag blijven. Ik voel me heel goed bij het team en denk dat ik hier nog veel progressie kan boeken. Deze zomer legde ik mijn beste tests ooit af en het is mijn bedoeling om volgend seizoen een nieuwe stap te zetten. Dan wil ik me ook tijdens het voorjaar laten opmerken. In koersen van het genre Driedaagse Brugge-De Panne, Dwars door Vlaanderen, Nokere Koerse… Ik ben er nog steeds van overtuigd dat de Vlaamse klassiekers de wedstrijden zijn die me het best moeten liggen. Daarin uitblinken zal niet gemakkelijk worden, maar daarvoor ben ik wel renner geworden.”
Ik ben er nog steeds van overtuigd dat de Vlaamse klassiekers de wedstrijden zijn die me het best moeten liggen
Maar eerst 2019 tot een goed einde brengen. Enkel de Tour de l’Eurométropole en het Herfstcriterium van Oostrozebeke staan nog op het programma van de 23-jarige Warlop. Normaal ging hij ook Paris-Tours betwisten, maar door een operatie op 8 oktober mag hij iets vroeger zijn vakantie inzetten. “Er moet nog een verstopping in mijn keel en sinussen worden weggehaald. Daardoor had ik wat moeite met ademhalen. Zo erg was het niet, maar het is natuurlijk beter als je het niet hebt”, verduidelijkt Warlop.
Profwielrennen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier