De twee sterk(st)e blokken in de koers kleuren West-Vlaams

Brugge-De Panne vormde in 2020 de fantastische afsluiter van een voor de rest wel heel vreemd wielervoorjaar in de herfst. Dit seizoen vinden de klassiekers weer in de lente plaats en krijgen we mogelijk dezelfde taferelen te zien: het Deceuninck-Quick-Step van Patrick Lefevere versus het Alpecin-Fenix van Christoph Roodhooft, twee blokken met een stevige West-Vlaamse inbreng. Een vergelijking.

Deceuninck-Quick-Step maakt deel uit van de WorldTour, telt 30 renners en zou op een budget van 18 miljoen euro draaien. Alpecin-Fenix is een procontinentale ploeg die door eindwinst in de Europe Tour startrecht in alle WorldTour-koersen heeft verworven. Het telt 33 renners en zou op een budget van 9 tot 10 miljoen euro draaien.

Patrick Lefevere (Rumbeke) is de ceo van Deceuninck-Quick-Step. De sportieve leiding bestaat onder meer uit ploegleider Klaas Lodewyck (Kortemark). Lefevere, streng maar correct, verdiende al meer dan zijn strepen. Zijn ploeg is al twee decennia de toonaangevende factor. “Patrick zorgt ervoor dat hij de juiste mensen rond zich heeft om het werk te doen dat hij zelf niet wil of niet kan. En hij is niet bang om iemand opzij te zetten die overbodig is. Patrick is de harde manager die je op dit niveau verwacht”, vertelde Tom Boonen recent in Het Laatste Nieuws .

Philip Roodhooft is algemeen manager van Alpecin-Fenix, broer Christoph Roodhooft sportief manager en Kristof De Kegel , vijf jaar geleden nog de man achter het succesjaar van Timothy Dupont, de performance coach. In de jaren 90 was Christoph bij de Kortrijkse Groeningespurters nog ploegmaat van de jonge Tom Boonen en Stijn Devolder. “Christoph was niet goed genoeg om het als prof te maken”, vertelt toenmalig ploegleider Dirk Demol. “Maar hij was wel heel professioneel met zijn sport bezig en kiemde alles uit. Dat viel toen al op en dat merk je nu ook. Alpecin-Fenix zit goed in elkaar. Die ploeg draait.”

Julian Alaphilippe , Kasper Asgreen , Davide Ballerini , Yves Lampaert (Hulste), Florian Sénéchal en Zdenek Stybar . Zes kandidaat-winnaars, die worden bijgestaan door drie West-Vlaamse werkmieren: Tim Declercq (Houthulst), Stijn Steels (Meulebeke) en Bert Van Lerberghe (Desselgem). Deceuninck-Quick-Step kan in elke klassieker dus op meerdere paarden wedden.

Mathieu van der Poel is de overheersende factor bij Alpecin-Fenix, maar ook Tim Merlier won al belangrijke koersen en Dries De Bondt is de regerende Belgische kampioen op de weg. Deze winter werd zwaar ingekocht om de ploeg in de breedte te versterken, met Silvan Dillier , Xandro Meurisse (Zwevegem) en Jasper Philipsen .

Stybar won al de Omloop en E3 Harelbeke, Asgreen Kuurne-Brussel-Kuurne en Lampaert twee keer Dwars door Vlaanderen. Maar Deceuninck-Quick-Step heeft geen enkele renner die al de Ronde of Parijs-Roubaix kon winnen. Komt daar dit voorjaar verandering in? Alpecin-Fenix heeft een uitmuntend team voor de Vlaamse waaierkoersen, genre Gent-Wevelgem. Voor een wedstrijd als de Ronde en E3 Harelbeke lijkt alle gewicht echter op de schouders van Van der Poel te vallen.

Deceuninck-Quick-Step, met twee hoofdsponsors uit onze provincie, kleurt West-Vlaams: renners, sportieve leiding én omkadering. Opmerkelijk is dat Declercq, Lampaert, Steels en Van Lerberghe tot hetzelfde trainingsgroepje behoren: De Melkerie. Een meerwaarde, vindt ploegleider Tom Steels. “Ze motiveren elkaar en dat scheelt enorm, want die jongens moeten zelden alleen op pad. Ze hebben ook de juiste trainingsmentaliteit. Als ze afspreken, is dat voor een sociale babbel, maar vooral om te trainen. Ook voor hen is trainen lastig, maar vooral aangenaam. Die mannen stuwen elkaar vooruit en maken veel plezier. Belangrijk om het jarenlang vol te houden.”

Alpecin-Fenix telt vijf West-Vlamingen. Floris De Tier (Aarsele) wordt in de Brabantse Pijl en Amstel Gold Race een belangrijke pion voor Van der Poel. Dat geldt eveneens voor Xandro Meurisse, die ook in het Vlaamse werk zijn gading vindt. Jonas Rickaert (Beveren) won vorig jaar Dwars door het Hageland en kan dit voorjaar heel ver komen. Gianni Vermeersch (Klerken) liet al flitsen zien in Gent-Wevelgem en begon zijn wegseizoen met een sterke openingsrit in de UAE Tour. Edward Planckaert (Moen) komt van heel ver terug na een aanrijding op training.

Jonas Rickaert maakte acht jaar geleden, als 19-jarige, zijn profdebuut bij Topsport Vlaanderen in functie van het pisteproject voor de Spelen in Rio. Yves Lampaert vertelde vorig jaar dat zijn trainingsmakker bij De Melkerie, die qua gestalte aan Fabian Cancellara doet denken, er nog meer zijn focus bij moet houden. “Dat klopt misschien wel”, bevestigt Rickaerts trainer Kristof De Kegel. “Je moet veel vertrouwen in Jonas stoppen. We moeten hem soms echt overtuigen dat hij één van de sterkste lead-outs ter wereld kan worden.”

Als Rickaert straks het voorjaar begint zoals hij het vorige beëindigd heeft – een prachtprestatie in Brugge-De Panne – beloven het mooie weken te worden. De vraag is alleen wanneer dat zal zijn, want na de coronabesmetting van een staflid van de ploeg in de UAE Tour moesten hij en Vermeersch tot woensdag in quarantaine. .

nog 1 dag