Sven Vanthourenhout: “Het is leuk om Seppe en Stan te zien koersen”

Sven Vanthourenhout en zonen Seppe en Stan. (foto Joke Couvreur) © JOKE COUVREUR
Tom Vandenbussche

Sven Vanthourenhout (41) stond twee keer op het podium van zowel het WK veldrijden als het BK op de weg. Nu is hij bondscoach en gaf hij de liefde voor de fiets door aan zijn zonen Seppe (16) en Stan (14). “Of ze de koers winnen of 47ste worden, dat maakt voor mij weinig verschil uit.”

Hij veroverde brons op het WK veldrijden in Pontchâteau 2005 en Sankt-Wendel 2006, stond op het podium van het BK op de weg in Vilvoorde 2003 en Knokke-Heist 2008, deelde de kamer met Johan Museeuw en is nu bondscoach van de Belgische crossers en wegrenners. Maar Sven Vanthourenhout zag de voorbije jaren ook zijn twee zonen, Seppe en Stan, in zijn voetsporen treden. Seppe is momenteel eerstejaarsjunior, terwijl Stan als 14-jarige aspirant ook deel uitmaakt van CT Keukens-Buysse uit Knesselare. Toen papa Sven zijn carrière in februari 2016 beëindigde, waren Seppe en Stan respectievelijk 10 en 8 jaar. “We herinneren ons vooral nog dat we elke week naar zijn crossen gingen kijken.” Seppe kan het alleen maar beamen. “Ook al was de cross niet echt ons ding. Daar hebben we nu toch beiden spijt van. Ik cross graag, maar heb niet dezelfde techniek als mijn vader.” Sven knikt. “Toen ik begon te crossen, was ik al jaren al spelend met een fietsje bezig. Seppe en Stan zijn relatief laat begonnen. Stan deed atletiek en voetbal, Seppe atletiek. Ze hebben altijd gesport, maar het heeft er lang naar uitgezien dat ze nooit zouden koersen. Door die achterstand hebben ze te weinig techniek om nog een crosscarrière te ambiëren. Ik heb ook niet het gevoel dat hun interesse daar ligt.”

Gaan jullie soms met zijn drieën fietsen?

(algemene hilariteit)

Sven: (tegen zijn zonen) “Wees maar eerlijk: papa fietst niet veel meer.”

Seppe: “Er is een periode geweest dat we geregeld samen op pad trokken, maar intussen …”

Sven: “… ligt dat ver achter ons. Met Stan zou het nog wel lukken, met Seppe wat minder. Ik fiets gewoon heel weinig. Soms ’s ochtends vroeg eens rap een uurtje, maar zeker niet gestructureerd.”

En wat als jullie met zijn drieën lopen?

Sven: “Ik liep vorige winter op de Kerstloop in Brugge de 6 km met Stan en de 10 met Seppe. Vooraf dachten ze: we gaan papa verslaan. Maar dat is niet gelukt.”

Ik ben helemaal niet streng, maar ik verwacht wel een zekere inzet en een beetje respect

Seppe: “Ik had wel gedacht dat ik hem pijn ging kunnen doen, maar het was eerder omgekeerd. Viel dat tegen…” (algemene hilariteit)

Jullie kregen de wielergenen ook van mama Wendy mee, want opa Rony De Vos was ook een goeie renner. Van wie hebben jullie wat meegekregen?

Stan: “Volgens de familie van mama heb ik veel mee van mijn opa en Seppe heel veel van papa.”

Sven: “Ze hebben veel aan opa Vosje. Seppe heeft eerst veel met hem gefietst, maar ondertussen doet hij opa al een beetje pijn. (glimlacht) Opa wordt natuurlijk ook al een dagje ouder. Maar Stan fietst nog heel veel met hem. Tof, hé. Dat zijn momenten die ze beiden moeten koesteren. Aan opa hebben Stan en Seppe heel veel. Dat is mooi om te zien.”

Sven, hoe zie jij de wielercarrière van je zonen? Ga je altijd kijken naar hun wedstrijden?

Sven: “Als ik kan, ga ik kijken, al gebeurt dat veel te weinig. Ze weten dat ook. Ik ben vooral blij dat ze koersen, want dat brengt automatisch structuur met zich mee en dat zal hen in hun verdere leven nog van pas komen. Ik ben trouwens helemaal niet streng op trainingsvlak, maar ik verwacht wel een zekere inzet en een beetje respect. Hun mama moet zowat elke week met hen naar de koers en de twee opa’s, opa Vosje en opa Ronny, voeren hen ook wel eens. Ik wil dat ze daar appreciatie voor tonen. Maar los daarvan, of ze nu de koers winnen of 47ste worden, dat maakt voor mij weinig verschil uit.”

Is jullie vader een strenge koerspapa of strenge schoolpapa?

Stan: “Eerder een strenge schoolpapa. En terecht. Schoolpunten zijn belangrijk.”

Sven: “Ze weten van mij dat er veel mag en kan. Maar er is altijd een grens. Meestal is het de mama die geregeld aan hun oren trekt, maar als ze papa horen, weten ze dat het nu wel genoeg is.”

Wie mag van jullie Belgisch kampioen op de weg worden?

Stan: “Ik hoop natuurlijk Wout van Aert…”

Seppe: “… maar ik denk dat het Arnaud De Lie wordt.”

Discussiëren jullie daarover met jullie vader?

Seppe: (kijkt zijn vader aan) “Ja, hé?”

Sven: “Ik moet zeggen: het is leuk om hen bezig te zien. Hun interesse in de koers is enorm gegroeid. Als ik ergens op een wedstrijd ben en we telefoneren, gaat het binnen de twee minuten over de koers. Ja, ook als het over selecties gaat.”

En geven ze hun mening?

Sven: (grijnst) “Ze zouden wel eens durven.”

Gaan jullie altijd akkoord met zijn keuzes?

Seppe: “Dat wel.”

Sven: “Ze mogen altijd hun mening geven, ook als ze niet akkoord gaan.”

Bondscoach zijn in België is natuurlijk ook niet altijd even gemakkelijk.

Sven: (glimlacht) “Dat is een feit.”