Mauri Vansevenant, Henri Vandenabeele en Alec Segaert maken zich op voor nieuw wielerseizoen

De focus van Alec Segaert (20) gaat weer voor honderd procent naar de koers. © Facepeeters
Tjorven Messiaen
Tjorven Messiaen Reporter

Een nieuw wielerseizoen betekent ook een nieuwe kans voor onze West-Vlaamse toptalenten om van zich te doen spreken. Mauri Vansevenant (Soudal Quick-Step) en Henri Vandenbeele (Team DSM) willen zich herpakken na een moeilijk jaar, terwijl Alec Segaert (Lotto-Dstny) dit jaar wil proeven van zijn eerste profkoersen.

Alec Segaert (Lotto-Dstny): “Winnen bij de beloften, ervaring opdoen bij de profs”

Vrijdag heeft Alec Segaert (20) nog een laatste examen, maar vanaf dan gaat de focus van de student burgerlijk ingenieur weer voor honderd procent naar de koers. Vorig jaar kwam Segaert als eerstejaar als een komeet binnen bij de beloften. Hij werd in die categorie onder meer Europees en vicewereldkampioen tijdrijden en won ook de prestigieuze Piccolo Lombardia. “Ik was zelf ook heel tevreden over mijn seizoen”, vertelt Segaert. “Ik ben best trots dat ik als eerstejaarsbelofte zulke resultaten kon neerzetten. Mijn persoonlijke hoogtepunt? De tweede plaats op het WK. Al was mijn overwinning in Lombardije dan weer meer onverwacht. Het was fijn om te zien dat ik ook overweg kan met dergelijke koersen.”

Zijn knappe prestaties leverden Segaert uiteindelijk ook een profcontract op bij Lotto-Dstny. Daar zal hij het komende anderhalf jaar deel uitmaken van de belofteploeg, die op continentaal niveau rijdt. “Een ideale situatie”, noemt Segaert het. “Op die manier kan ik geregeld eens een profkoers meepikken, maar kan ik ook nog steeds beloftewedstrijden rijden, wat ideaal is voor mijn ontwikkeling en om de stap naar het profpeloton kleiner te maken. De ploeg en ik delen daarin dezelfde visie, wat zeker een rol speelde in mijn contractverlenging.”

WK in Glasgow

De andere kant van het succes van vorig jaar is evenwel dat de druk dit seizoen ongetwijfeld hoger zal liggen. Al kan Segaert dat wel plaatsen. “Er zal inderdaad meer naar mij gekeken worden, zeker in wedstrijden bij de beloften. Ik merk ook dat mensen van buitenaf meer dingen van mij verwachten, maar dat is oké. Ik leg mezelf die druk ook op. Ik wil zelf ook elk jaar beter doen dan het jaar ervoor en dat is nu niet anders. Op dit moment heb ik al een aantal doelen voor ogen, met het WK tijdrijden in Glasgow (Schotland) als allerbelangrijkste. Al wil ik zeker ook in wedstrijden als Gent-Wevelgem, Parijs-Roubaix en Luik-Bastenaken-Luik meespelen voor de overwinning bij de beloften. Luik-Bastenaken-Luik is bijvoorbeeld een koers waarvoor ik waarschijnlijk wat te zwaar gebouwd ben om op termijn bij de profs te scoren, maar waar ik bij de beloften wel dicht wil proberen eindigen. Dat is alvast het uitgangspunt. Bij de beloften rijd ik om te winnen, om die winning feeling te behouden. In de profkoersen wil ik dan weer vooral ervaring opdoen en zien hoe ver ik kan geraken. Daar ben ik wel heel benieuwd naar, want ik heb me nog nooit eerder kunnen meten met een profpeloton, ook niet in tijdritten.”

Profdebuut in februari

Daar komt binnenkort alvast verandering in, want Segaert start zijn seizoen medio februari in de Tour des Alpes Maritimes et du Var, een driedaagse rittenwedstrijd bij de profs. “Al volgt er van 5 tot en met 14 februari eerst nog een stage met de belofteploeg in het Spaanse Denia. In januari ging ik daar ook al mee op stage met de profs. Een heel leuke ervaring, want je wordt in die groep gegooid en leert iedereen al een beetje kennen. Het is ook het ideale moment om te stelen met de ogen.” Segaert zal dan ook goed voorbereid aan de start staan van de Franse rittenwedstrijd. “Niet dat ik meteen al wil pieken, maar ik wil wel goed beginnen, ja. Het is mijn eerste koers op het hoogste niveau, dus het is nog een beetje koffiedik kijken hoe het zal lopen, maar ik heb een relatief goede winter gehad, dus normaal gezien zal ik wel met een goede vorm aan de start staan.”

Henri Vandenabeele (Team DSM): “Eerste vormpiek in de Giro”

Henri Vandenabeele (22) staat aan de vooravond van zijn tweede seizoen in het profpeloton.
Henri Vandenabeele (22) staat aan de vooravond van zijn tweede seizoen in het profpeloton. © David Ramos Getty Images

Henri Vandenabeele (22) staat aan de vooravond van zijn tweede seizoen in het profpeloton. Vorig seizoen werd door omstandigheden niet helemaal wat hij ervan verwachtte. De Dentergemnaar begon nochtans veelbelovend in de Ronde van Oman en die van Catalonië, maar vanaf mei geraakte Vandenabeele op de sukkel. “Na de Ronde van Catalonië kreeg ik de griep, waarna ik in mei nog eens ziek werd”, blikt hij terug. “Kort daarvoor had ik al een slecht gevoel in de Alpes Isère Tour en de Dauphiné, waarna uiteindelijk bleek dat ik een coronavirus opgelopen had. Geen covid-19, maar wel een andere ziekte. Ik hoopte nadien om via een hoogtestage nog klaar te geraken voor de Vuelta, maar toen ik daar ook nog eens covid-19 kreeg, was mijn seizoen eigenlijk helemaal verloren. Ik kreeg nooit meer het goede gevoel te pakken.”

Hoogtestage

Vandenabeele is het geloof in zichzelf echter niet verloren. “Waarom zou ik? Ik kan me optrekken aan mijn seizoensbegin van vorig jaar. Natuurlijk wilde ik me zo snel mogelijk bewijzen, maar ik kon het op dat moment enkel ondergaan en proberen aanvaarden. Het hielp in dat opzicht wel dat de ploeg zich begripvol opstelde. Ik kreeg de tijd om rustig te herstellen en mocht aan het eind van het seizoen ook nog enkele koersen rijden. Niet per se om te presteren, maar wel om nog wat kilometers en ritme op te doen met het oog op dit seizoen. Nu heb ik ook al een goede winter achter de rug, dus dat is alvast positief.” Toch zal het nog even duren voor we Vandenabeele aan het werk zien. Momenteel is hij immers nog op hoogtestage. “Daardoor heb ik een iets langere voorbereiding en heb ik voldoende tijd om de draad weer op te pikken.”

Net als Evenepoel naar de Giro

Het eerste grote doel voor Vandenabeele wordt de Giro. “Daarvoor rijd ik ook nog andere mooie koersen zoals de Tirreno-Adriatico, de Ronde van het Baskenland en de Ronde van de Alpen, maar mijn eerste echte vormpiek moet er komen in de Giro”, legt hij uit. “Ik zal er in een soort vrijbuitersrol aan de start staan en op etappes mikken. Een goed klassement is nog niet aan de orde.”

In Italië zal Vandenabeele ook generatiegenoot Remco Evenepoel tegenkomen. Hij zal er wél een gooi doen naar de roze trui. Dat Vandenabeele nog niet zo ver staat, stoort hem evenwel niet. “Ik leg mezelf geen druk op. Ik besef zelf ook wel dat Remco een trapje of twee hoger staat dan ik. Zelfs een blinde kon enkele jaren geleden al zien dat hij een topper zou worden. Ik kijk vooral naar mezelf en probeer stapje per stapje progressie te maken, op mijn eigen tempo. Ik hoop wel dat ik ook ooit zal kunnen meestrijden voor overwinningen op het hoogste niveau, maar zeker na het sukkelseizoen van vorig jaar is het nu eerst zaak van een goed gevoel op te doen en dan zien we wel waar we komen.”

Regeltjes

De jonge renner voelt zich alleszins nog steeds in zijn sas bij zijn Nederlandse ploeg Team DSM, die de perceptie heeft van een ploeg te zijn van regeltjes en protocollen. “In de media verschijnen er inderdaad vaak verhalen over de befaamde protocollen van de ploeg, maar dat valt allemaal wel mee hoor”, nuanceert Vandenabeele. “Bij elke ploeg zijn er regeltjes, hé. Er is bij ons ook echt wel ruimte om te doen waar je je goed bij voelt. Ik heb die protocollen trouwens nog niet allemaal gelezen, maar kende nog geen problemen. Het zal dus allemaal wel meevallen zeker?”, lacht hij.

Mauri Vansevenant (Soudal-Quick Step): “Eerst en vooral mezelf weer bewijzen”

Het ging vorig seizoen net iets minder bij Mauri Vansevenant (23).
Het ging vorig seizoen net iets minder bij Mauri Vansevenant (23). © Luc Claessen Getty Images

Na een veelbelovend seizoen als neoprof was het vorig seizoen net iets minder bij Mauri Vansevenant (23). Op stage in de voorbereiding op het seizoen liep het al mis toen hij samen met ploegmaat Rémi Cavagna betrokken raakte bij een ongeval en zijn duim brak. Wat volgde was een seizoen met ups en downs. “Het was inderdaad geen superseizoen”, geeft Vansevant zelf ook toe. “Goede dagen, zoals in Luik-Bastenaken-Luik, wisselden zich af met mindere dagen, zoals in de Giro. Het lukte me maar niet om een constante in mijn prestaties te krijgen.” De Torhoutenaar werd daarbij ook niet geholpen door de omstandigheden. Vansevenant kreeg immers zelf af te rekenen met het coronavirus en ook de ziekenboeg van zijn ploeg Soudal Quick-Step zat in het voorjaar overvol. Daardoor moest er heel vaak geschoven worden in de line-up en moest Vansevenant af en toe onverwachts inspringen. “Het was eigenlijk een opeenstapeling van kleine dingetjes”, vat hij het bondig samen.

Geen roze

Ook in de Giro liep het niet soepel. Al kwam Vansevenant in de eerste week wel erg dicht bij de roze trui. In het slot van de eerste bergetappe richting de top van de Etna kwam hij echter net te kort. “Dat was de grootste ontgoocheling van vorig seizoen”, blikt Vansevenant terug. “Ik was er zo dicht bij… misschien krijg ik wel nooit nog zo’n kans. Maar goed, ik was die dag gewoon niet goed genoeg.” Gelukkig kon hij zich nadien wel optrekken aan een betere zomer en een goed najaar. Zo reed hij goed mee in de Ronde van Slowakije en toonde hij zich ook in de Italiaanse najaarskoersen. “Maar nog belangrijker dan mijn resultaten, was toen vooral dat het gevoel weer goed zat. Ik kon weer vollenbak meekoersen en meedoen in de finale.”

Het is dan ook die lijn die Vansevenant nu wil doortrekken. “Ik moet mezelf weer bewijzen. Elk jaar begin je als renner weer van nul en dat is nu niet anders. Ik ben niet te veel bezig met ambities of doelen, ik wil gewoon presteren en er voor het overige niet te veel over nadenken.” Het moet er dit seizoen dus boenk op zijn. Al wil dat niet zeggen dat Vansevant zichzelf nu extra druk oplegt. “Ik denk niet dat ik daarvan sneller ga fietsen”, is hij nuchter. “Het ene jaar is het andere niet. Het is nu gewoon te hopen dat het beter gaat dan vorig jaar.” De voorbereiding liep alvast goed. “Ik heb een goede winter achter de rug, dus op dat vlak heb ik alvast geen excuses. Al wil dat op zich niets zeggen. Nu moet ik met de pedalen spreken, niet met woorden. Maar ik hoop alvast op een goed begin.”

Strade Bianche, maar geen Giro

Vansevenant reed ondertussen al op Mallorca en binnenkort volgen nog de Ronde van Oman, de Faun-Ardèche Classic en de Faun Drome Classic. Zijn eerste grote doel is evenwel de Strade Bianche begin maart. “Daar wil ik echt in orde zijn. Ik wil die wedstrijd al heel lang eens rijden, want het is een spectaculaire koers waar ik altijd met veel bewondering naar gekeken heb. Ik ben dus wel benieuwd om die koers nu zelf eens te rijden. Sowieso zal dat een machtige ervaring worden.”

Naar de Giro in steun van Remco Evenepoel trekt Vansevenant normaliter niet. “Ik ben voorlopig reserve, net als voor Luik-Bastenaken-Luik. Ergens jammer, maar ik lig er niet wakker van, want ik heb een mooi programma gekregen. Zo rijd ik in die periode normaal de Ronde van Romandië. Er kan in tussentijd natuurlijk ook nog veel veranderen, hé. Maar nogmaals: ik moet me nu eerst en vooral weer bewijzen. De rest wijst zichzelf wel uit.”