Zondag viert Fabio Jakobsen na acht maanden en zes dagen zijn terugkeer in competitie in de Ronde van Turkije. Op 8 mei doet Remco Evenepoel in de Giro hetzelfde na negen maanden en 24 dagen. Klaas Lodewyck, ploegleider bij Deceuninck-Quick-Step, maakte de vreselijke smak van zijn twee renners van dichtbij mee. “Het belangrijkste is dat ze er weer bij zijn zoals ze er vroeger bij waren.” Een monoloog.
“Fabio Jakobsen ken ik al van bij de beloften. Hij was de snelle man van SEG Racing, terwijl ik als ploegleider van de jongerenploeg van BMC Bram Welten en Jasper Philipsen als sprinters onder me had. Fabio was een concurrent, maar toen al zag je dat hij veel potentieel had. En een vriendelijke gast was. Zoals iedereen hem nu kent: spontaan, direct en makkelijk in de omgang, zoals elke Nederlander. Remco Evenepoel is op hetzelfde moment als ik bij de ploeg toegekomen. Elke ploegleider bij ons heeft een aantal renners die hij van dicht moet opvolgen. Bij mij zijn dat Shane Archbold, James Knox, Pieter Serry en Remco Evenepoel. Met hen heb ik het vaakst contact.”
Gevaarlijke finish
“Brian Holm en ik waren vorige zomer de ploegleiders van dienst in de Ronde van Polen. Het doel was duidelijk: met Fabio mikten we op ritwinst in de sprints en met Remco wilden we ook voor de eindzege gaan. De eerste rit was er eentje voor de sprinters. Ik kende die aankomst al en wist dat het een gevaarlijke finish was. Ik wist ook hoe belangrijk het was om aan het laatste rondpunt in goeie positie te zitten. Onze renners zaten daar ideaal, maar wat daarna gebeurde, is iets wat je niet zelf in handen hebt. Ploegdokter Yvan Vanmol en ik zaten in de wagen en zagen de jongens in goeie positie zitten, maar toen moesten we een omleiding volgen en zoals negen op de tien keer viel ons schermpje in de auto net dan uit. Plots kregen we weer beeld en zagen we dat er een val was, maar we wisten nog niet of het ernstig was. Daarna zagen we renners van andere teams aan onze auto passeren en hadden we al een idee van de impact. Even later ben ik zelf te voet naar de aankomst gegaan en besefte ik meteen de ernst van de situatie. Er was veel stress. Gelukkig was het hotel niet ver en kon ik naar daar wandelen. Het eerste wat ik deed, was mijn vriendin bellen. Ik zei: het kan zijn dat je me vanavond niet meer zal horen, want er zal hier redelijk wat te doen zijn . In het hotel hebben veel collega’s van andere teams gezegd dat ze wilden helpen als ze iets konden doen. Vervolgens belde Yvan dat ik naar het ziekenhuis kon komen. Daar hebben we gewacht. Lang gewacht. Tot we iets van positief nieuws te horen kregen: dat Fabio waarschijnlijk niet verlamd zou zijn en er geen grote hersenschade was.”
“Intussen waren we ook in contact met Patrick Lefevere. Hij ging de ouders en de psycholoog van de ploeg naar Polen laten overvliegen. Dan moet je weten wat je gaat doen. Brian was in het hotel gebleven om de rit van de dag erna voor te bereiden. Yvan en ik zijn laat, rond 23 uur, in het hotel aangekomen en hebben alle renners en personeel bijeengeroepen. Eerst heeft Yvan uitgelegd hoe Fabio’s situatie was. Iedereen was in shock en er zijn serieus wat traantjes gevloeid. Bij renners en bij het personeel. Ik heb gezegd: jongens, we gaan verder en morgen zien we de familie van Fabio . De ochtend erna vroeg ik aan de familie of het voor hen oké was als we in koers zouden blijven. Dat was goed voor hen. Het was niet de makkelijkste dag, maar het zou nog moeilijker geweest zijn om naar huis te gaan en het op ons eentje te verwerken. Iedereen sprak met de psycholoog en zo konden we het verwerkingsproces toch ergens starten. Ik denk dat ik, na de val van Fabio, zo’n 48 uur aan een stuk wakker ben geweest. Op adrenaline. Je valt in slaap. Je schiet wakker. Je twijfelt: pak ik het wel goed aan? Gelukkig was Yvan er. Hij was van grote waarde. Dat we in groep waren, was ook van groot belang, want zo konden we ’s avonds samen iets drinken. Iedereen steunde iedereen. We namen toen de beslissing om vol voor het klassement te gaan. Het was het beste dat we konden doen.”
Rugnummer van Fabio
“Op een bepaald moment kwam Remco naar mij: Klaas, ik wil hier niet meer voor een klassement gaan en ga me gewoon op kop van het peloton zetten en trainen . Daarop heb ik geantwoord: als je dat doet, verliest iedereen binnen de ploeg zijn focus. Blijf gewoon rustig en als je wilt, gaan we vroeg aanvallen . Zo hebben we het gedaan en uiteindelijk hebben we de Ronde van Polen nog afgesloten met een ritzege van Remco, een ritzege van Ballerini en de eindzege van Remco. De dag dat hij won, vroeg Remco: ik wil het rugnummer van Fabio voor in mijn achterzak, want ik wil de rit winnen en dat aan de finish tonen . Ik zei: ik vind dat prachtig van jou, maar je vraagt het best aan iemand anders . Ik had al een paar dagen niet geslapen, wilde gefocust blijven en me niet ook nog eens daarmee moeten bezighouden. Ik had er een slecht gevoel bij dat, als ik het zou regelen, het als een boemerang zou terugkomen. Toen heeft iemand anders het geregeld en voerde Remco dat straf nummer op. Puur op emotie. Veel herinner ik me er niet meer van. Enkel mecanicien Kurt Roose zei af en toe dat ik rustig moest blijven. Omdat zijn voorsprong anderhalve minuut bedroeg en ik met de auto tot bij Remco mocht, wilde ik zo vlug mogelijk naar voren om hem te ondersteunen. Toen haalde hij dat rugnummer van Fabio uit zijn achterzak. Een prachtig moment. Eerst zit je zo diep, omdat je denkt dat je één van je renners verliest. En dan plots zoiets. Van het grootste dieptepunt naar alle stress die heel even van je afvalt. Pure emotie.”
Babbelen met Fabio
“In Polen heb ik een paar keer met Fabio’s familie aan tafel gezeten. Zelf heb ik niet veel gepraat, wel vooral geluisterd. Pas een hele tijd later ben ik Fabio thuis gaan bezoeken. Ik heb het er sinds die val altijd moeilijk mee om hem te contacteren of met hem te babbelen. Ik zag hem op de ploegstage en dat deed me enorm veel deugd. Onlangs heb ik hem gebeld en hebben we erover gepraat. Ik zei: het zijn precies emoties die altijd maar terugkomen, maar met weer koersen te doen en samen op stap te zijn, zal dat wel vervagen . Het is iets wat ik nooit zal vergeten. Toen ik commentaren van bepaalde wieleranalisten hoorde, ben ik ook serieus gefrustreerd geweest. Ik las en hoorde dat Fabio vanuit de ploegleidersauto zogezegd te veel gepusht werd. Toen had ik iets van: jullie weten echt niet meer hoe het er in een sprint in het hedendaagse wielrennen aan toe gaat. Die commentaren waren echt niet relevant, maar op een bepaald moment heb ik het toch achter me moeten laten. Er hebben maar weinig mensen schuld aan die val, behalve degene die het ongeluk veroorzaakt heeft, denk ik. Ik wil wel geen zelfmedelijden opwekken. Wat Fabio meegemaakt heeft, is zoveel keer erger. Het belangrijkste is nu dat hij erbovenop komt en weer bij ons is zoals hij vroeger bij ons was.”
“Amper tien dagen na de val van Fabio was er de val van Remco in Lombardije. Ik zat thuis voor mijn tv. Plots was hij weg en zag je die fiets staan. Dan weet je: dit is niet goed. Machteloos voelde ik me. Neen, ik heb toen niemand van de ploeg proberen te bereiken. Dat is iets wat ik zelf het meest van al haat, als je zelf in zo’n situatie zit en mensen je voortdurend proberen te bereiken. Ik had dat in Polen ook meegemaakt. Mijn gsm stond roodgloeiend. De enige die ik gebeld heb, was Patrick, om te zeggen dat de situatie ernstig was. Maar voor de rest heb ik geen enkele oproep beantwoord. Op zo’n moment heb je andere zaken aan je hoofd.”
“Zowel voor Fabio als voor Remco wachtte een lange periode zonder competitie. Ik heb dat door die hartproblemen als renner zelf ook meegemaakt. Alleen had ik enkel steun van mijn familie en van één of twee mensen binnen de ploeg (BCM, red.) . Dat was het. Ik werd aan mijn lot overgelaten. Bij Deceuninck-Quick-Step is dat helemaal anders. We proberen het maximale voor de renners te doen en hen niet aan hun lot over te laten. Fabio’s herstel is mentaal zwaarder geweest, denk ik, omdat er bij al zijn operaties heel veel pijn aan te pas is gekomen. Voor Remco was het ook lastig, maar bij hem waren er geen grote ingrepen nodig. En wist je: blijf rustig, houd je aan je schema en alles komt goed. Bij Fabio was de situatie heel kritiek. Het kon veel slechter afgelopen zijn.”
“Zondag rijdt Fabio zijn eerste koers sinds 5 augustus 2020. Ik heb Fabio net na zijn val gezien. Als ik daaraan terugdenk, heb ik zoiets van: op menselijk vlak ben ik al blij dat hij er weer bij is en opnieuw kan koersen. Hoop ik dat hij zijn allerbeste niveau weer haalt? Ja. Haalt hij dat opnieuw? Daar ben ik van overtuigd. Lukt dat niet, dan is het maar zo. De Ronde van Turkije is voor Fabio de ideale wedstrijd om weer in competitie te komen en het pelotongevoel terug te vinden. Als dat lukt, is dat een pluspunt. Lukt het niet, so be it . Wanneer hij zich weer in een sprint zal mengen, valt af te wachten. Eerst moet de conditie goed genoeg zijn. Fabio is nuchter genoeg om dat te beseffen. Als hij dat zelf aangeeft, zullen we zien wat er mogelijk is.”
Giro met Evenepoel
“Ook van Remco ben ik overtuigd dat hij zijn niveau van voor die val zal terugvinden. Waarschijnlijk wordt hij zelfs nog beter. Straks, in mei, ben ik in de Giro zijn ploegleider als hij zijn eerste grote ronde aansnijdt. Remco heeft het potentieel en het karakter om de eerste Belgische winnaar van een grote ronde sinds lang te worden. Maar het wordt een leerschool, zeker na wat hij meegemaakt heeft. Daarna moeten we bijsturen en kunnen we in 2022 met een frisse kop en misschien met nog iets meer ambitie aan de start van een grote ronde verschijnen.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier