Ondertussen veertien jaar geleden snelde Guillaume Van Keirsbulck naar de zege in Parijs-Roubaix voor junioren. Prompt werd hij de nieuwe Tom Boonen gedoopt. Die belofte maakte hij nooit helemaal waar, maar zondag staat hij wel, na een turbulente carrière op en naast de fiets, voor de tiende keer aan de start bij de profs. Nog steeds dromend van glorie in de helleklassieker, maar niet blind voor alles wat in zijn carrière niet gelopen is zoals gepland. “Ik verdiende te jong, te veel geld.”
Guillaume Van Keirsbulck is bezig aan een degelijk voorjaar. Meermaals trok hij in de aanval, waar hij telkens een van de grote motoren van de ontsnapping was. Helemaal tevreden is hij niet – “De resultaten konden beter”-, maar met de vorm van Van Keirsbulck, die sinds dit seizoen voor Bingoal WB uitkomt, lijkt het wel goed te zitten.
Opnieuw kopman
“Ik ben ook wel graag bij de ploeg. Ik kan hier weer iets meer mijn ding doen dan de afgelopen jaren bij Alpecin. Al is het wel anders koersen. Als kleinere ploeg is het immers niet evident om je plek in het peloton op te eisen. Het is iets meer vechten voor de juiste positie. Ook is het opnieuw wat wennen aan het kopmanschap. Knecht zijn is gemakkelijker: als je je taak vervuld hebt, mag je tevreden zijn en hoef je gewoon nog rustig binnen te bollen. Als kopman moet je evenwel blijven vechten voor het hoogst haalbare. Evident is dat niet, zeker niet als je ziet tegen wie je moet knokken… Die jonge gasten die overkomen, rijden steeds rapper!”
Nochtans kwam ook Van Keirsbulck op amper 19-jarige leeftijd als een komeet binnen in het profpeloton. “Toen was dat nog een uitzondering, hé! Nu is het de normaalste zaak van de wereld geworden dat een negentienjarige een profcontract krijgt. Toen ik de overstap naar de profs maakte, trainde ik nog niet zo veel en koerste ik vooral voor de fun. Nu zijn ze echter al van bij de nieuwelingen professioneel bezig. Of ik dat een goede evolutie vind? Goh, het is vooral anders. Je merkt dat die jongens het niveau meteen aankunnen, dat was vroeger anders. Dan hadden jongeren vaak een aantal jaar nodig om zich aan te passen aan het niveau bij de profs. Ik was daarin een beetje een uitzondering. Maar pas op: als ik er nu op terugkijk, had ik het ook wel anders aangepakt hoor. Ik ben toen direct naar Quick-Step gegaan, dat was mijn droomploeg en Patrick Lefevere was een goede vriend van mijn opa (oud-wereldkampioen Benoni Beheyt, red.), maar mocht ik alles opnieuw kunnen doen, zou ik misschien eerder kiezen voor een ploeg als Topsport-Vlaanderen, een doorgroeiploeg waar ik wat vaker voor eigen rekening zou kunnen rijden.”
‘De nieuwe Tom Boonen’
“Die stap naar Quick-Step zorgde ook dat de druk op mijn schouders meteen groot was. Meteen was ik de nieuwe Tom Boonen. En het probleem is: als jonge gast geloof je dat ook. Alleen bleek al snel dat het allemaal zo simpel niet is.”
“Als jonge gast geloof je dat je de nieuwe Tom Boonen bent. Maar dat bleek toch niet zo simpel”
In de eerste jaren van zijn carrière kreeg Van Keirsbulck dan ook op én naast de fiets stevige tegenslagen te verwerken. Zo was er in 2011 bijvoorbeeld het overlijden van zijn toenmalige vriendin, die voor de ogen van Van Keirsbulck om het leven kwam bij een auto-ongeluk. “Iets wat als jonge gast niet ideaal is om mee te maken natuurlijk. Uiteindelijk heb ik dat allemaal wel een plaats kunnen geven, maar zoiets tekent iemand toch en heeft waarschijnlijk wel invloed gehad op mijn carrière. Al heeft het me als mens ook wel sterker gemaakt. Ik ben nu erg gelukkig en koester veel meer wat ik heb, want je weet nooit hoe het leven uitdraait.
”
Sportief volgde enkele jaren later een nieuwe tegenslag. Een hernia hield Van Keirsbulck, net op het moment dat zijn talent weer meer kwam bovendrijven, een half jaar van de fiets. “En sindsdien kwam het nooit meer helemaal goed. Mijn rug is sindsdien iets teer geworden en ik heb nooit meer de power gehad die ik voordien had.”
180 graden gedraaid
Die tegenslag had ook zijn weerbots op het privéleven van Van Keirsbulck. In die periode deden immers ook verhalen de ronde dat hij niet bepaald als een modelprof leefde. “Die verhalen kloppen ook wel, het was inderdaad problematisch. Ik had veel talent, moest niet veel doen om goed te zijn en verdiende te jong, te veel geld. Ik leefde aan honderd procent, alsof elke dag de laatste kon zijn. En dan kwam ik inderdaad stoten tegen zoals dronken een ongeluk veroorzaken. Het was van de ene miserie in de andere.”
“Hoeveel van die Van Keirsbulck er nu nog in mij zit? Niets meer, denk ik. Het CCC-verhaal, waarbij ik maanden zonder ploeg zat, heeft me in dat opzicht wakker geschud. Achteraf gezien is dat een erg goede les geweest. Die periode was heel zwaar, maar het heeft me wel geleerd om mijn leven weer in handen te nemen, alles wat niet belangrijk is, weg te doen – mijn Porsche was zelfs het eerste dat ik verkocht – en volle bak voor de koers te gaan leven. Ik ben in dat opzicht 180 graden gedraaid.”
Giulio
“En daarin speelde ook Taïsa een grote rol. Sinds ik haar ken, ben ik verstandig geworden en ben ik niet meer de halve zot die continu uitgaat. We zijn nu 4,5 jaar samen en ik ben in die periode misschien twee of drie keer uit geweest. Ik leef nu voor haar, voor ons zoontje Giulio en voor de koers. Zij zijn heel erg belangrijk voor mij, ja. Taïsa heeft me altijd gesteund en heeft altijd in me geloofd. Nochtans hebben we ook hele moeilijke periodes gehad. In de periode dat ik zonder ploeg zat, hadden we net een huis gekocht, lukte het niet om zwanger te worden, doorliepen we een IVF-traject, had Taïsa een miskraam en een buitenbaarmoederlijke zwangerschap… Het kwam allemaal samen, wat maakte dat het voor ons allebei een enorm zware periode was. Maar kijk: plots vond ik toch een ploeg én raakte ze zwanger. Alles viel weer in z’n plooi. En nu Giulio er is, staat alles in het teken van hem natuurlijk.” (glundert)
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
“Door alles wat ik meegemaakt heb, geniet ik nu ook veel meer. Ik train weer supergraag en doe er ook alles voor, want ik wil nog zo lang mogelijk koersen. Al komt Giulio wel op de eerste plaats. Maandag had hij bijvoorbeeld een oorontsteking, wel dan ga ik éérst met hem naar de dokter en ga ik pas daarna trainen. Hij is mijn prioriteit. Dat manneke is alles voor mij. Hij helpt me ook om alles te relativeren. Als de koers bijvoorbeeld minder is geweest en je komt thuis, dan doet dat lachje veel, hé.”
Het maakt dat de sterren voor Van Keirsbulck gunstig staan om na al die jaren een goed resultaat neer te zetten in de Hel van het Noorden. Maar wat is nu het strijdplan van Van Keirsbulck? “Dat weet ik eigenlijk nog niet. Ik zou wel graag mee zijn in de ontsnapping, dat is toch iets aangenamer koersen, maar dan hoop ik wel sneller weg te geraken dan vorige zondag. Een scenario zoals Tom Devriendt vorig jaar zou ideaal zijn. Parijs-Roubaix is mijn lievelingskoers. Ik droom er nog steeds van om eens op dat podium te staan, maar de kansen worden elk jaar kleiner natuurlijk. Met een plek bij de eerste vijftien zou ik zondag al heel tevreden zijn.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier