Hij won twee keer de Ronde van Vlaanderen en werd drie keer Belgisch kampioen op de weg. Zij won in 2010 als eerste Belgische ooit de Ronde van Vlaanderen bij de dames. Stijn Devolder en Grace Verbeke zijn de laatste West-Vlaamse winnaars van Vlaanderens Mooiste. Wij brachten hen aan de vooravond van de 107de editie van de Ronde samen voor een dubbelgesprek. Over de magie van de Ronde, de liefde voor de fiets en de moeilijkheid om te stoppen met koersen. “Die beslissing was de moeilijkste die ik ooit heb moeten nemen.”
Met twee oud-winnaars van de Ronde van Vlaanderen door het wielermuseum KOERS in Roeselare struinen, dat is zoeken naar memorabilia van beide oud-renners. De buit? Een truitje van Stijn Devolder van in zijn laatste jaar bij Corendon-Circus, het huidige Alpecin-Deceuninck, en de trofee van Flandrienne van Grace Verbeke. “Ik was zelfs vergeten dat die hier stond”, lacht ze als we haar de trofee aanwijzen. “Wist je trouwens dat die heel erg lijkt op de trofee die je krijgt als je de Ronde wint?”
De Ronde van Vlaanderen, is dat voor jullie, net als voor de rest van koersminnend Vlaanderen ook dé absolute hoogdag?
In koor: “Uiteraard.”
Stijn: “Voor mij gaat er niets boven de Ronde. De opbouw naar die wedstrijd vind ik ook zalig. De Omloop, Kuurne-Brussel-Kuurne, de E3, Gent-Wevelgem, Dwars door Vlaanderen: bij elke koers begint het net iets meer te kriebelen, tot het met de Ronde van Vlaanderen tot een climax komt.”
Grace: “Toen ik nog renster was, keek ik daags voordien zelfs naar het verslag van de Ronde voor wielertoeristen. Ik keek zo hard uit naar die wedstrijd dat ik geboeid zat te kijken naar hoe de toeristen het er vanaf brachten.” (lacht)
Stijn: “De dag van de Ronde gaat de televisie ook van ’s morgens aan. Vaak denk ik dan: Ik ga even kijken naar de voorbeschouwing en als ze dan gestart zijn, zal ik tussendoor nog dit of dat doen. Maar dat komt er uiteindelijk nooit van, want dan blijf ik gewoon kijken.”
Dit jaar start de Ronde voor het eerst sinds 2016 opnieuw in Brugge. Zijn jullie daar blij om?
Stijn: “Waar de start ligt, maakt me eigenlijk weinig uit. Wel is het zo dat we nu weer een totaal andere aanloop zullen krijgen dan de vorige jaren. Met een start in Brugge doe je nadien immers al die West-Vlaamse dorpen aan en als je dan achteraan het peloton rijdt, zit je een halve kilometer achter op de eerste renners omdat het continu draaien en keren is. Met de start in Ant-werpen is het veel meer rechttoe rechtaan op brede wegen.”
Grace: “Eigenlijk is het parcours van de Ronde niet meer te vergelijken met het parcours van vroeger. Toen wonnen wij nog op het oude parcours.”
Juist, in 2013 onderging het parcours van Vlaanderens Mooiste, en dan vooral de finale, een gedaanteverwisseling. Vonden jullie dat, als winnaars op het oude parcours, jammer?
Stijn: “In het begin vond ik dat wel jammer, ja. Ik had het daar veel moeilijker mee dan toen de startplaats een paar jaar later naar Antwerpen verhuisde. Ook vandaag vind ik het oude parcours trouwens nog steeds mooier. Heroïscher ook.”
Grace: “Daar volg ik je wel in. Maar op den duur neem je er wel vrede mee. De Ronde blijft de Ronde, hé. Qua parcours is de Ronde dan wel veranderd, de beleving en het gevoel zijn nog steeds hetzelfde.”
Is jullie zege in de Ronde het hoogtepunt uit jullie carrière?
Grace: “Absoluut. Ik heb nog mooie dingen verwezenlijkt in mijn carrière, maar mijn overwinning in de Ronde steekt er ver bovenuit.”
Stijn: “Dat kan ik enkel maar beamen. Ik heb de Ronde uiteindelijk twee keer gewonnen, maar zelfs met één zege was mijn carrière al geslaagd geweest.”
Grace: “Ik herinner me ook nog nagenoeg alles van die dag en heb die koers in mijn gedachten nog talloze keren opnieuw gereden. Na die overwinning leefde ik nog een week lang op een wolk.”
Stijn: “Al vervaagt dat na een tijdje ook wel. Mijn twee trofeeën staan in een kast in de living, maar ik heb er waarschijnlijk al een half jaar niet meer naar omgekeken. De herinnering op zich is wel nog speciaal, maar daarom hoef ik niet elke dag nog naar die trofee te kijken.”
“Zelfs als ik maar één keer de Ronde had gewonnen, was mijn carrière geslaagd” – Stijn Devolder
Grace: “Ik zou zelfs niet weten waar mijn trofee is. (lacht) Lange tijd heb ik zelfs niets van aandenkens aan mijn wielercarrière in mijn huis gehad. Mijn schoonvader wel. Hij heeft thuis op zolder een soort minimuseum met al mijn truien en bekers.”
Grace Verbeke (38) is afkomstig uit Snaaskerke (Gistel) en koerste van 2007 tot en met 2014 op het hoogste niveau. Haar grootste succes behaalde ze in 2010 door de Ronde van Vlaanderen te winnen. Na haar carrière ging Verbeke aan de slag in het onderwijs als leerkracht verzorging. Sinds dit seizoen is ze ook ploegleidster bij Lotto-Dstny Ladies.
Grace, jij won de Ronde in een tijdperk dat het vrouwenwielrennen nog in haar kinderschoenen stond. Steekt het soms dat je toen nooit het podium hebt gekregen dat Stijn bijvoorbeeld wel kreeg?
Grace: “Totaal niet. Ik krijg die vraag regelmatig, maar ik antwoord altijd hetzelfde: ik was toen heel content met mijn zege en was allang gelukkig dat ik de kans kreeg om te koersen. Ik voel dan ook helemaal geen rancune of jaloezie. Integendeel. Ik vind het alleen maar positief dat het vrouwenwielrennen vandaag zo boomt, want de sport is in niets meer te vergelijken met toen ik nog fietste. Wedstrijden als Luik-Bastenaken-Luik of Parijs-Roubaix bestonden toen nog niet eens voor vrouwen. Ze rijden vandaag ook vijf kilometer per uur sneller dan toen. Het vrouwenwielrennen is op alle vlakken enorm geprofessionaliseerd en dat juich ik alleen maar toe.”
Hoe belangrijk was de zege van Lotte Kopecky vorig jaar in die evolutie?
Grace: “Enorm belangrijk. Met Jolien D’hoore begon het allemaal al wat meer te leven, maar dankzij de prestaties van Lotte is het helemaal vertrokken.”
Een jaar na jouw zege, Grace, zat je carrière er nagenoeg op door lichamelijke problemen. En dat op amper 26-jarige leeftijd. Had het anders gelopen mocht het vrouwenwielrennen toen even ver gestaan hebben als vandaag?
Grace: “Dat denk ik wel ja. In de eerste plaats zou ik al niet zo diep weggezakt zijn. In de nasleep van een trainingsongeval heb ik mijn lichaam toen een jaar lang uitgeput, waarna achteraf bleek dat ik het cytomegalovirus had. Ik was mijn lichaam eigenlijk continu aan het uitwringen, zonder dat ik het doorhad. Ik bleef koersen, ik bleef trainen. Ik merkte wel dat ik vermoeider was dan anders, maar ik reed nog steeds goede wedstrijden, dus stelde ik me niet al te veel vragen. Met de begeleiding van vandaag zouden mijn problemen veel sneller opgemerkt geweest zijn.”
En dan had je misschien wel zoals Stijn tot aan je veertigste kunnen koersen.
Grace: “Zolang had ik het nu ook weer niet volgehouden!” (lacht)
Hoe moeilijk is het om met je beste jaren in het verschiet te moeten stoppen?
Grace: “Enorm moeilijk. Dat was mentaal een heel zware periode. Ik ben zelfs nog even teruggekeerd naar het peloton, maar het was niet meer hetzelfde. De manier waarop mijn carrière geëindigd is, heeft lange tijd gewrongen. Ik keek in de jaren nadien altijd met een haat-liefdeverhouding naar de koers.”
“Stoppen met koersen en een sabbatjaar nemen. Dat is het slechtste wat je kan doen” – Grace Verbeke
Was dat voor jou anders, Stijn? Jij besliste immers wel zelf om ermee te stoppen.
Stijn: “Dat is waar, maar ik herken me wel in wat Grace zegt. Ik mocht dan wel al veertig zijn, ik was het koersen allesbehalve beu. Alleen moet je op den duur wel beseffen dat die leeftijd er is en dat het stilaan wel eens tijd wordt om te stoppen. Je kan niet blijven doordoen, hé. In dat opzicht was het ook een eigen keuze om te stoppen, al wil dat niet zeggen dat die keuze van harte was. Integendeel. Het was de moeilijkste beslissing die ik in mijn leven al heb moeten nemen. En het blijft ook aan je knagen. Ik herinner me bijvoorbeeld nog dat ik in het eerste voorjaar nadat ik gestopt was, ging kijken naar de Omloop het Nieuwsblad. Toen de renners me passeerden, moest ik echt naar adem happen. Toen pas kwam immers het besef dat het écht gedaan was. Ik had er fysiek last van en had toen eigenlijk geluk dat de coronapandemie uitbrak en alle koersen afgelast werden. Dat maakte het voor mij wel iets gemakkelijker. Ik was waarschijnlijk de enige Vlaming die blij was dat er dat voorjaar geen koersen meer waren.” (lacht)
Stijn Devolder (43) komt uit Deerlijk en was maar liefst 19 jaar profwielrenner alvorens hij in 2019 zijn afscheid aankondigde. In die periode won hij niet alleen twee keer de Ronde, maar werd hij ook drie keer Belgisch kampioen. Hij reed onder meer voor Discovery Channel, Quick-Step, Vacansoleil, RadioShack en Trek. Na zijn wielercarrière ging Devolder aan de slag als loonwerker bij een aardappelverwerkend bedrijf. Komend weekend wordt hij ook benoemd tot ereburger van Deerlijk.
Wat maakt stoppen dan zo moeilijk?
Stijn: “Het feit dat plots alles wegvalt. Je hebt je laatste koers gereden en plots is al je houvast weg en sta je er alleen voor. De structuur van een ploeg, de verantwoording die je moest afleggen over trainingen en je voeding, de trainingsstages. Tijdens je carrière word je in alles tot in de puntjes begeleid, maar eens je stopt is het bij wijze van spreken van trek je plan.”
Grace: “Het zit hem ook in de kleine dingen. De sessies met de verzorger, de praatjes met de mechanieker, het samenzijn met de ploegmaats… Toen ik net gestopt was, was ik zwanger en zat ik de hele dag thuis. Ik had die periode soms écht het gevoel dat de muren op mij afkwamen. Dat ik mijn carrière dan ook nog eens niet kon afsluiten zoals ik het wilde, knaagde daarbij enorm. Gelukkig dat het kindje er dan vrij snel was, zodat ik die leegte op die manier toch wat kon vullen. Al blijft dat in een hoekje wel aan je vreten hoor.”
Is dat dan het beruchte zwarte gat?
Grace: “Zeker en vast. Diegenen die beslissen om te stoppen en een sabbatjaar nemen: dat is volgens mij zowat het slechtste dat je kan doen.”
Stijn: “Dat denk ik ook. Je moet echt wel meteen iets hebben om je mee bezig te houden. Ik ben bijvoorbeeld meteen in een nieuwe passie gesprongen als loonwerker bij een aardappelverwerkend bedrijf. Ik ben in het plantseizoen nu bezig van 4 uur ’s ochtends tot rond 22 uur. Pittig, maar dat vind ik goed. Dan ben ik bezig, moet ik me concentreren en heb ik niet veel tijd om na te denken. Het is lastig, maar toch minder lastig dan het coureursleven.”
Hoe ver ligt het leven van wielrenner nu achter jullie?
Grace: “Nu ik sinds vorig jaar ploegleider ben, is dat leven logischerwijs weer wat dichterbij gekomen, maar er zijn in die jaren daartussen echt wel periodes geweest waar het wielrennen ver van me af stond. Ik keek wel naar de koers, maar vanop een afstand. Pas door na een tijdje zelf weer te beginnen fietsen, kwam de liefde en de passie voor de koers wat terug. Nu heb ik daar een goed evenwicht in gevonden: ik heb mijn job als ploegleidster bij Lotto-Dstny, waarin ik jonge renners begeleid, en ik heb mijn job in het onderwijs, waar ik les geef in de richting verzorging. Een fijne combinatie.”
“Het gevoel dat je hebt als je de Ronde wint, is met niets te vergelijken” – Stijn Devolder
Stijn: “Doordat mijn zoon nu ook koerst, komt het logischerwijs opnieuw wat dichter. En dat vind ik ook helemaal niet erg. Ik ga geregeld mee trainen en heb nu opnieuw iets om elk weekend naar uit te kijken. Ik sluit trouwens ook de deur niet voor een terugkeer naar de koers, maar dan moet het wel iets zijn waar ik me volledig in kan vinden. ”
Kan er iets tippen aan het winnen van de Ronde van Vlaanderen?
Grace: “Nee. Het enige wat daarbij in de buurt kwam, was de geboorte van mijn kinderen. Nu als ploegleidster ben ik bijvoorbeeld wel gepassioneerd en zal ik ook blij zijn als een van mijn meisjes het goed doet, maar het zal toch niet hetzelfde zijn. Zelf een grote wedstrijd winnen, is qua beleving en euforie echt next level.”
Stijn: “Het is in niets te vergelijken. Wat ik nu doe, is plezant, maar als je een koers wint… Ja, dan leef je een week lang op een wolk, hé.”
Is dat niet pijnlijk om te beseffen? Weten dat je nooit meer zo’n gevoel van extase zal meemaken als bij die overwinningen in de Ronde.
Grace: “Goh. Ik heb daar weinig problemen mee. Ik ben vooral content dat ik het überhaupt ooit heb mogen meemaken. Er zijn immers veel mensen die nooit zo’n gevoel van euforie zullen ervaren. Uiteraard zal ik wel voldoening voelen als ik iemand kan begeleiden die ook zo’n prestatie levert, maar hetzelfde gevoel van euforie dan als je zelf wint? Dat nooit. Al zoek je onbewust wel naar manieren om dat gevoel op te wekken.”
Stijn: “Ik denk wel dat als mijn zoon een koers zal winnen, dat ik dan een vergelijkbaar gevoel van euforie zal voelen.”
Jullie fietsen allebei nog heel veel. Wat maakt dat jullie die fiets maar niet kunnen loslaten?
Stijn: “De fiets loslaten? Nooit. De fiets is altijd mijn leven geweest. Het competitie-element mag dan wel verdwenen zijn, toch heb ik nog steeds datzelfde gevoel als ik een ritje maak. Het is een gevoel van vrijheid, het onderweg zijn in eigen streek. De snelheid doet er dan zelfs niet meer toe. Ik vraag me zelfs af waarom ik eigenlijk nog een kilometerteller heb. Het draait nu nog meer dan tijdens mijn carrière puur om het gevoel.”
Grace: “Het gaat inderdaad puur om de beleving van het fietsen, van het ronddraaien van je benen. Dat maakt het ook zo fijn. Ik rijd nu nog vaak beachraces, omdat ik er mijn ei in kwijt kan.”
Mogen jullie kinderen profwielrenner worden?
Stijn: “Vroeger toen ik zelf koerste, had ik nee gezegd. Nu is dat evenwel een ander verhaal. Het is afzien en het is gevaarlijk, maar nu hij begonnen is… Hij doet het graag en ik geniet ervan om hem bezig te zien. Hij is ook ambitieus, dus nu probeer ik hem vooral zaken bij te brengen zodat hij niet dezelfde fouten maakt die ik gemaakt heb.”
Grace: “Mij maakt het eerlijk gezegd niet uit wat ze nu doen. Nu voetballen ze allebei en ze doen het graag, maar mochten ze over een paar jaar zeggen dat ze willen koersen, dan hebben ze mijn zegen. Ze hebben het thuis altijd gezien, hé.”
Slotvraagje: wie wint zondag de Ronde van Vlaanderen?
Stijn: “Bij de vrouwen zal het wel Kopecky zijn, zeker?”
Grace: “Van mij mag het Annemiek van Vleuten zijn. Ze werd tiende in het jaar dat ik won. Het zou mijn zege nog wat meer waard maken!” (lacht)
Stijn: “Bij de mannen kan je eigenlijk vier namen naar voor schuiven, maar als ik één naam moet geven, ga ik toch voor Mathieu van der Poel.”
Grace: “Dan ga ik voor Tadej Pogacar.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier