Op de grindwegen in het Italiaanse Veneto verdedigt Gianni Vermeersch (Alpecin-Deceuninck) zondag zijn wereldtitel gravel. De 30-jarige Klerkenaar kroonde zich vorig jaar verrassend tot allereerste wereldkampioen gravel ooit en wil dat kunststukje dit jaar maar wat graag overdoen. “Maar zo niet, pakken ze me deze wereldtitel alvast nooit meer af.”
Een unicum gemist. Gianni Vermeersch werd afgelopen weekend vierde op het EK Gravel in Leuven en miste zo de kans om – toch voor minstens een week – zowel Europees, Belgisch én wereldkampioen te zijn. “Ik heb er alles aan gedaan, maar Jasper Stuyven was simpelweg outstanding”, geeft Vermeersch toe. “Toch was ik ’s avonds ontgoocheld, want ik had iets héél speciaals kunnen realiseren.” Veel tijd om erbij stil te staan, had Vermeersch afgelopen week echter niet. Dinsdag reed hij immers nog Binche Chimay Binche en zondag wil hij in het Italiaanse Veneto dan weer zijn wereldtitel verdedigen. “Een EK-titel of zelfs -podium was mooi geweest, maar het belangrijkste is dat de conditie goed is. Dat is alvast een goed teken”, klinkt het alleszins strijdvaardig.
Heb je speciaal naar dit WK gepiekt?
“Niet per se gepiekt, maar ik heb wel geprobeerd om in deze periode nog zo goed mogelijk in vorm te zijn. Na de Renewi Tour heb ik door ziekte een week niet kunnen trainen, maar ondertussen merkte ik in de Primus Classic en in de kermiskoers van Zwevezele, die ik won, dat ik weer helemaal in orde ben. Sowieso was het tweeluik met het EK en het WK wel een doel. Het zou immers heel mooi zijn om die wereldtitel te kunnen verlengen. Dan zou ik mijn regenboogtrui nog een jaartje extra mogen dragen.”
Genoten van dat jaar met de regenboog op je borst?
“Eerlijk? Ik heb die trui eigenlijk heel weinig gedragen. Te weinig. Ik had een druk zomerprogramma en zat met een vrij lange voorbereiding op de Tour de France – die ik uiteindelijk niet gereden heb – waardoor ik niet veel gravelwedstrijden heb kunnen rijden.”
“Ik heb het afgelopen jaar eigenlijk amper in de regenboogtrui gereden”
Maar op training heb je er toch mee gepronkt?
“Nee, het afgelopen jaar heb ik nagenoeg altijd op mijn wegfiets getraind en ik ben van het principe dat je die regenboogtrui enkel draagt in de discipline waarin of het type fiets waarop je wereldkampioen bent geworden. Ik heb in Bavikhove wel eens een criterium gereden in die wereldkampioenentrui, maar dat was op vraag van de organisatie. Maar voor het overige heb ik die trui amper gedragen omdat ik amper op een gravelfiets getraind heb. Ook omdat ik eigenlijk pas sinds vorige maand over een gravelfiets beschik. ”
Wacht. Als wereldkampioen gravel had je geen gravelfiets?
“Nee, klopt. Vorig jaar heb ik het WK gewoon met mijn wegfiets gereden, maar dan met gravelbanden op. Op zich had ik afgelopen jaar dus ook gewoon andere wielen op mijn wegfiets kunnen steken om te gravelen, maar je zit dan ook in de voorbereiding op redelijk belangrijke wegwedstrijden, dus kwam het er gewoon nooit van. Pas de laatste maand heb ik het gravelen weer opgenomen met het oog op de kampioenschappen. Kwestie van de techniek opnieuw onder de knie te krijgen.”
Sinds je wereldtitel is gravelen alleen maar groter geworden en is de sport de hype ondertussen ver voorbij. Zelfs Formule 1- piloot Valterri Bottas wilde met jou op de foto.
“(lacht) Dat was een vraag vanuit de organisatie, maar sowieso is dat een foto die ik zal koesteren, want ik ben fan van Bottas. Ik vond het echt ongelofelijk dat hij daar was, ook al reed zijn vriendin mee bij de dames. (De Australische Tiffany Cromwell won zelfs, red.) Het toont voor mij hoe zot de gravelsport eigenlijk wel is. Dat is een kampioen uit de Formule 1, hé! En die komt in een vrij weekend gewoon een gravelwedstrijd rijden. Maf.”
Heeft die enorme populariteitsboost je wereldtitel nog meer waarde gegeven?
“Ergens wel, maar anderzijds was die titel voor mij vorig jaar ook wel al heel betekenisvol. Ik hecht in dat opzicht vooral belang aan het deelnemersveld dat toen aan de start stond. Als je de top 10 van toen bekijkt, waren het ook al allemaal grote namen. Zelfs het feit dat ik de allereerste wereldkampioen gravel ben, speelde daar voor mij eigenlijk geen rol in. Veel mensen maakten de opmerking dat mijn wereldtitel historisch was, omdat ik de allereerste wereldkampioen was en dat ik dat ook altijd zal blijven, maar voor mij gaat het vooral om die wereldtitel an sich. En of ik dan de tiende, de honderdste of de eerste was die de wereldtitel pakte, maakt mij helemaal niets uit. En daarbij: of ik mijn titel zondag nu verleng of niet, ik heb hem gehad en zal hem de rest van mijn carrière, of zelfs de rest van mijn leven meedragen. Mocht je me een jaar geleden gevraagd hebben of ik ooit wereldkampioen zou worden, had ik waarschijnlijk nee geantwoord, maar ondertussen heb ik die trui toch maar mooi in mijn kast hangen.”
Heeft het feit dat die trui in je kast hangt, je leven veranderd?
“Nee, hoor. Ik heb er enorm van genoten en het voelde wel speciaal, maar het is toch iets dat los staat van mijn bestaan als wegwielrenner. Ook in het peloton word ik er bijvoorbeeld nooit over aangesproken. Enkel tijdens de Strade Bianche kwamen er renners naar mij die zeiden dat het wel jammer was dat ik niet in mijn regenboogtrui mocht rijden. Maar voor het overige wordt er niet anders naar mij gekeken. Ik heb niet plots een andere status gekregen.” (lacht)
Hoe is dat binnen je ploeg Alpecin-Deceuninck? Kan je je daar voldoende ontplooien als gravelspecialist?
“Dat is eigenlijk een non-vraag, want mijn ambitie ligt voorlopig nog altijd op de weg. Ik word ook nog steeds betaald om te presteren als wegrenner, hé. Daarbij heb ik zelf ook gewoon nog te veel ambitie op de weg om me nu al te gaan focussen op het gravelen. Dat is eerder iets voor in de herfst van mijn carrière. Het is immers nog steeds topsport, maar het is toch net iets relaxter en amusanter dan een wegwedstrijd.”
Zou een tweede wereldtitel iets veranderen aan die gedachtegang?
“Misschien wel. Ik denk ook wel dat de ploeg daarin zou meegaan, mocht die vraag zich stellen. Dit jaar was het allemaal ook nog zoeken, hé. Het was nog maar het eerste jaar van de World Series Gravel en de kalender daarvan is pas vrij laat bekendgemaakt, waardoor mijn wegprogramma toen al grotendeels vastlag. Ook omdat die wereldtitel er toen vrij plots gekomen is – een week voor dat WK had ik nog niets eens plannen gemaakt om deel te nemen. Maar doordat het nu niet meer zo nieuw is en de populariteit nog gegroeid is, zal er misschien wel wat meer ruimte zijn om te schuiven met mijn programma en het eventueel wat meer te combineren.”
“Of ik nu de tiende, de honderdste of de eerste was die de wereldtitel pakte, maakt mij eigenlijk helemaal niets uit”
Wie wordt zondag je grootste concurrent? Wout van Aert?
“Dat denk ik wel, ja. Het is geen geheim: overal waar Wout start, is hij de topfavoriet. Dat zal zondag niet anders zijn. Maar er zijn nog veel renners. Het zou bijvoorbeeld mooi zijn mocht Jasper Stuyven na zijn Europese titel ook een gooi doen naar de wereldtitel. Als hij meedoet, is hij zeker een kandidaat-winnaar. Daarnaast zag ik dat ook Alejandro Valverde deelneemt. Dat is ook iemand die het winnen zeker nog niet verleerd is. Er zal alleszins concurrentie genoeg zijn.”
Sta je nu met betere kaarten aan de start dan vorig jaar of net niet?
“Dat is een moeilijke vraag. Op het EK merkte ik wel dat er meer naar mij gekeken werd, maar dat was vooral omdat ik in mijn wereldkampioenentrui reed. Zondag rijd ik met een truitje van de Belgische selectie en zal ik een pak anoniemer zijn. Er zullen ook zoveel goede renners aan de start staan die al serieus wat gepresteerd hebben in hun carrière, waardoor ik niet denk dat er met een vergrootglas naar mij gekeken zal worden.
Zal je enkel tevreden zijn met de wereldtitel?
“Dat kan je niet op voorhand zeggen. Het is simpel: ik start met de ambitie om te winnen. Maar op zo’n WK gravel hangt een goed resultaat af van zoveel factoren. Nog meer dan op de weg. Vorig jaar zat alles voor 101 procent mee en viel alles in zijn plooi. Hopelijk heb ik zondag weer zo’n dag.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier