Christoph Roodhooft (48) maakt al anderhalf decennium furore als ploegleider en steunpilaar van Niels Albert, Sanne Cant en sinds 2012 van Mathieu van der Poel. Roodhooft is een rasechte Kempenaar, maar kende zijn beste jaren als renner op West-Vlaamse bodem bij de Kortrijkse Groeningespurters, het topteam van weleer bij de beloften en eliterenners zonder contract. Zijn toenmalige ploegleider en drie West-Vlaamse ploegmaats van weleer blikken terug.
“Mijn jaren als renner bij de Kortrijkse Groeningespurters zijn een belangrijke periode in mijn carrière geweest. Toen ik in 1996 bij die ploeg kwam, was dat het sterkste team in België bij de beloften. Van Dirk Demol, die mijn ploegleider was, heb ik toch wel veel opgestoken. Ik kreeg bij de Groeningespurters ook de kans om de Vlaamse voorjaarskoersen te rijden en in de Vlaamse Ardennen te trainen. Dat is op termijn interessant geweest. Ik pluk nu nog altijd de vruchten van alle ervaringen die ik in die periode opgedaan heb”, vertelde Christoph Roodhooft ons in januari. Samen met zijn broer Philip is de 48-jarige Kempenaar al sinds 2009 aan een steile opmars in het wielerpeloton bezig. Eerst in het veldrijden met Niels Albert en Sanne Cant, maar sinds 2012 ook met de jonge Mathieu van der Poel. Met Alpecin-Fenix gooien de broers Roodhooft al enkele jaren hoge ogen. Maar Christoph Roodhooft heeft zelf ook een verleden als wielrenner. In zeven seizoenen bij de profs won hij onder meer de Omloop van het Waasland en Gullegem Koerse. Als belofte en elite zonder contract maakte hij deel uit van het sterkste team van het land, de Kortrijkse Groeningespurters uit Lendelede.
Ex-ploegleider Dirk Demol “Christoph voelde de koers toen al perfect aan”
“Christoph had talent als renner en boekte heel mooie uitslagen bij de jeugd. Hij was ook een crosser en heeft er alles aan gedaan om er te geraken. Hij had er ook de kop voor, maar de fysieke kwaliteiten ontbraken. Hij probeerde het ook als prof, maar om dat ook te blijven woog hij te licht. Hij was toen wel al heel intelligent en voelde de koers perfect aan. Ik mag de vergelijking met Johan Bruyneel eigenlijk niet maken, want Johan was een veel betere renner dan Christoph ooit geweest is. Maar Johan wist ook hoe hij een toprenner kon worden, alleen kwam hij fysiek te kort. Met Armstrong heeft hij na zijn carrière iemand gevonden die daar wel toe in staat was. Christoph had die ideeën ook en dat bewijst hij nu. Hij heeft een klare kijk en visie op alles. Een toprenner bezit die kwaliteiten meestal niet en moet zich door de juiste mensen laten omringen. Christoph is zo iemand en met Mathieu van der Poel heeft ook hij zo’n topcoureur in handen. En dat is niet alles. Als je ziet wat renners als Merlier en Philipsen bij Alpecin-Fenix presteren, zegt dat veel over Christoph. Zoiets moet je goed dirigeren en dan moet je streng kunnen optreden. Dat doet hij waarschijnlijk ook. Als een jong talent nu bij meerdere ploegen kan tekenen, zullen er op dit moment veel voor zijn ploeg kiezen. Het is ongelofelijk wat Christoph en zijn broer met het beschikbare budget al bereikt hebben.”
Het is echt ongelofelijk wat Christoph en zijn broer met het beschikbare budget al bereikt hebben
Ex-ploegmaatStijn Devolder “Hij heeft de top niet als renner, maar als ploegleider bereikt”
“Toen ik eerstejaarsbelofte was en met de Groeningespurters op winterstage naar Spanje trok, heb ik de kamer met Christoph gedeeld. Hij is vijf jaar ouder en was toen een van de renners die klaar waren om de stap naar de profs te zetten. Hij kon een bergje over en was ook nog eens snel aan de meet. Maar uiteindelijk heeft Christoph de top niet als renner maar als ploegleider bereikt. In mijn laatste jaar als prof bij Corendon-Circus, in 2019, heb ik met hem mogen samenwerken. Ik zat in de herfst van mijn carrière en hij wilde een nieuwe ploeg met Mathieu van der Poel als kopman beginnen. Mijn ervaring in de voorjaarsklassiekers kon hij daarbij wel gebruiken. Christoph is een van de beste ploegleiders met wie ik ooit heb samengewerkt. Ik was onder de indruk van hem. Waarom? Moeilijk te beschrijven. Hij kende bijvoorbeeld iets van fietsmechaniek. Weinig ploegleiders bezitten die kwaliteit. Christoph is op dat gebied heel slim. Ik zie hem nog verder komen dan waar hij nu staat.”
Christoph had toen al een uitgesproken visie. Hij zag het. Je zag meteen dat hij inhoud had
Ex-ploegmaat Bert De Waele “Christoph zal wel uit zijn fouten geleerd hebben”
“Ik was zijn ploegmaat bij de Groeningespurters, maar heb Christoph vooral beter leren kennen bij de nationale ploeg in 1996. In voorbereiding op het WK in Lugano waren er zeven beloften in de Belgische selectie die kans maakten op vijf WK-tickets. Ook Stive Vermaut maakte er deel van uit en uiteindelijk was Christoph een van de twee renners die finaal afvielen. Dat was niet onlogisch, want het parcours in Zwitserland was veel te zwaar voor het type renner dat hij was. Christoph was eerder een Vlaamse coureur. Een sprinter. Ik reed dat jaar wel met hem het EK voor beloften op het Britse eiland Man. Daar heeft hij trouwens zijn West-Vlaamse vrouw Evelyne Baert (de dochter van Dirk Baert, de twee zijn intussen al gescheiden, red.) leren kennen. Ik moet zeggen: ik zag toen niet meteen een ploegleider in hem. Na een moeilijke periode zocht hij op een bepaald moment zijn heil bij een Italiaanse trainer. Die liet hem zes, zeven en soms zelfs acht uur trainen. Veel te veel voor een amateurrenner, maar Christoph volgde dat schema vlekkeloos, tot in de puntjes. Het is verkeerd uitgepakt, want zijn resultaten werden niet beter. Integendeel. Als je jezelf een beetje kent, doe je zulke trainingen niet. Op die leeftijd moet je naar je lichaam leren luisteren, anders ga je je eigen limieten nooit ontdekken. Christoph zal wel uit zijn fouten geleerd hebben, vermoed ik. En vooral: wat hij met zijn broer de voorbije jaren op poten gezet heeft, verdient heel veel respect.”
Ex-ploegmaat Gorik Gardeyn “Je zag toen al een goeie ploegleider in hem”
“Ik was twee keer zijn ploegmaat: eerst als belofte bij de Groeningespurters en later ook één jaar bij Mr. Bookmaker-Palmans. Op het eerste zicht vond ik Christoph een streng en nerveus type. Bij hem moet ik altijd denken aan Björn Leukemans. Als je hen niet kent, denk je altijd: zulke vieze mensen! Christoph was geen tafelspringer of roeper, maar hij had een visie. Een uitgesproken mening. Hij zag het. Als renner had hij talent, maar een toptalent was hij niet. Voldoende om prof te worden, op zijn niveau. Maar op vlak van koerskennis en lichaamsinzicht zag je meteen dat hij inhoud had. Hij wist snel welk vlees de tegenstanders in de kuip hadden. Toen al zag je een goeie ploegleider in hem. Hij kon al goed observeren. Wat hij en zijn broer nu bereikt hebben, is hem van harte gegund. Dat is niet iets van vandaag op morgen. Die twee hebben alles goed uitgedokterd. Er is een klik met Van der Poel en dat verrast me niet. Christoph heeft zelf gekoerst en weet dus wat het is om coureur te zijn. Hij kan zich goed inleven in het hoofd van zijn renners. En zet er ook maar in dat hij goed in de markt lag bij de meisjes. Met zijn bruine ogen en bruin haar had hij veel aantrek. (grijnst) Ja, dat was Christoph. Als er meisjes ter sprake kwamen, verscheen er kleur op zijn gezicht.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier