Patrick Lefevere (66) wil doorgaan tot zijn 70ste: “Er is niemand die mij kan opvolgen”
Een nieuw wielerseizoen wenkt. Aan de vooravond spreekt Patrick Lefevere, de meest succesvolle manager aller tijden, openhartig over leven en werken in tijden van corona. De ‘godfather’ van de koers neemt geen blad voor de mond. Over vaccins voor wielrenners (geen voorrang!), over Dubai waar hij eindejaar vierde, over spilzieke politici en natuurlijk over zijn opvolging. Zet je schrap, want het zal vonken geven.
Is er geen corona, dan kiest hij graag een exquise restaurant voor een diepgaand gesprek. Patrick Lefevere houdt van luxe. Hij steekt dat niet weg. De Roeselarenaar is gek op sterrenrestaurants. Noem een chef-kok boven de middelmaat en het is minstens een kameraad van de wielermanager. Hij mist het Bourgondische leven, zegt hij meermaals. Het maakt hem bijwijlen melancholisch. Al is zijn favoriete plek misschien wel Bistro ’t Verschil in Gits. Waarom? Omdat zijn petekindje Andreas daar rondhuppelt. Zijn ogen blinken als hij over het ventje vertelt. Lefevere is ook een familieman, al durfde hij dat in volle carrière wel eens vergeten.
Maar goed, corona is er nog steeds en dus doen we het gesprek in Wevelgem. In de service course van Deceuninck-Quick-Step. Dat is de wielerterm voor de thuisbasis. Lefevere zit op de bovenverdieping aan zijn bureau, vrouwlief Patricia zit beneden. Zij doet de administratie voor het team. We gaan zitten in de ruime, maar sober ingeklede vergadersalon. Enfin , sober naar de normen van de gastheer. Op de toog spot ik amper één fles champagne.
Grapje, meneer Lefevere. Enkele foto’s van wielerlegendes kleuren de muren. Paolo Bettini, Tom Boonen, ik ken ze niet allemaal bij naam. Lefevere is goedgemutst. Al zucht hij als de fotografe hem vraagt om straks buiten wat foto’s te nemen. “Wevelgem is lelijk en het regent. Ik gruw van regen. Laat ons dat maar binnen doen.” Het nieuwe wielerseizoen staat voor de deur, en dat zorgt voor nieuwe energie. Ook als je Patrick Lefevere heet, en je de meest succesvolle wielermanager aller tijden bent.
Het wielercircus draait door, ondanks corona. Voelt dat niet wrang?
“Het is maar hoe je dat bekijkt. De Tour Down Under is afgelast, Argentinië gaat niet door, Murcia is verplaatst en ik vrees voor nog afgelastingen. Is dat draaien? Het is vooral vermoeiend. Dat weegt ook op de renners. We hopen allemaal dat de voorjaarsklassiekers deze keer wél kunnen doorgaan. Liefst met publiek, al wordt dat moeilijk. Zeker aan het tempo waarmee we in dit land vaccineren. ( grijnst ) Het is bibberen voor het voorjaar. Een nieuwe afgelasting zou een drama zijn, zeker op sponsorvlak.”
Kom, kom, uw sponsors boeren goed in deze crisis. Deceuninck kwam vorig weekend naar buiten met héél straffe jaarcijfers.
( lacht ) “Dat is zo. Francis Van Eeckhout, de ceo, is een gedreven man. Maar de wielerwereld was nieuw voor hem. Na zijn eerste jaar, in 2019, kwam hij zeggen dat hij geen return zag. Geduld hebben, zeiden de mensen van Quick-Step. En zie: vorig jaar was er wél return. Al ben ik niet zo pretentieus om te beweren dat dat allemaal dankzij het wielrennen is. Maar toch een deel. Voorlopig heeft corona geen impact op mijn budget. Ook de andere sponsors doen het goed. Maar het mag niet blijven duren. Eind dit jaar lopen zowat alle contracten af, van sponsors én van renners. Ik zal geld nodig hebben.”
Hebt u nog geen viroloog in dienst?
“Neen, en ik wil dat ook niet. Die spreken elkaar te veel tegen. ( lacht ) Die beleven wel de tijd van hun leven, hé. Vóór corona zaten zij opgesloten in hun labo. Hun kot, zeg maar. Nu krijgen zij plots een platform op televisie. En ze genieten daarvan. Zij weten ook: als het virus verdwijnt, dan verdwijnen ook zij weer in hun kot. Ik vertrouw op het oordeel van onze medische staf. Ook de UCI legt strenge regels op. We testen twee keer per week. Dus ja, het wielrennen verloopt eigenlijk veilig.”
Wanneer worden de wielrenners gevaccineerd?
“Dat weet ik niet. Dat is aan de politiek om te beslissen. Ik weet alleen dat Team Emirates niet gewacht heeft. Die renners hebben een Chinese spuit gekregen. Dat komt dankzij de goede relaties tussen die landen. China heeft Dubai tien jaar geleden gered van het faillissement.”
Is dat oneerlijke concurrentie?
“Ja en neen. Ook wie gevaccineerd is, moet zich aan de regels van de UCI houden. Dat maakt geen verschil uit. Zij hebben wél een mentaal voordeel: zij kunnen weer rustig ademen. Terwijl wij moeten opletten wat we doen, wat we aanraken, waar we gaan. In de sport maakt dat een groot verschil.”
Het BOIC wil voorrang voor olympische atleten. Wat vindt u daarvan?
( fijntjes ) “Het BOIC voelt zich blijkbaar verheven boven anderen. ( feller ) Ik vind dat onzin. Laat me duidelijk zijn: ik vind niet dat atleten voorrang moeten krijgen. Ook wielrenners niet: wij moeten aanschuiven zoals alle anderen. Ik vind wel dat het beleid een foute volgorde hanteert. Dat eerst 96-jarigen gevaccineerd worden, dat klopt toch niet? ( denkt na ) Eerst de dokters en de zorg, en daarna de productieve bevolking: dat zou de volgorde moeten zijn. Ik ga weer heel België over me heen krijgen, zeker? ( haalt de schouders op ) Het kan me niet schelen. Dat is mijn mening. En laat binnen de productieve groep maar eerst de fabrieksarbeiders aanschuiven. Zij hebben het lastiger dan wij.”
U bent een 65-plusser. U mag in maart aanschuiven voor uw spuit. Zal u dat doen?
“Zéker. Ik ben op veel vlakken een risicopatiënt. Ik heb een tumor overleefd, maar ben daardoor een stuk darm en een stuk pancreas kwijt. Ik ben ook diabeet. Bovendien vind ik dat een leider het goede voorbeeld moet geven.”
Bent u eigenlijk bang voor het virus?
“Soms. Als ik die cijfers zie. ( blaast ) Elke dag vijftig doden. Dat is altijd iemands vader, broer of kind, hé. Ik prijs me gelukkig dat ik het nog niet meegemaakt heb. Ik heb wel een vriend die negen maanden in coma heeft gelegen. De dokters hebben zijn vrouw drie keer gewaarschuwd voor het einde. Hij heeft er zich toch doorgeskart , zoals Lampaert zou zeggen. Wonder boven wonder. (even stil ) Ik zou eigenlijk bang moeten zijn, want ik heb onderliggende problemen. Maar zijn we niet allemaal een beetje in hetzelfde bedje ziek? Dat we af en toe onze kop in het zand steken. Het zal mij niet overkomen, denken we dan. We zijn ook geen volk dat bekend staat om goed te luisteren. Let wel: ik leef voorzichtig, hoor, zeker in vergelijking met vroeger. En dat lukt, moet ik toegeven.”
Wat doet corona met u?
( plots zacht ) “Het maakt me verdrietig. Omdat het sociaal leven stilvalt. Omdat zoveel mensen afzien. Jongeren die studeren, uitbaters van horecazaken, noem maar op. Wij behoren tot de gelukkigen omdat we mógen werken. Al die chef-koks, die mensen zien af, hoor. Wij steunen hen, waar mogelijk. We halen dikwijls eten af. Van De Jonkman in Brugge, van Boury in Roeselare, en er zijn er nog. ( denkt na ) Ik heb het grote geluk dat ik af en toe naar het buitenland kan. Ik heb dat nodig. Ik ben in december naar het trainingskamp van de ploeg afgezakt in Spanje, en daarna ben ik met mijn vrouw doorgereisd door Dubai voor acht dagen vakantie.”
Er is veel kritiek op de mensen die dat doen. Vindt u dat verantwoord?
( blaast ) “We hebben ons laten testen, zoals dat hoort. We hebben daar een hotel geboekt, en zijn met moeite buiten gekomen. De restaurants waren goed ingericht met plexiglas. De beste restaurants waren trouwens allemaal volgeboekt. Ik ben één keer bang geweest. Toen we aankwamen op de luchthaven. Dat was in volle drukte aanschuiven voor de paspoortcontrole. Ik heb dan maar extra betaald voor de fast lane . We hebben dat vooral voor mijn vrouw gedaan. Zij heeft een jaar lang gewerkt zónder één dag verlof.”
Is zij u nog niet beu gezien?
“Ik denk het niet. Als we werken, zit ik boven en zij beneden. Dat helpt. ( lacht ) Neen, ik moet zeggen dat we het goed doen. In de eerste lockdown waren we drie weken samen thuis. Dat was nooit eerder gebeurd. Maar dat viel echt goed mee.”
Doet u dan wat andere 65-plussers doen? Wandelen, taartje eten, kijken naar ‘Thuis’ en vroeg gaan slapen?
( droog ) “Ik mag geen taart eten voor mijn gezondheid, naar Thuis kijk ik niet, naar Familie ook niet trouwens, en ik slaap nooit voor 12 uur ’s nachts. Is dat duidelijk genoeg?”
Wat deed u dan wel?
“Kranten lezen. Veel rusten. Wat wandelen. En fietsen, als het mooi weer is. We hebben dikwijls samen gewandeld en gefietst. Weet u wat mij opgevallen is? Dat West-Vlamingen niet zo arm zijn als sommigen denken. Ik heb véél mooie huizen gezien, weliswaar verstopt achter hoge hekkens en hagen.”
U bent klaar voor uw pensioen.
“Dat heb ik niet gezegd.” ( lacht )
Waarom doet u nog verder? U hoeft dit niet meer te doen, ook financieel niet.
“Als ik elke dag goedkope spaghetti zou eten, dan zou het lukken. Maar ik wil elke dag kaviaar eten. ( grijnst ) Neen, waarom voel ik me nog zo jong van geest? Omdat ik elke dag omringd wordt door jonge mensen. Ik hou van wat ik doe. Ik heb vrienden die al enkele jaren met pensioen zijn. Ik geef toe: soms zou ik graag hun vrijheid hebben. Maar tegelijk zie ik dat zij rapper ouder worden.”
Doet u voort tot u zeventig bent?
“Dat is het plan. Ik zou graag een project van vier à vijf jaar uitwerken rond Remco ( Evenepoel, red. ). Dat moet lukken. Ik moet niet alles alleen doen, hé. Ik heb een fantastische staf rondom mij. Weet u wat ik moet doen? Dat is blijven ademen en voor het geld zorgen. Dat is het belangrijkste. Maar als er morgen iemand de boel wil overnemen tegen de juiste prijs, dan zeg ik: gráág. Er zijn nog andere rollen die ik kan vervullen. De voorzitter van de raad van bestuur bijvoorbeeld. Zou dat niet mooi zijn? Maar dan wel executive , zodat ik nog iets te zeggen heb.”
Zou u zelf uw opvolger willen opleiden?
“Neen, dat is niet mijn ambitie. Dat zou ook niet lukken. Veel mensen stellen mij die vraag. Ik zal een duidelijk antwoord geven. Er is eigenlijk niemand die mij kan opvolgen. Dat klinkt pretentieus, maar het is de waarheid. Ik heb een eigen weg afgelegd. ( op dreef ) Ik ben een kind van een ondernemersfamilie. Ik heb een beetje kunnen studeren. Ik ben coureur geweest. Ik heb tien jaar voor Marc Zeepcentrale mogen werken, een zaak zonder geld. Dat heeft me gedwongen om innovatief te zijn. Walter Godefroot was daarna de ideale leermeester. Ik heb tijd gekregen om te groeien. Dat allemaal heeft ervoor gezorgd dat ik sta waar ik sta. Er is niemand die hetzelfde parcours kan afleggen. Als de dag komt dat ik weg ben, zullen mijn taken door twee of meer personen overgenomen worden.”
U bent ook bestuurder van Anderlecht. Hoe is het daar?
( droog ) “Niet goed, hé. Ik kan amper iets doen. Ik heb nog geen wedstrijd gezien. Ik heb Vincent Kompany één keer gesproken, vlak voor de crisis. Dat was in het kasteel van Coucke. Wat was mijn bedoeling? Eens goed rondkijken op de club en de pijnpunten proberen bloot te leggen. Door corona ben ik daar nog niet toe gekomen. Zeg, gij zijt toch een politiek journalist. Gaan we niet politieken ?”
Ga uw gang. Wat wil u vertellen?
“Hebt u nog twee dagen tijd? ( lacht ) Weet u wat mij stoort? Het gebrek aan efficiëntie van dit land. ( feller) Hoeveel ministers van Volksgezondheid zijn er? Vijf? Acht, zegt u? Dat is toch ongelooflijk? Ik mis een sterke leider. Onze premier, Alexander De Croo, doet zijn best, maar … Die man moet voortdurend op eieren lopen. Dat is niet gezond. Er zitten te veel mensen en te veel partijen in de regering. Er had een noodregering moeten komen met een beperkt aantal ministers. Weet u wat me ook stoort? Dat het geld weer door ramen en deuren naar buiten wordt gesmeten. Het kan weer niet op. Maar wie gaat dat betalen?”
U hebt ook geld gekregen.
“Het team, dat klopt. We hebben enkele mensen op tijdelijke werkloosheid moeten zetten. ( op dreef ) Maar ik was wel de eerste om mezelf vijf maanden geen loon uit te keren. Dat mis ik in de politiek. Waar zijn de politiekers die het goede voorbeeld geven? Maar neen, al die parlementsleden bleven elke maand duizenden euro’s trekken, terwijl ze amper iets hebben moeten doen. ( kwaad ) Ik kan me daar zó aan ergeren. En wie zal die factuur betalen? De kleine middenstander, zoals u en ik. Of gaan ze geld bijdrukken? Ik ben benieuwd.”
Ik ook. Maar ik laat u nu aan de fotografe. Bedankt voor dit boeiende gesprek.
Patrick Lefevere in het kort
Geboren op 6 januari 1955 in Moorslede. Is opgegroeid in Roeselare. Zijn vader was autohandelaar. Woont met zijn vrouw Patricia in Roeselare. Vader van Dieter (40) en Thomas (23). Was beroepsrenner van 1976 tot 1979. Won Kuurne-Brussel-Kuurne en een rit in de Ronde van Spanje. Is de meest succesvolle wielermanager aller tijden. Behaalde in de jaren negentig grote successen met Mapei en sinds 2003 met Quick-Step.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier