“Niet het verhoopte resultaat, wel een onvergetelijk avontuur”: baanwielrenner Jan Blomme uit Langemark blikt terug op Olympische Spelen van 1980
Eind deze maand starten de Olympische Spelen in de Franse hoofdstad Parijs. De Westhoek telt verschillende ex-olympiërs. Wij zochten hen op en blikken terug naar hun olympische ervaring. Vandaag deel 3: ex-baanwielrenner Jan Blomme (65).
Jan Blomme is afkomstig uit Jabbeke, maar woont intussen al meer dan 40 jaar in Langemark. Zijn liefde voor de fiets kreeg hij met de paplepel mee. “Vader André Blomme is vier jaar prof geweest”, vertelt Jan. “Zelf begon ik op 14-jarige leeftijd mijn eerste wedstrijden te rijden bij de aspiranten. Ik kon geleidelijk aan verder groeien en kwam via de nieuwelingen en junioren bij de liefhebbers terecht. Toen vatte ik ook mijn hogere studies kinesitherapie aan. In mijn tijd bestond een topsportstatuut nog niet en was het dus volle bak studeren. Gelukkig had ik nooit herexamens.”
Toch slaagde Jan erin om zich als amateur te kwalificeren voor de Spelen. “Ik was zowel weg- als baanrenner. Het was Patrick Sercu die me aanmoedigde om aan baanwielrennen te doen. Met succes, want ik kon zeven Belgische titels pakken in verschillende disciplines: individuele achtervolging, tijdrijden, omnium en ploegenachtervolging. De pistetrainingen deed ik vooral in Gent en Antwerpen. Dat was beter te combineren met mijn studies. De selectiekoersen voor het WK op de weg vielen tijdens de examens en daar kon ik dus niet aan deelnemen.”
Moskou 1980
Jan Blomme mocht in 1980 op 21-jarige leeftijd naar de Spelen van Moskou. “In die tijd waren er heel sterke Oost-Europeanen waar we tegen moesten opboksen. Zij waren ook voornamelijk prof. Ik nam er deel aan de ploegenachtervolging – in een team met Diederik Foubert, Joseph Smeets en Jozef Simons – en de één kilometer tijdrijden. Het was een hele mooie piste van 250 meter. In de ploegenachtervolging eindigden we tiende en behaalden we een Belgisch record, op het individuele nummer 13de. In de kilometer reed ik plat na een fout van onze mecanicien. Op vlak van resultaat bleef ik dus op mijn honger zitten. Ik denk dat ik in staat was om een topachtplaats en dus een bijhorend olympisch diploma te halen.”
“Mijn oude fiets verkocht ik aan Paul Herygers”
België pakte op die Spelen een gouden medaille met Robert Van de Walle in het judo. Voor Jan was dit ondanks het mindere resultaat ook een onvergetelijke ervaring. “De aankomst in Moskou was ongezien. Het was enorm beveiligd, het was nog altijd maar acht jaar na de aanslag in München. Ook de openingsceremonie was een hele belevenis. België deed niet mee aan de optocht door een boycot en zo zaten we in de tribune te kijken naar de ceremonie en de speech van president Brezjnev. In totaal was ik 20 dagen ter plekke en nam ik de tijd om de stad te ontdekken, met onder meer een bezoek aan het Kremlin en het Rode Plein.”
Jan trouwde in 1981 met Carmen Noyelle, twee jaar voor hij zijn fiets op 24-jarige leeftijd aan de haak hing. “Ik was dus al gestopt voor de Spelen in 1984 van Los Angeles, waardoor het bij één deelname bleef. Ik won in mijn laatste koersjaren nog verschillende koersen, maar met mijn zelfstandige kinepraktijk besloot ik toch om het koersen te laten vallen. Mijn oude fiets verkocht ik aan Paul Herygers.”
André Noyelle
“Ik ben trouwens niet de enige olympiër in de familie. Mijn schoonvader André Noyelle werd in 1952 olympisch kampioen in Helsinki. Hij koerste in dezelfde tijd als mijn vader. Pas in 2016 werd André opgevolgd als olympisch wielerkampioen op de weg door Gouden Greg. Ik was blij dat het Greg Van Avermaet was die de voetsporen van André trad. Gregs vader Ronald is een generatiegenoot en nam ook deel in Moskou. Bovendien heb ik altijd een boontje gehad voor de attractieve koersstijl van Greg.”
Kim Mestdagh
Ook nu volgt Jan het wielrennen nog op de voet. “Na mijn carrière ben ik jaren lang ardoisier (bijzitter op een motor die de tijdverschillen aangeeft op een bord, red.) geweest op de moto in verschillende voorjaarskoersen en was ik even coach van de West-Vlaamse pisterenners. Ik ga nog elk jaar naar de Zesdaagse van Gent en volg het wegwielrennen van heel dichtbij. Voor de komende Spelen dicht ik Lotte Kopecky de grootste medaillekansen toe in onze sport. Verder ben ik basketfan. Onze zoon Alexander speelde ooit nog samen met Kim Mestdagh bij Rapid Langemark. Zo volgen we de Cats al een hele tijd. Hopelijk kunnen zij ook meedoen voor eremetaal.”
Nu geniet Jan vooral van zijn pensioen en brengt hij tijd door met zijn gezin. “We hebben twee kinderen en drie kleinkinderen. De kinderen hebben nooit gekoerst. Alexander was dus een basketter en dochter Charlotte speelde vroeger volleybal. Zelf fiets ik nog recreatief, net als onze zoon en schoonzoon. Vorig jaar reed ik zo’n 10.000 kilometer.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier