Harm Vanhoucke is dé West-Vlaamse klimmer in de 104de Ronde van Italië: “Harm zal stappen blijven zetten”

Harm Vanhoucke, hier aan de slag in de recente Luik-Bastenaken-Luik. (foto Belga©Stuart Franklin Getty Images
Harm Vanhoucke, hier aan de slag in de recente Luik-Bastenaken-Luik. (foto Belga©Stuart Franklin Getty Images
Redactie KW

De meeste ogen in deze 104de Giro d’Italia zijn op Remco Evenepoel gericht, maar er is nog een andere Belg die we in de gaten moeten houden als het bergop gaat: Harm Vanhoucke, de 23-jarige West-Vlaming van Lotto-Soudal.

5 oktober 2020: de Giro is amper drie dagen ver en de klassementsmannen mogen hun borst een eerste keer nat maken. Met een aankomst boven op de Etna is het al gedaan met verstoppertje spelen. Twee vroege vluchters (Caicedo en Visconti) houden stand en dat is jammer voor Harm Vanhoucke. De talentvolle klimmer rijdt in het slot weg uit de groep der favorieten en komt knap als derde over de meet, op een halve minuut van winnaar Caicedo.

Een serieuze opsteker, want Vanhoucke had het sinds zijn overstap naar de profs, in juli 2018, niet altijd even gemakkelijk. “Harm heeft inderdaad een moeilijke periode gekend”, knikt Paul Van Den Bosch, bezig aan zijn derde seizoen als trainer van Vanhoucke. “Hij was als belofte heel goed, won de Ronde van Lombardije, deed het uitstekend in zwaardere rittenkoersen… Daarna zijn er wat fouten gemaakt, is hij misschien iets te extreem gegaan. Maar hij heeft zich eruit geknokt – alle credits voor hem – en dat heeft ervoor gezorgd dat hij staat waar hij nu staat. Harm is sindsdien veel gegroeid, maar we moeten het stap voor stap blijven doen. We leggen de lat op de juiste hoogte en gaan die geleidelijk aan wat hoger plaatsen.”

Mikken op ritwinst

Daarom ook dat Vanhoucke deze Giro nog niet mikt op een goed eindklassement. “Een rit winnen is toch het hoofddoel”, vertelt Van Den Bosch. “Ik ga niet zeggen dat hij het klassement meteen moet opgeven. Wie weet staat hij er op een bepaald moment heel goed voor en kan hij daar toch voor gaan, maar dat zal de koers moeten uitwijzen. Hij gaat in de eerste plaats voor ritwinst en focust daarvoor op de bergetappes. Meegaan in de ontsnapping is dan je beste kans, maar daarvoor mag je niet te hoog staan in het klassement. Dat zijn allemaal zaken die overwogen moeten worden. In hoeverre moet je voor een klassement rijden als je belangrijkste doelstelling het winnen van een rit is?”

Nochtans mag Vanhoucke zeker in staat geacht worden om een goed eindresultaat te rijden. Dit voorjaar werd hij al knap elfde in Parijs-Nice. “En zonder lekke band in de tijdrit, waarmee hij zo’n 45 seconden verloor, was dat gewoon een dikke top tien geweest. Misschien zevende of zesde. Maar een grote ronde is iets anders en naar mijn persoonlijke mening is het nog wat te vroeg om in deze Giro voor een goed klassement te gaan. Harm kan perfect rittenkoersen van een week aan, maar moet nog meer ervaring opdoen in het grote rondewerk. Hij moet zichzelf nog beter leren kennen, leren aanklampen, leren hoe je moeilijke dagen doorbijt…”

“We mogen ook niet vergeten dat Harm nog altijd 24 moet worden. Enkel supertalenten zoals Bernal, Evenepoel en Pogacar spelen op hun 21ste of 22ste al mee voor eindwinst. Harm heeft wat meer tijd nodig, maar de dag dat hij voor een klassement gaat, komt wel. Hij is heel professioneel bezig, traint gericht en graag, gaat regelmatig op hoogtestage en met ouder worden zal hij sowieso sterker worden. Hij zal een groter incasseringsvermogen krijgen en aan maturiteit winnen. Én er staat een goede kop op. Het mentale aspect was in die mindere periode ook een probleem, maar nu heeft hij een pak meer zelfvertrouwen en ik ben ervan overtuigd dat hij stappen zal blijven zetten. Waar hij zal uitkomen? Dat durf ik niet te voorspellen, maar hopelijk wordt een ritzege het begin van een mooie carrière.”

Tv-journalisten

Niet alleen Paul Van Den Bosch kijkt uit naar de prestaties van Harm Vanhoucke. Ook Renaat Schotte en Jeroen Vanbelleghem, twee West-Vlamingen die de Giro van dichtbij volgen, zijn benieuwd tot wat de 23-jarige klimmer al in staat is. Schotte als Sporza-verslaggever ter plaatse, Vanbelleghem als co-commentator bij Eurosport.

Zijn trainer gaf aan dat hij in de eerste plaats mikt op etappewinst, maar wat mogen we volgens jullie van Vanhoucke verwachten?

Schotte : “Hij heeft het zeker in zich om een rit te winnen. Kijk maar naar zijn derde plaats op de Etna vorig jaar. Maar ik zou hem toch liever zo lang mogelijk zien aanklampen om te kijken hoever hij kan komen in het klassement. Volgens mij zou dat ook zijn ontwikkeling als renner ten goede komen.”

 ©Stuart Franklin Getty Images
©Stuart Franklin Getty Images

Vanbelleghem : “Hij heeft vorig jaar heel goed gepresteerd in de Giro, vooral in de eerste week. Daarna zakte hij er wat door, maar naar het einde toe kende hij opnieuw enkele betere dagen. Ik hoop dat hij nu wat constanter kan zijn, maar als hij zich in de eerste week wat kan sparen en tijd verliezen, kan hij zich volledig focussen op de bergritten in de tweede en derde week, met als doel ritwinst. En wie weet, als hij zich heel goed voelt, kan hij dat een paar keer doen en komt hij misschien wel in aanmerking voor de bergtrui.”

En wat met de andere Belgen?

Schotte : “Er verschenen in Turijn maar liefst 17 landgenoten aan de start, dat was al van 1983 geleden. En in principe kan je voor elke etappe minstens één Belg aanduiden die voor de zege in aanmerking komt. Maar dan moet alles natuurlijk wel meezitten. Gianni Vermeersch heeft het ideale profiel om het af te maken, maar zoiets gaat niet vanzelf. Dan heb je nog jongens als Kobe Goossens en Quinten Hermans. Ik heb nog nooit zoveel mogelijkheden gezien. En dan heb ik het nog niet over Remco Evenepoel gehad. Iedereen wil weten waar hij uitkomt.”

Vanbelleghem : “Ik vind het een heel evenwichtige Giro: een zestal kansen voor de sprinters, wat goed is voor Merlier, veel bergetappes maar niet allemaal aankomsten bergop, en veel overgangsritten. Dat is een goede zaak voor iedereen die geen klassement ambieert, waaronder een pak Belgen.”

Zijn er al ritten waar jullie specifiek naar uitkijken?

Vanbelleghem : “De elfde rit. Vijfendertig van de laatste 70 kilometer gaan over grindwegen, dat kan niet anders dan een boeiend spektakel opleveren. Dat wordt genieten voor iedereen. En voor mij hoeft het niet eens slecht weer te worden. Dan krijg je misschien favorieten die door materiaalpech teruggeslagen worden en dat wil je toch ook niet. Bij mooi weer wordt het evengoed een prachtige strijd én zien we meer van de streek. Dat is ook leuk.”

Schotte : “Ook ik verwacht enorm veel van die rit. En van mij mag het die dag gerust regenen. Dan krijg je echt het beeld van de mijnwerkers op de fiets en taferelen zoals elf jaar geleden, toen Cadel Evans de rit naar Montalcino won. Die kwam toen over de streep in een onherkenbare regenboogtrui. Schitterende beelden. Ik denk dat veel klassementsmannen er met de daver op het lijf aan de start zullen verschijnen. Je kan er de Giro misschien niet winnen, maar zeker wel verliezen.”

Tot slot, wie is jullie favoriet voor de eindzege?

Schotte : “Simon Yates. De Brit was de voorbije weken uitstekend in vorm en heeft nog een rekening openstaan.”

Vanbelleghem : “Ik gok ook op Yates, om dezelfde redenen. Hij houdt heel veel van Italië, maar het was de voorbije jaren altijd wel iets. Ik denk dat hij dit jaar zal toeslaan.” (Beau Vandevyvere)