“Na mijn carrière begin ik in Mexico een restaurant”: Mexicaanse hoofdaanvaller van Knack Roeselare kijkt uit naar West-Vlaamse bekerfinale

Diego Gonzaléz: “Ik ben een ambitieus mannetje, hé. Ik wil altijd maar beter worden.” © Kris Van Exel
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Hij is 2m02 en heet voluit Diego Gonzaléz Castañeda, meer Mexicaans kan een naam niet klinken. Gonzaléz wil na zijn carrière trouwens in Mexico een restaurant beginnen: als dat geen reden is om de hoofdaanvaller van Knack Roeselare vlak voor de West-Vlaamse volleybalfinale Knack-Menen uit te nodigen in een Mexicaans restaurant in Roeselare. Daar mocht hij ons onderdompelen in zijn (eet)cultuur en zijn volleybalavontuur in Europa. Schuif gerust aan.

Diego Gonzaléz spreekt maar een mondje Engels, de Oostendse Luana tolkt. Ze doet dat zo enthousiast – Luana volleybalde ooit zelf bij Hermes Oostende – dat de aanvankelijk verlegen Mexicaan al snel ontdooit. Dat heeft wellicht ook te maken met de voor hem vertrouwde omgeving – al doet de naam van het restaurant Noorderhuis anders vermoeden. “Ik nam de naam jaren geleden mee over en een naamsverandering is er niet meer van gekomen”, lacht zaakvoerder Kevin. “Maar toegegeven: Casa Norte zou juister klinken.” Diego, die al sinds september als vrijgezel in een flatje vlakbij woont, had de weg naar het restaurant nog niet gevonden. De opposite, komende week 24, kookt liever zelf. Wat daarachter zit, houdt hij nog even achter. Bij het aperitief, een pina colada – rum, ananas en kokosmelk, dat is al behoorlijk exotisch – begint zijn verhaal. Van Guadalajara (West-Mexico) via Nueva Leon (Oost-Mexico) naar West-Vlaanderen. Naar Roeselare, goed voor 65.000 inwoners.

Winkel met schoolgerief

“Op vijftien minuutjes ben je hier rond (grinnikt). Guadalajara telt 1,3 miljoen inwoners, hé. Ik groeide er samen met mijn oudere zus Caren op in een middenstandsgezin, mijn ouders hadden in het centrum van de stad een goed draaiende winkel met schoolgerief. Eerst heb ik gevoetbald. Dat is met voorsprong de populairste sport in Mexico, vóór basketbal, honkbal en handbal. Pas daarna komt volleybal. Ik ben eigenlijk vrij laat beginnen volleyballen. Voetbal vond ik niet zo leuk en basketbal was voor mij wat te agressief. Maar ik sportte altijd wel graag en volleybal vond ik wél leuk, vooral toen ik in Nueva Leon ging studeren en ik er op hoog niveau kon spelen. Ik volgde er aan de universiteit ingenieursstudies mechanica maar ik kon mijn laatste jaar niet afmaken omdat ik resoluut koos voor een profcarrière in het volleybal. Ik was altijd al heel ambitieus, ik wil zo hoog mogelijk geraken. Eerst in Europa, bij Knack, de volgende stap is dan misschien de absolute top in Europa. Het financiële aspect speelt ook een rol natuurlijk, maar het is niet zo dat ik hier dringend zo veel mogelijk geld wil verdienen om naar huis te sturen. (glimlacht) Weet je, ook al beseffen mijn ouders dat ik hier goed verdien, ze sturen me nog regelmatig geld op. Zakgeld, zeg maar. Typisch voor ouders, zeker?”

Frieten

Tijd voor het voorgerecht. Diego is hier de Mexicaan, hij mag dus kiezen wat wij gaan eten. Eerst nachos natuurlijk, typische tex-mexkeuken. Tortillachips, bedekt met jalapeño en daaroverheen kaas en vlees. In onze nachos guacamole is ook nog avocado met knoflook, limoensap, een chilipepertje en zure room gemengd. Dat smaakt al wat meer naar het leven zoals het is voor een Mexicaan in Roeselare.

De hoofdaanvaller van Knack laat het zich smaken in het Noorderhuis.
De hoofdaanvaller van Knack laat het zich smaken in het Noorderhuis. © Kris Van Exel

“Het Mexicaanse eten is misschien nog wat ik het meest mis hier. Al probeer ik ook de Belgische keuken, hoor. Frieten! (lacht) Maar dat is niet meteen aan te raden voor sporters, zeker? Frieten kennen we in Mexico ook wel, maar we eten het niet zo vaak als jullie. Verder mis ik eigenlijk niet zoveel. Een groot taalprobleem is er ook niet, ik pendel enkel tussen mijn appartement, de sporthal en de supermarkt. Ik kan me wat behelpen in het Engels, ik volg daar online lessen voor. Die betaal ik trouwens zelf, dat deed ik ook in Mexico al. Ik vind de mensen hier zelfs vriendelijker en opener dan bij ons. Je zou denken dat alle Mexicanen warmbloedig zijn, maar dat is heus niet altijd het geval. Ik voelde me hier meteen heel welkom. Echt eenzaam voel ik mij maar zelden, vooral omdat ik heel vaak videocall met familie en vrienden. Een vriendin liet ik er niet achter, neen. Of ik dan hier naar de mooie meisjes kijk? Alleen kijken, hé. (schatert) Verder lees ik heel veel. Meestal non-fictieboeken. Hoe je mentaal sterker wordt, hoe je je als topsporter kan motiveren… Ambitieus mannetje, hé. Ik wil altijd maar beter worden.” (grijnst)

Quiz

Een fiere Mexicaan ook, vindt hij. Al weet hij niet goed hoeveel inwoners Mexico telt. “Zo’n 52 miljoen? Oei, 126 miljoen! Da’s veel, hé!” Dat vráágt om een quizje over zijn land. Waarvoor is Mexico hier in Europa gekend, denkt hij? “Vooreerst voor onze sombrero’s, taco’s en tequila. Dat is zeker! En voor onze wey. Dat is gewoon het meest gebruikte woord in Mexico. Het slaat op amigo, zoiets. Straattaal eigenlijk. En Mexico is toch ook bekend voor zijn mariachi’s? Die typische straatorkestjes in hun kleurige pakjes. Twee violen, twee trompetten, een gitaar, een paar zangers. Dan is er ook nog de Mayacultuur, onze eerste volkeren. (schalks) En zeker niet te vergeten: Mexicaanse vrouwen hebben doorgaans hele mooie, grote en bijzondere ogen! Ook typisch hoor!”

“Mexicaanse vrouwen hebben doorgaans hele mooie, grote en bijzondere ogen! Ook typisch hoor!”

Maar hij wil ook de minder mooie kant van zijn land niet ontkennen. “De drugsoorlogen. Het is zo verweven met Mexico dat we er niet meer van opkijken als ons land weer wordt geassocieerd met drugs, geweld, de maffia en de bendes. Heb je El Chapo (Netflix-serie over een Mexicaanse drugsbaron, red.) gezien? Maar eerlijk: het is een typisch probleem voor de grootsteden, vooral voor Mexico-City. Daar heb ik ook nog gewoond, maar ik werd er nooit echt mee geconfronteerd.”

Vol sportpaleis

Na de nachos volgt als bijna vanzelfsprekend burrito: een gevulde, opgerolde tarwetortilla. Diego verkiest met gehakt, Luana opteert voor kip. Ze legt uit dat burrito van het Spaanse burro komt, wat ezel betekent. Waarop Diego zich steeds meer als een foodie etaleert, er volgt een hele uitleg over taco’s, harde en zachte, en pozole is volgens hem heel lekkere Mexicaanse soep met maïs. Maar dat is voldoende over de Mexicaanse keuken, we moeten het dringend over Knack en volleybal hebben.

“Toen Knack informeerde, twijfelde ik geen seconde om toe te happen”

“Toen mijn management afkwam met Knack Roeselare, heb ik geen seconde getwijfeld. Ik kende de ploeg al, want ik volgde het Europese volleybal online. Ik wil alles uit mijn volleybalcarrière halen. Als universiteitsstudent woon ik al sinds mijn 17de alleen, ik zag een avontuur op mijn eentje in Europa en België als een uitdaging. Ik heb me wel moeten aanpassen aan het Europese volleybal. In landen als Italië en Polen ligt het niveau nóg hoger, dat weet ik, maar ik vind het Belgische volleybal ook al een hele stap vooruit. In Mexico was het niet zo tactisch, hier is àlles doordacht. Knack is natuurlijk ook de absolute top in België. We staan inmiddels al zeven punten voor in de competitie, de titel is een must, en de bekerfinale van zaterdag moeten we ook winnen (Menen staat pas 7de, red.). Menen is onze grote rivaal, niet? De grote West-Vlaamse rivaal? Een vol Sportpaleis? Minstens zesduizend toeschouwers? Ik hou van zo’n sfeer, dat zorgt voor nog wat meer adrenaline. Maar het is niet zo dat ik zenuwachtiger zal zijn dan voor een andere match. Ik ben altijd 100 % gefocust op mijn spel. We versloegen ze laatst nog in eigen huis met 0-3. (opgewekt) Het wordt zaterdag opnieuw 3-0! We pakken titel en beker! Omdat ik ooit een stap hoger wil zetten, had ik graag gehad dat we nog Europees speelden, maar Europees volleybal is niet de enige weg om mij te laten opmerken. Ik weet dat het topvolleybal in België in heel Europa wordt gevolgd.”

Diego klinkt met onze Oostendse tolk Luana.
Diego klinkt met onze Oostendse tolk Luana. © Kris Van Exel

Droom

Ooit wil hij dus naar de Europese top, om binnen een jaar of tien terug te keren naar Mexico. “Weet je, na mijn carrière wil ik in Mexico zelf een restaurant beginnen. Ik heb er al een pand waarin alles al geïnstalleerd is. Ook een naam heb ik al: Cacharrito! Dat staat voor kleine keuken, zoiets.” Kijk eens aan. Dan mag de toekomstige chef van Cacharrito nog eens zijn oordeel geven over ons diner in Casa Norte. “Eerlijk, ik vond de nachos en burrito heel lekker. Jammer dat ik dit restaurant niet eerder leerde kennen. Toch is de keuken nét iets minder lekker dan bij ons. Maar dat heeft te maken met de ingrediënten, de kruiden… Die komen van hier en missen wat van onze typische smaak. Hoor eens, dat is een nummer uit mijn geboortestreek! Mag ik nog een pina colada?”

Wie is Diego Gonzaléz?

– Heet voluit Diego Gonzaléz Castañeda

– Meet 2m02

– Geboren op 15 februari 2000 in Guadalajara, Mexico

– Eén oudere zus, Caren

– Eerste seizoen als hoofdaanvaller van Knack Roeselare – rugnummer 14

– Was out van oktober tot december met een handblessure

– Speelde eerder in Mexico voor Mezcaleros, Tigres UANL en Tapiatos de Jalisco

– Hobby’s: eten en lezen (non-fictie)

– Vrijgezel

Decospan Volley Team Menen – Knack Roeselare, zaterdag 10 februari om 15.30 uur in het Sportpaleis.