“Voorzitter geworden puur uit liefde voor Cercle”: maak kennis met Thomas Tousseyn, professor én Cercle-voorzitter

Thomas Tousseyn: “Wij moeten er vooral voor blijven zorgen dat Cercle een bestaansrecht heeft. Dat kan in de eerste plaats door zelfbedruipend te worden.” © Kurt Desplenter Foto Kurt
Tjorven Messiaen
Tjorven Messiaen Reporter

Zondag is het opnieuw tijd voor Cercle Brugge-Club Brugge. Niet alleen dé derby, maar deze keer ook een topper. De nummer vijf tegen de nummer drie. De Vereniging ligt op koers voor de Champions’ play-off en wil ook tegen de stadsgenoot die koers verderzetten. Wat een tijd om Cercle-voorzitter te zijn. Wij gingen daarom langs bij voorzitter annex professor pathologie annex diehard Cercle-fan Thomas Tousseyn (47).

We moeten Thomas Tousseyn feliciteren. Volgende week viert de naar Oud-Heverlee uitgeweken Varsenarenaar zijn eerste verjaardag als voorzitter van Cercle Brugge. En dat in het jaar dat Cercle zijn 125ste verjaardag viert én dat de Vereniging aan zijn beste seizoen in decennia bezig is. Driedubbel feest. Met de derby in aantocht het ideale moment om de man eens aan het woord te laten. Al hoeft dat voor hem eigenlijk niet per se. “Ik ben iemand die het liefst op de achtergrond functioneert en ervoor zorgt dat anderen kunnen schitteren.”

Maar nu Cercle hoogdagen beleeft, moet het wel héél prettig zijn om voorzitter te zijn?

“Het is vooral heel ontspannend. (lacht) Voor mij is deze goede sportieve periode echter geen toeval. We zijn tien jaar geleden een transformatieproces gestart, dat de eerste jaren met horten en stoten verlopen is, maar waarin ik nu vooral een positief groeiverhaal zie. Een viertal jaren geleden hebben we hier een heel duidelijk project op poten gezet en een heel duidelijke missie geformuleerd. Door de afgelopen jaren hard en geduldig te werken en zo voor continuïteit en stabiliteit te zorgen, loont dat nu. We zijn ook doorgegroeid in onze identiteit en hebben zelfvertrouwen getankt. Zonder overmoedig te worden, zijn we ervan overtuigd dat het beste nog moet komen, omdat we telkens iets beter willen doen, door het inslijpen van de zogenaamde plus one-mentaliteit. We willen telkens iets beter te doen en altijd maar weer stappen zetten, in alle geledingen van de club.”

Monaco is eigenaar van Cercle Brugge en heeft het dus voor het zeggen. Wat is dan concreet uw rol als voorzitter?

“Het grote verschil met andere voorzitters in België is dat ik niet ook de grote geldschieter ben. Ik heb in 2013, toen nog in de oude structuur, wat spaargeld in de Vereniging gestopt, puur uit liefde en zonder de bedoeling om daar ooit een cent van terug te zien, maar dat maakte me op zich niet meer dan een kleine aandeelhouder. Bij de overname door Monaco is dan evenwel onderhandeld dat de voorzitter altijd iemand zal zijn uit de historische aandeelhoudersgroep om die lokale verankering te garanderen en uiteindelijk ben ik vorig jaar dan verkozen als voorzitter. Mijn rol is duidelijk gedefinieerd. Enerzijds ben ik de voorzitter van de raad van bestuur, die bestaat uit drie lokale bestuursleden en twee Monegaskische bestuursleden. In die hoedanigheid ben ik de eindverantwoordelijke van de raad van bestuur, die mee de lijnen uittekent, de budgetten goedkeurt en de brug vormt tussen de aandeelhouders en het operationeel management. Anderzijds zie ik mezelf vooral als ambassadeur. Als iemand die de waarden van Cercle uitdraagt en de geschiedenis kent. Een bewaker van onze identiteit.”

“Zonder overmoedig te worden, zijn we ervan overtuigd dat het beste nog moet komen”

Was u Wouter Vandenhaute geweest, we noemden u een niet-uitvoerende voorzitter.

“Het klopt dat ik geen operationele taken uitvoer, ik word overigens ook niet betaald, maar het is meer dan een louter ceremoniële post. Uiteindelijk ben ik wel mee hoofdelijk verantwoordelijke voor mocht het hier om één of andere reden ooit misgaan. Betekent dat dat ik ga bepalen hoeveel flesjes water er in de frigo moeten staan? Neen, maar ik kan wel mee richting geven aan waar we met Cercle naartoe willen. In samenspraak met de vertegenwoordigers van AS Monaco uiteraard. We willen een talentenplatform en referentie worden in de opleidingscompetitie die de Jupiler Pro League is. Mét aandacht voor lokale verankering.”

Als u dan leest dat Dmitry Rybolovlev, die twee derde van de aandelen van Monaco – en dus ook van jullie – bezit, een waardebepaling liet doen van zijn aandelen. Schrikt u dan?

“Neen, want er wordt vanuit Monaco altijd heel open gecommuniceerd. We waren ook op de hoogte van hetgeen verschenen is. Weet je, voor mij is het zelfs geen slecht signaal dat de hoofdaandeelhouder zijn aandelenpakket heeft laten waarderen. Dat is immers iets wat iedereen die verstandig investeert doet.”

Er gingen hier dus geen alarmbellen af?

“Nee, helemaal niet. Er is geen enkele reden tot ongerustheid. Integendeel, we spreken op dit moment met AS Monaco om budgettaire ruimte te creëren voor de bouw van een nieuw opleidingscentrum aan de Gulden Kamer. Wij moeten er vooral voor blijven zorgen dat we een bestaansrecht hebben. Dat kan in de eerste plaats door zelfbedruipend te worden. Door uitgaande transfers te realiseren bijvoorbeeld. Dan kom je veel meer los van het ‘wat als’-verhaal. Monaco past bij als er door omstandigheden rode cijfers zijn, maar met de huidige ploeg die we hebben, zijn we zélf waarde aan het creëren. Dat maakt onze positie alleen nog maar sterker.”

Ligt er een noodscenario klaar voor mocht Rybolovlev plots besluiten toch te willen verkopen?

“Waarom zouden we daar nu over spreken? Daar is geen enkele aanleiding toe. De meerderheidsaandeelhouder startte een strategische oefening om zijn belangen in AS Monaco te waarderen, waarbij er geen enkele garantie is dat dat zal resulteren in één of andere transactie.”

Je combineert het voorzitterschap met een job als professor pathologie. Een opvallende combinatie.

“Mijn rol als voorzitter van Cercle is eigenlijk een uit de hand gelopen hobby. Mijn job als professor, waarbij ik verbonden ben aan het UZ Leuven en de KU Leuven, is mijn échte job. Die bestaat eigenlijk uit vier kerntaken. Ik stel kankerdiagnoses van leukemie en lymfomen, ik doe onderzoek, ik geef les en doe daarnaast ook aan maatschappelijke dienstverlening. Net daarin zie ik de meerwaarde van de rol die ik bij Cercle speel. Het voetbal heeft een enorm bereik naar de maatschappij toe. Dat hebben we van dichtbij ondervonden met de Stichting Me To You, waar ik me ook voor inzet. Door het verhaal van Cercle-keeper Miguel Van Damme is er ongewild een link ontstaan tussen Cercle en mijn job. Ik weet nog dat ik in 2016 een telefoon kreeg met de mededeling dat Miguel leukemie had. Wat dat toen bij Cercle in gang gezet heeft qua mooie, menselijke interacties, was fenomenaal. Dat waren jaren waarin we het sportief niet gemakkelijk hadden, maar waarin Miguel symbool stond voor die never give up-mentaliteit. Miguel is jammer genoeg overleden, maar vandaag leeft dat fonds verder in zijn nagedachtenis. Daarin merk je echt hoe groot het bereik is dat voetbal heeft. Ik sprak bijvoorbeeld onlangs nog een Club Brugge-fan die dankzij het verhaal van Miguel stamceldonor geworden is. Dan zie je dat je het clubbelang kan overstijgen. Dat maakt het voetbal ook zo mooi.”

Door het verhaal van Cercle-keeper Miguel Van Damme, die overleed aan leukemie, is er ongewild een link ontstaan tussen Cercle en de job van Tousseyn: “Daarin merk je echt hoe groot het bereik is dat voetbal heeft.”
Door het verhaal van Cercle-keeper Miguel Van Damme, die overleed aan leukemie, is er ongewild een link ontstaan tussen Cercle en de job van Tousseyn: “Daarin merk je echt hoe groot het bereik is dat voetbal heeft.” © KURT DESPLENTER BELGA

Waarom stapt iemand uit de academische en medische wereld eigenlijk in een voetbalclub?

“Heel naïef, maar uit liefde voor Cercle Brugge. Die heb ik meegekregen van mijn ouders en grootouders. Ik kom echt uit een groen-zwart nest en heb zoveel herinneringen aan toen ik als kind naar Cercle ging. Ik weet bijvoorbeeld nog hoe ik als kind samen met een vriend voor de match en tijdens de rust met een reclamebord van de voetbalschool rond het veld liep en hoe we dan tijdens de match vlak naast de dug-out mochten plaatsnemen. En hoe Luc Beyens, toen een speler van Club Brugge, tijdens een derby dat bord met een welgemikte trap doormidden knalde vlak voor de spionkop van Club Brugge. Je kan het supporter zijn eigenlijk niet rationeel verklaren. Professor Filip Boen verwoordde het in zijn boek Iedereen supporter? misschien nog wel het beste: supporter zijn is als een soort virus dat zich in iemand nestelt. Dat is bij mij niet anders. Dat zaadje is als kind geplant en is nooit meer weggegaan. Soms vind ik het zelf nog steeds surreëel dat ik voorzitter ben van Cercle.”

Kijkt u nu anders naar het voetbal nu u voorzitter bent?

“Toch wel. Ik blijf de grootste supporter van Cercle, maar toen ik bestuurder en later voorzitter werd, is dat supporter zijn wel veranderd. Vanuit mijn functie moet ik immers altijd een stap verder denken, waardoor ik niet meer ongedwongen naar een match kan kijken. Ik besef nu te hard dat één doelpunt een wereld van verschil kan maken. Neem nu de goal van Yagan tegen Lommel toen we in tweede klasse zaten: die goal was misschien wel de belangrijkste goal van het afgelopen decennium voor Cercle, omdat ze zo’n grote impact had op het voortbestaan als profploeg. Dat is maar één doelpunt, één wedstrijd, maar daar hangt zoveel meer aan vast. Had hij die goal niet gemaakt, had de toekomst van Cercle er helemaal anders uitgezien. De impact van dat soort momenten zijn dingen waar je als bestuurder zoveel meer bij stilstaat.”

“Soms vind ik het zelf nog steeds surreëel dat ik voorzitter ben van Cercle”

Bent u dan nog extra gespannen nu de derby eraan komt? Het is uiteindelijk de match van het jaar voor Cercle.

“Ik heb het gevoel dat het de laatste weken elke week de match van het jaar is! (lacht) Maar zo’n derby is wel folklore natuurlijk. Ook voor mij is het wel iets speciaals. Ik weet nog dat ik in het middelbaar samen met een vriend de enige Cercle-supporter was. Al de anderen supporterden voor Club. Misschien is het daarom wel dat die derby bij onze fans harder leeft dan bij de Club-fans. Maar ik houd wel van dat sentiment. Het is altijd leuk om tegen hen te spelen. Zeker als je het zelf ook goed doet. Als ik als voorzitter spreek, is deze wedstrijd echter belangrijker op het vlak van klantenbinding dan op het vlak van resultaat. Dit is immers een van die matchen waarin we mensen moeten proberen warm te maken om naar Cercle te komen kijken. Er is immers een heel grote groep mensen die het Brugse voetbal in zijn geheel een warm hart toedraagt. Hen moeten we proberen overtuigen om naar Cercle te komen kijken.”

Pronostiekje?

“Als ik voor het seizoen mijn pronostiek invul bij een supporterslokaal in Varsenare zet ik bij alle matchen een overwinning voor Cercle, dus voilà.”