“Mijn hele carrièreplanning is om zeep”: Nicky Hayen kan niet ontkennen dat Club absolute titelfavoriet is
Nicky Hayen leeft in een sprookje, zegt hij. Niet eens sinds die onwaarschijnlijke landstitel als interimcoach van Club Brugge in mei. En niet omdat hij vandaag nog steeds hoofdcoach van Club Brugge is. Wel sinds hij half 2022 coach mocht worden van Club NXT. “De beste club om bij te leren.” Maar nu is het voor echt. Voor de dubbel…. En de Champions League… “We hebben de sterkste spelersgroep van het hele land. Maar daarom niet de beste ploeg.”
Nicky Hayen (43) stopte als voetballer precies tien jaar geleden, werkte even als vertegenwoordiger en als profiler voor Securitas, maar zijn vrouw heeft het altijd geweten: “Nicky kan niet zonder voetbal.” En dus werd hij vanaf 2018 fulltime voetbalcoach. Bij Berchem, STVV, Waasland-Beveren en de Welshe amateurclub Haversfordwest, begot. “Vallen en opstaan,” noemt de Limburger dat. Maar sinds half 2022, toen hij coach werd van Club NXT leeft de vroegere verdediger naar eigen zeggen in een “sprookje”, zo’n perfecte club vindt hij blauw-zwart om bij te leren als coach. Hoe moeten we dan maart 24-juli 24 noemen? De jeugdcoach werd bij de start van de Champions’ Play-offs 23-24 hoofdcoach a.i. van Club Brugge, “om te redden wat er nog te redden valt.” Maar zie, de West-Vlaamse trots dichtte een kloof van 19 punten, werd de meest onwaarschijnlijke landskampioen uit de Belgische voetbalgeschiedenis en Hayen mocht T1 blijven. Uiteraard mocht hij blijven.
Hoorde je afgelopen weken nog eens Carl Hoefkens? Die kan je over de risico’s vertellen van een jonge T2 die bij Club mag overnemen.
Nicky Hayen: “We sturen elkaar nog wel eens een berichtje maar verder was er geen contact over. We moeten daar niet onnozel over doen: elk zijn vak. Ik heb met Carl uitstekend kunnen samenwerken. Net zoals met Rik De Mil. En Ronny Deila.”
Je zou die laatste niet gehoord hebben na de titel?
“Neen. Ik kreeg wél een berichtje met succeswensen voor de kampioenenmatch. (glimlacht) Er verscheen plots Ronny op mijn scherm en ik kon niet meteen plaatsen welke Ronny dat was. Maar ik vind dat geen onderwerp, of hij mij berichtjes stuurde of niet. Hoe Ronny bij zijn vertrek mijn loyaliteit loofde, was voor mij het mooiste compliment.”
Is coach zijn van Club Brugge moeilijker of makkelijker dan van Waasland-Beveren?
“Ik zal je wat zeggen: ik werk op precies dezelfde manier en even hard als toen. Maar hier kan ik meer vragen, daar had ik de neiging om te streng te zijn, omdat ze niet konden uitvoeren wat ik in gedachten had.”
Zeg je nu dat je bij uitstek de skills hebt van een coach voor een topclub?
“Neen, dat zeg ik niet. Ik heb me toen ook kunnen aanpassen en ik heb toen ook een periode gekend van goede resultaten.”
Intussen heb je je hier ook aangepast aan het Club-model. Het sprak naar verluidt in je voordeel dat je wil en kan luisteren naar hogerhand hier.
“Ja, ik deel heel veel informatie met de mensen boven mij. Opdat ze de aanpak en de opdrachten van de spelers voldoende zouden kennen om een wedstrijd juist te beoordelen. En ik vraag ook hun input na de wedstrijden. Met zo’n open communicatie kan je makkelijker problemen vermijden.”
“Ik ga Vanaken niet beter maken. Maar er kunnen altijd een paar details verbeteren”
Is jouw vak veel moeilijker geworden dan toen je zelf nog voetbalde?
“Het is niet meer hetzelfde voetbal. Het is stap voor stap sneller gegaan en de dynamiek is veel complexer geworden waardoor de spelers veel meer moeten nadenken en ze sneller moeten handelen.”
Nu spreekt opa: het is wel nog steeds hetzelfde spelletje als twintig jaar geleden. Máken de coaches het ook niet ingewikkelder?
“Dat kan kloppen. Er is ook een evolutie geweest, onder toedoen van coaches als Guardiola en intussen ook Nagelsmann. Steeds meer jonge coaches profileren zich ook in die richting, wat het voetbal interessanter en minder voorspelbaar maakt.”
Spanje werd wel Europees kampioen door simpel elke keer met nagenoeg dezelfde elf op dezelfde positie in hetzelfde systeem te voetballen.
“Alles heeft te maken met de profielen in je spelersgroep waarover je beschikt. Dié bepalen hoe je speelt. Om niet al té voorspelbaar te zijn of om eens iets anders te proberen als spelers niet in vorm zijn, probeer ik in de voorbereiding ook graag wat uit. Zoals eens drie man achterin, ja. Maar we speelden vorig seizoen wel op een eenvoudige consistente manier en werden zo kampioen. Met het nodige geluk ook. Bekijk maar eens welke goals we soms hebben gemaakt in de play-offs”.
Voetbal is de grootste toevalsport die er bestaat?
“Voor een stuk wel. Als we niet twee, drie keer dat geluk hadden, waren we wellicht geen kampioen. Al heb je dan als coach even goed gewerkt.”
Ik beschouw mijn favoriete uitspraak van Youri Mulder als een compliment: een goeie coach is een coach die geen domme fouten maakt.
“Maakt niet iedereen fouten? Als je geen fouten maakt, speel je kampioen met het maximum van de punten. Maar als coach kan je wel foute keuzes maken. Of het té gecompliceerd maken.”
Afgelopen jaren startte Club elk seizoen met de beste spelersgroep van het land en dit jaar lijkt dat meer dan ooit het geval, niet?
“Er is behalve Thiago niemand vertrokken én Tzolis, Nilsson, Romero, Jashari en Siquet zijn er bij gekomen, we zíjn dus in theorie al beter dan vorig seizoen. Maar de beste spelers vormen niet automatisch de beste ploeg.”
Moet dit seizoen niet het jaar van Nusa worden. Als hij blijft tenminste?
“Nusa moet nu zoveel mogelijk minuten maken. En we zien wel of hij hier na september nog is.”
Er vertrekken er wellicht nog wel een paar maar met nu ook nog Siquet bovenop Et-Taibi als stand-in voor Sabbe is alvast elke positie minstens dubbel bezet.
“We zitten redelijk goed, ja.”
Je zei meteen voor de start van het seizoen: we willen er van de eerste match staan.
“Ik wil altijd winnen. Nu is Mechelen de tweede belangrijke opdracht. We mogen niet vergeten dat we vorig seizoen in de reguliere competitie 19 punten achterstand hebben opgelopen, zo’n kloof mogen we ons nooit meer permitteren. Vandaar mijn nadruk op competitiviteit en samenwerking, elke dag weer.”
Je kan nu meer eisen dan als interim-coach, zei je eerder. De lat moest hoger?
“Deze spelers zijn in principe zo goed dat hun goeie vorm als normaal wordt beschouwd, waardoor er risico is op nonchalance. Ik wil hen prikkelen naar een nog hoger niveau.”
Toen we hier vorig seizoen voor deze reeks samenzaten met Ronny Deila zei hij dat een coach voor 80 procent een goeie peoplemanager moet zijn.
“Voor mij is peoplemanagement in de eerste plaats: mensen vertrouwen geven. Hen zuurstof geven. Niet veroordelen op fouten, die maken we allemaal. Ik moet daarvoor geen specifieke boeken voor door te nemen, ik denk te mogen zeggen dat het aanvoelen van mensen en hen vertrouwen geven één van mijn kwaliteiten is.”
“Als speler zág ik het wel allemaal, maar ik had niet de kwaliteiten om het uit te voeren”
Een andere kwaliteit van je bleek keuzes durven maken.
“Keuzes maken, is niet altijd zó moeilijk. Het moeilijkste van dit vak is knopen te moeten doorhakken als alle 22 spelers op niveau zijn. Het beste voorbeeld van vorig seizoen was De Cuyper-Meijer, indien Maxim niet op rechts moest depanneren. En dan hangt het ook af van de tegenstander. Dan is het kiezen vóór een speler, ik kies nooit tégen een speler.”
Michel D’Hooghe, bekend in dit huis, vond dat elk jaar de Coach van het Jaar niet diegene moet zijn die het beste resultaat heeft neergezet maar diegene die het meest spelers heeft beter gemaakt. Lijkt moeilijker bij Club A dan bij Club NXT. Kan je Hans Vanaken nog beter maken?
“Neen. Maar toch zijn er altijd nog wel een paar details die kunnen verbeteren. Maar het zit wel in Club: resultaten koppelen aan de ontwikkeling van jonge talenten om die te kunnen verkopen.”
Klopt het dan wel dat bij je aanstelling tot T1 je evaluatie van coach van Club NXT negatief dreigde te worden omwille van ‘meer persoonlijke ambities dan ontwikkeling’?
“Ik heb die evaluatie nooit gekregen, er wordt al te vaak iets gezegd of geschreven dat niet klopt. We eindigden derde en een aantal jongens kon de stap zetten naar het eerst elftal, zo hárd met mezelf kan ik niet bezig zijn geweest. Ik heb intern ook altijd gezegd dat ik als ik hier geen T1 zou worden ik altijd wilde terugkeren naar Club NXT. Omwille van alle faciliteiten die er hier zijn. Ik had nog niet het gevoel dat ik hier ‘uitgeleerd’ was en dan kan je niet beter zitten dan hier.”
Maar je carrièreplanning is eind vorig seizoen wel helemaal doorgeschoten?
“Die is helemaal om zeep. (lacht) Eerst was er de bewuste keuze om als T1 op een lager niveau te beginnen. Daar kreeg ik wel eens de opmerking dat ik te professioneel was voor hun niveau, ik moest me meer als een coach voor het amateurvoetbal gedragen. En dus plande ik voor de volgende zes, zeven jaar: eerst de U-18 en dan de beloften om dan de vaste T2 te worden bij STVV, de club waar ik was opgegroeid. Maar na het tweede seizoen, waarin ik even hoofdcoach werd en dan T2, kwam een nieuwe coach en scheidden onze wegen. Waasland-Beveren dus. Einde carrièreplanning.”
Maar nu wel plots T1 van een club die Champions League speelt. Dan sta je toch elke ochtend op en denk je: ‘wauw!’ En droom je verder?
“Neen. Echt. Nog geen seconde bij stilgestaan. Ik blijf daar allemaal heel bescheiden en nuchter onder. Omdat ik de andere kant van de medaille heb meegemaakt. Daarom ga ik ook nooit zeggen dat ik de kwaliteiten heb voor de absolute top. Als men mij vraagt hoe hoog ik als trainer wil eindigen, kan ik alleen zeggen: zo hoog mogelijk. Maar als jij dan zegt Real Madrid, dan zeg ik: dat kan ook de hoogste amateurreeks zijn.”
Als je ploeg even goed presteert in de Champions League als in vorige play-offs zal het toch eerder in de richting van dat eerste zijn, hoor.
“Daar denk ik echt niet over na.”
Nu ligt de druk wel veel hoger dan in maart. Dat begon al op de kampioenenviering toen voorzitter Verhaeghe meteen uitriep: en nu de dubbel!
“Ach, zo is Club, de ambitie straalt van dit gebouw. Weet ik al van de eerste dag dat ik begon bij Club NXT.”
Michel Preud’homme wilde altijd pas in januari, na de wintermercato, de kansen van Club afwegen.
“Wanneer kan je wél zeggen wie favoriet is? We begonnen aan de play-offs met 19 punten achterstand, dat zegt alles. We zetten wel doelen voorop, hopen op zoveel punten in de volgende, vier, vijf matchen…”
En vanaf half september is er al de nieuwe Champions League, een groepsfase met acht matchen.
“Men vraagt me nu al: op welke loting hoop je? Ben ik dus to-taal nog niet mee bezig.”
Wordt op basis van al jullie data niet naar een fysieke piek gewerkt tegen half september?
“Neen. Wat dan met een fysieke terugval in oktober, november? Na zes weken kan je ook als ploeg nog niet helemaal gerodeerd zijn, maar we willen wel verdergaan op ons voetbal van in de play-offs. En op het laatste half uur tegen Union vorige zaterdag, het eerste uur was zwaar ontgoochelend. We moeten consistenter worden.”
Ik heb de indruk dat je intussen liever coach bent dan speler?
“Het leven van een profvoetballer is het mooiste wat er is. Maar de fysieke arbeid wordt soms wel eens onderschat.”
Oei, we gaan niet vergelijken met wat wielrenners ervoor moeten doen.
“Dat is een andere belasting. En de renners rijden ook niet altijd aan honderd procent. Wat ik wilde zeggen: als voetballer heb je wel heel veel vrije tijd, nu heb ik er bijna geen. Maar dat is de keuze die ik maakte. Als speler zág ik het wel allemaal, maar ik had niet de kwaliteiten om het uit te voeren. Waardoor ik nu wel het gevoel heb een betere trainer te zijn dan ik als voetballer was.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier