“Kinderen in een shirt met mijn naam, wie had dat gedacht?”: het sprookje van jeugdproduct Joaquin Seys bij Club Brugge

Seys werd in zijn eerste maand meteen verkozen tot Speler van de Maand bij Club. © TOM GOYVAERTS BELGA
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Dat wisten we intussen wel van Joaquin Seys: vorig seizoen nog anoniem bij Club NXT maar vandaag als flankverdediger de grote revelatie van blauw-zwart. En dat hij opvallend nuchter blijft onder de plotse roem. Al staat de Oostendenaar , pas 19, straks op San Siro. En later tegenover Haaland en co. Maar wist u ook dat de new born stervoetballer liever ouderwetse gezelschapsspelletje met de familie speelt dan hij voetbal kijkt. Of op de PlayStation zit. En dat hij diepgelovig is. Een bijzonder verhaal is het, die Seys van Club.

Er was eens een jongetje in Gistel dat bij KV Oostende voetbalde. Joaquin Seys. Dat jongentje is intussen al 19 jaar en een stervoetballer van landskampioen Club Brugge maar, zegt hij: “Eigenlijk ben ik nog steeds dezelfde kleine jongen die nu bij Club Brugge mag voetballen.”

Zijn vader was een voetballer, “ook een verdediger, maar geen fullback, geloof ik – ik zag hem nooit spelen. En vraag me niet bij welke clubs hij zoal heeft gespeeld. De Haan en zo, ik weet alleen dat het er veel waren.” Zijn vader werkt op de politiedienst van Oostende (“Rijdt met de fiets rond”), zijn moeder ook, op de sociale cel, “onderzoeken naar sterfgevallen en zo”. Hij woont bij zijn vader en zijn stiefmama, die in de zorgsector zit, zijn ouders schieten nog uitstekend op. “Ze zijn supertrots natuurlijk. Maar zullen er ook wel voor zorgen dat ik niet ga zweven. Al is daar weinig gevaar voor.”

Bijzonder aan dat jongetje: hoe hij ook als topvoetballer in eerste instantie familiemens is gebleven. Blijkt uit zijn vrije tijd met zijn zus die voetbalt bij een ploegje in Oudenburg en met zijn twee stiefzussen.

“Ik speel heel graag met de familie gezelschapsspelletjes. Ik kijk echt graag en veel voetbal op televisie maar ik zal dat, net als mijn Playstation, meteen laten vallen voor een gezelschapsspelletje met de familie. Dat zijn echt momenten die ik koester. En nog meer nu mijn zus op kot gaat studeren en ik haar dus minder ga zien.”

Een rustige en eenvoudige jongen dus. Nogal atypische profvoetballer misschien. Simpel: “Ik kan nu meer sparen, ik hoef geen dure merken of vijfsterrenhotels op vakantie.”

Dus ook niet op Rhodos, waar hij afgelopen zomer op vakantie was. “Die vakantie heeft me deugd gedaan, ik kon er een jaar met veel blessures achter mij laten om dan te kunnen herbeginnen met een schone lei. Ik wist dat er kansen konden komen en dat het snel kon gaan.”

Maar zó snel? Ze hadden daar op het strand toch niet durven dromen dat hij twee maanden later zou worden verkozen tot Player of the Month van Club Brugge? Met meer dan de helft van de stemmen?! En voor elke stem kreeg SAS Boezinge 1 euro steun.

Keihard werken

“Hoeveel stemmen ik kreeg, weet ik niet, maar het was afgelopen maand wel de kers op de taart. Had niemand voorgaande jaren toch durven verwachten?”

Terug naar het jonge voetbaltalentje van KV Oostende. Hij werd er al op zijn 7de weggehaald door Club Brugge waar de blonde verdediger redelijk anoniem alle jeugdreeksen doorliep, niet meteen werd beschouwd als Het Grote Talent. Maar hij bleef keihard werken. “Ik denk dat het eerder een voordeel was, dat ik nooit de status had van toptalent, dat de verwachtingen niet meteen heel hoog lagen – al voelde ik intern wel vertrouwen. Profvoetballer worden, was en bleef van jongsaf mijn droom. Iets anders was geen optie. Ik heb dan wel mijn technisch middelbaar afgemaakt maar een topstudent was ik niet. Ik leefde voor het voetbal, uitgaan interesseerde mij niet. Eigenlijk zijn al mijn vrienden voetbalvrienden.”

“Ik wist dat er kansen konden komen en dat het snel kon gaan”

We zitten al midden het sprookje dat hij beleeft. Maar vraag je hem vandaag een simpele ‘hoe is ‘t..?’ Dan krijg je nuchter ‘Goed, ik kan niet klagen…’ Om daar dan wel aan toe te voegen: “Ik besef het nog niet helemaal, geloof ik. Alsof het nog aan het binnensijpelen is. Ik ben gewoon gelukkig dat ik elke dag naar Westkapelle mag rijden en op deze velden trainen. Dat maakt niet elke jongen mee, hé.”

Vanuit de jeugd op zijn 19de meteen basisspeler bij de landskampioen, bedoelt hij, gedebuteerd met een goal zelfs en straks op het hoogste voetbalpodium van de wereld… het is genieten. Van de berichtjes in de Whatsappgroep van zijn straat in Gistel. Allemaal supporters. Glimlachend: “Dan sturen ze: Amai! Straks moeten we hier nog hekken neerzetten om je fans tegen te houden…’

Intussen liggen die verwachtingen die tijdens de jeugd niet al te hoog lagen, nu wel een stuk hoger. Seys lijkt The Next Big Thing van Club.

“Dat is niet onlogisch, al zeker niet na mijn goal bij mijn debuut. Maar ik denk dat ik mentaal sterk genoeg ben om daarmee om te gaan.”

Extra concurrentie

Zelfs als hij al eens een match of vijf na elkaar op de bank zou moeten zitten. Op rechts is Sabbe alweer fit en haalde Club met Siquet toch alweer een ervaren concurrent binnen en op links, als linksvoetige nog steeds zijn beste positie, is er de concurrentie van De Cuyper, Rode Duivel, en komt Meijer terug.

“Toen Siquet werd aangekondigd dacht ik wel even ‘fuck, die positie was toch al dubbel bezet?’ Maar ik besefte snel dat op dit niveau zoveel concurrentie noodzakelijk is, het maakt ons alleen maar beter. Ik heb toch al kunnen tonen dat ze op mij kunnen rekenen als ze me nodig hebben. Ik heb vaak genoeg op de bank gezeten, was bij de jeugd altijd de magerste en de kleinste jongen die tegen grotere en sterke jongens moest concurreren. En dan kreeg de makkelijkste uitleg ‘we willen je nu nog niet kapotmaken…’ Het heeft me mentaal heel sterk gemaakt. Én ik ben ervan overtuigd dat de jeugd van Club altijd voldoende kansen zal krijgen, het plan dat de helft van de ploeg ooit uit eigen producten moet bestaan, zie ik echt haalbaar.”

Joaquin Seys is ervan overtuigd dat de jeugd van Club altijd voldoende kansen zal krijgen.
Joaquin Seys is ervan overtuigd dat de jeugd van Club altijd voldoende kansen zal krijgen. © KURT DESPLENTER BELGA

En vanaf volgende week wordt zijn sprookje nog mooier. Die Champions League, ja. Met tegenstanders als Dortmund, volgende woensdag opener, en later AC Milan, Juventus, Manchester City…Het is wat, voor dat jongentje van Gistel dat vorig seizoen met Club NXT gewoon meedraaide in 1B. De droom duurt verder. Hij moet toch al even gekeken hebben welke sterren hij straks allemaal tegenover zich krijgt? In het mythische San Siro van AC Milan, het Etihad Stadium van City…

“Mijn eerste droom, eerste elftal Club op Jan Breydel, is al uitgekomen, maar San Siro in de Champions League is nog van een ander niveau, hé. (peinzend) Daar staan en dan die hymne… Ik weet nog hoe ik als kind op televisie naar de Champions League keek en ik telkens ik dat muziekje hoorde, dacht ooit wil ik daar ook staan.”

Al lijkt hij geen type dat zwaar onder de indruk zal geraken van de omstandigheden.

“Ik zal in de tunnel en in dat rijtje wellicht wel nerveuzer zijn dan als we tegen KV Mechelen of KV Kortrijk moeten voetballen maar eenmaal de wedstrijd begint, zal ik die 80.000 toeschouwers wel van mij kunnen afzetten. Dan speel ik gewoon mijn spel. Vroeger speelde ik minder complexloos, durfde ik minder, maar met ouder worden, is dat veel verbeterd.”

Bovendien hoeft Club in die nieuwe Champions League groepsfase-volgens Seys heus niet het kneusje van de acht te worden. Er zouden acht punten nodig zijn voor de play-offs. Dat zijn twee overwinningen en twee draws en hij heeft dat allemaal al eens bekeken. En zelfs wat gerekend.

“Winnen tegen Sturm Graz, uit, en tegen Sporting Lissabon, thuis, lijkt niet onmogelijk. En dan elders nog één keer winnen? Je start toch nooit kansloos, ook niet tegen de beste ploegen van Europa?”

“Telkens ik op televisie dat muziekje van de Champions League hoorde, dacht ik ooit wil ik daar ook staan…”

Ook omdat Club eindelijk onder stoom is? “De moeilijke start had volgens mij echt te maken met de spelers die pas later helemaal fit waren.”

En nu hij zich ook kan tonen aan heel Europa: hoe snel zou zijn sprookje naar méér kunnen gaan? Durft dat jongetje van Gistel, zo met de voeten op de grond, toch al eens dromen? Zijn contract werd in het voorjaar verlengd tot 2026 maar het kan soms heel snel gaan met jong, Belgisch talent.

Eeuwig bij Club?

“Neen, het is nog veel te vroeg om verder te denken. Een andere club in België is geen optie, al zeker Anderlecht niet. Cercle Brugge? (lacht) Nooit! Later zou ik misschien wel eens graag het buitenland willen proberen, denk ik, al zit niet meteen een grote avonturier in mij. Ik zou er zeker niet rouwig om zijn om zoals Hans en Brandon mijn hele carrière bij Club Brugge te blijven.”

Forever de nummer 65 van blauw-zwart. Hij kreeg dat nummer toegewezen, “maakt mij niet zoveel uit” maar intussen lopen er kleine jongetjes te pronken met 65 Seys op de rug. “Echt, als ik er eentje zie lopen… dat doet mij wat. Veel zelfs. Zoals ik voel dat de fans mij graag zien. Wie had ooit gedacht dat ik een soort voorbeeld, een rolmodel, ging zijn? Het sterkt me te blijven bewijzen dat je ook met hard werken kan ver komen. No Sweat, No Glory is mij echt op het lijf geschreven.”

En er is nog meer op zijn lijf geschreven. Zoals een vlinder die symboliseert dat je vooral aan jezelf moet werken. Maar vooral, groot op zijn binnenarm, die ‘Verlos mij van al het kwade. Amen’, in het Portugees dan, valt op. Omdat het jongetje met de tatoeage zijn geloof wil benadrukken. Hoe bijzonder is dat niet, een blond jong stervoetballertje uit Gistel dat sterkte vindt in de bijbel en in gebeden?

“Het is niet dat ik mijn geloof van thuis meekreeg, het komt uit mezelf, ik ben daar al langer mee bezig. Ik haal er kracht uit. Maar het is niet iets wat iedereen begrijpt. Of waar je open over praat.”