Eén jaar prof en al 1/8ste finale Champions League, Bjorn Meijer maakt bij Club Brugge een droom mee: “Ik zie mezelf niet als een 19-jarige. Wil ik niet”

Bjorn Meijer: “Neen, ik denk echt nog niet aan een WK-selectie. Maar de nationale ploeg zit wel in mijn hoofd, voor binnen een paar jaar.” (foto Belga) © BRUNO FAHY BELGA
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Dinsdag Madrid: zweten en zwoegen en Mignolet, maar Club danst in februari nog mee op het kampioenenbal. Historisch. En nu wacht Anderlecht: Club spurt van de ene topper naar de andere. Bjorn Meijer zegt dan ook: “Ik hou van rennen.” We spraken de Nederlander maandag, net voor dat heftige tweeluik.

Zijn vader en zus, twee jaar ouder, waren dinsdag ook in Madrid. Ze zagen zoon en broer kort na de rust invallen en konden uitzinnig meevieren met al wat blauw-zwart is. “Ze zijn intussen al grote Clubfans,” duiddde Meijer maandag al. “Voor de Champions Leaguematchen in Brugge vertrekken ze in Groningen rond 15 uur en komen ze om 5 uur ’s nachts weer thuis. Het is een aanslag op hun ritme!” De afstand tussen Groningen en Brugge is voor hen te groot om ook nog eens alle competitiematchen van Club te volgen. Maar: “Mijn vader is intussen wel helemaal mee, hoor. Hij heeft nochtans vroeger zelf nooit gevoetbald en heeft mij ook nooit gepusht. Mijn moeder ook niet: Bjorn, je moét niet, hoor. Je moet er vooral plezier in hebben, zo klonk het.” Dat heeft de Nederlander, al in april door Club vastgelegd, momenteel in overvloed. Bekijk dan ook die megasprong: de Nederlandse linksachter/wingback is pas sinds een jaar profvoetballer en hij is nog steeds maar 19 jaar. Maar hij boomt lekker mee met Club Brugge, in de Champions League dan vooral… Hij staat nog wat in de schaduw van Jutgla, Sowah, Nielsen en Onyedika en in concurrentie met Sobol en Buchanan op de linkerflank, maar het wordt steeds duidelijker waarom Club zes miljoen euro neertelde voor een linksachter met nog maar 27 matchen in het eerste elftal van een Nederlandse middenmoter op de teller.

Na de 0-4 op Porto en jouw geweldige assist bij de derde goal, zei je dat het precies was alsof je in een film zat.

“Ik had dat gevoel in de laatste vijftien minuten op de bank, na mijn wissel. Het is moeilijk uit te leggen. (denkt na) Het voelde niet écht. ”

Was die 2-0 tegen Atlético in eigen huis niet nog mooier?

(denkt na) “Voor mijn gevoel niet. Wellicht omdat het in Porto op verplaatsing was. Hoe we dat hele stadion stil kregen… Ik keek toen naar boven en zag dat de Clubsupporters helemaal gek werden in hun vak. Ik moest in mijn arm knijpen, zeg maar. Dat die overwinning tegen Atlético na Porto kwam, speelde ook wel mee. We hadden in Porto al getoond wat we konden waardoor de verwachtingen hoger lagen. Maar misschien wordt Atlético uit nog het allermooiste.” (lacht)

Lees je de Belgische kranten?

“Neen. Nooit. Dat is het voordeel van te voetballen in het buitenland. In Nederland kwamen de kranten thuis en las ik wel eens wat. Nu kan ik dat afzetten. Dat boeit me ook niet.”

De commentaren na de winst thuis tegen Atlético waren euforisch. Volgens jullie coach kan Club, indien het plan goed uitgevoerd wordt, elke club in Europa aan.

“Waarom niet? Atlético heeft in de voorgaande jaren al aangetoond dat ze wereldtop zijn en we hebben er toch al thuis van gewonnen.”

Na Porto en Atlético volgden wel twee pijnlijke nederlagen in de Belgische competitie waardoor jullie al op acht punten staan van Antwerp. Opnieuw verliezen op Anderlecht is geen optie.

“We hadden gisteren (zondag, red.) een goede nabespreking van de match tegen Westerlo. Die match werd afgesloten waarna de focus ging naar de match op Atlético. En daarna weer op Anderlecht. Acht punten is veel, maar ik weet intussen hoe het werkt in België met die halvering van de punten. Maar we zijn nog niet eens halfweg de reguliere competitie, het is niet zo dat we nu al gaan rekenen.”

Wat weet je al over Anderlecht-Club? Het wordt jouw eerste clasico.

“Ik ben heel benieuwd. Eerlijk: ik ken Anderlecht nog niet zo heel goed. Maar als je van je eigen kwaliteiten uitgaat, hoef je niet alle spelers te kennen, toch? Ik zou donderdag (gisteren, red.) wel naar hun wedstrijd op West Ham willen kijken, maar ik heb nog geen televisiezenders in mijn flat.”

Ik droom van Liverpool in de achtste finales. Voetballen op Anfield Road!

Echt?

(lacht) “Het is nog behelpen. Met Netflix vooral, wat Play Station… Ik heb de Nederlandse televisiezenders op mijn telefoon, die kan ik dan wel op mijn televisiescherm afspelen. Ik hoor wel van de jongens dat Anderlecht-Club los van de punten een wedstrijd is waar het om draait. Dat het voor de hele club om trots gaat. Ik ben ook wel iemand die daar helemaal in meegaat. Ik wilde vanaf het moment dat ik hier tekende ten volle Club Bruggespeler zijn. Alles interesseert mij dan: ik moet àlle samenvattingen van de wedstrijden van Club van vorig seizoen bekeken hebben. Ik vraag dan ook telkens naar de sfeer op verplaatsing bij andere clubs. Dat doe ik om helemaal verbonden te zijn met Club en uit dankbaarheid omdat ik hier zo goed ben ontvangen. Ook daarom leer ik Frans. Op mijn eentje, online en zonder verplichtingen.”

Je werd hier ook goed opgevangen door jouw landgenoten Ruud Vormer en Noa Lang. Verloopt dat minder vlot nu ze beiden in zo’n moeilijke periode zitten? Vooral met Ruud lijkt dat niet evident.

“Ruud is een van de redenen waarom ik mij hier zo snel thuis voelde. Ik heb nog niet zoveel ervaring, ik kan hem moeilijk helpen. Toch hebben we nog steeds een heel goede band. Hij heeft ontzettend veel ervaring en deelt die ook met mij. Hij heeft nog steeds een blauw-zwart hart, hij traint ook nog intens mee. Heel knap vind ik dat, op die leeftijd en in die situatie.”

Club lijkt nu al de perfecte transfer. Mark-Jan Fledderus, de TD van Groningen, weigerde eerst een bod van Club van 3 miljoen en later van 4,5 miljoen euro. Club moést uiteindelijk de volle 6 miljoen euro betalen. Maakte je je nooit zorgen dat de transfer niet zou doorgaan?

“Niet echt, neen. Ik kan daar niet veel over kwijt, ook omdat ik toen alles overliet aan mijn manager. Ik was vooral bezig met mijn wedstrijden met Groningen, ik wist dat er nog tijd was.”

Maar je kan niet anders dan blij zijn met jouw keuze. Je speelt ook vaak, je toont je niet als wissel op de toekomst. Je schrok naar verluidt op de eerste training nochtans van het niveau. Zelf verbaasd dat het zo goed gaat?

“Ik wil bewijzen wat ik kan. Ik zie mezelf ook niet als een 19-jarige. Men zegt me wel eens dat ik dat wel moet doen maar ik zie mezelf als een onderdeel van het team, los van mijn leeftijd. En dus wil ik gewoon presteren, net als de andere jongens.”

Dat doet me denken aan Charles De Ketelaere. Die zei vorig jaar in onze krant dat Erling Haaland al een wereldster is terwijl hij maar een jaartje ouder is.

“Akkoord! Ik wil nooit afgerekend worden op mijn leeftijd. Dat zegt me niets.”

Op de linkerflank is er heel wat concurrentie. Je bent verdedigend sterker dan Sobol maar aanvallend minder dan Buchanan. Akkoord?

“Mijn voordeel is misschien wel dat ik verdedigend mijn man kan staan en duels kan winnen én dat ik de drive heb om mee naar voor te trekken. En voor de goal te komen als de bal op rechts is, ik heb mijn lengte voor. Het 3-5-2-systeem ligt me wel, ik hou van rennen. Ik denk niet dat ik in een match de meeste kilometers afleg, maar ik haal wel vaak de hoogste snelheden.”

Na Anderlecht volgen er nog acht wedstrijden met Club op minder dan een maand tijd. Daarna is er het WK in Qatar. Volgens Nederlandse analisten zit Bjorn Meijer ‘op vinkentouw’ voor een selectie voor Oranje.

“Hoe bedoel je?”

Dat je een van de kandidaten bent voor de paar open plaatsjes.

“Ow! Oké… Maar ik kom net kijken bij de U-23, dat is niet te vergelijken. Op mijn plaats lopen spelers die lange tijd bij Manchester United speelden (Daley Blind, red.), dat is toch nog een ander niveau. Neen, ik denk echt nog niet aan een WK-selectie. Maar de nationale ploeg zit wel in mijn hoofd, voor binnen een paar jaar.”

Eerst nog wat uitblinken in de Champions League. Van welke club in de achtste finales droom je?

“Van Liverpool! Die ploeg noemde ik ook al in mijn droompoule. Voetballen op Anfield Road!”

Je tekende tot 2026 maar het gaat snel. Droom je al van de Premier League?

“Ik hoop er ooit te spelen, maar voorlopig is dat lastig in te schatten. Eerst maar even kijken hoe het hier verdergaat.”

Eerst helemaal een blauw-zwarte worden.

“Ik voel me hier ontzettend goed thuis, ja.”