D’haene speelt zaterdag zijn laatste Cercle Brugge-KV Kortrijk: “Kristof is een voorbeeld voor het Belgisch voetbal”

Hannes Van der Bruggen windt er geen doekjes om: “Het is heel moeilijk om niet van Kristof te houden. Iedereen vindt hem een superaangename gast.” © BELGA
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Nog vier competitiewedstrijden en het is voorbij: door een heupletsel gedwongen stopt Kristof D’haene (32) dan voortijdig met profvoetbal. Zaterdagnamiddag trekt hij met KV Kortrijk, de club waar hij furore maakte, voor het laatst naar Cercle Brugge, de club die hem de kans gaf om profvoetballer te worden. Ronny Desmedt, Lorenzo Staelens, Hannes Van der Bruggen en Stijn De Smet halen herinneringen op.

Zelf noemt hij altijd toenmalig assistent-coach Ronny Desmedt als zijn ‘ontdekker’, de man die hem bij de beloften van Club opmerkte en hem tipte bij Cercle. “Maar ook Lorenzo Staelens (toenmalig beloftetrainer van Cercle, red) had hem opgemerkt hoor”, aldus Desmedt zelf. “Kristofke! Zo’n sympathieke gast, niet te geloven! Hij noemt mij nu nog altijd ‘Trainer Ronny’. Ik heb hem al gezegd dat hij ‘Ronny’ mag zeggen. Maar weet je wat hij zei? ‘Oké, Trainer Ronny.’ (lacht) “Die jongen heeft zich geweldig ontwikkeld en vooral enorm aan maturiteit bijgewonnen. Vroeger was dat een jongetje dat altijd gestuurd moest worden, omdat hij in al zijn enthousiasme het overzicht verloor. Nooit gedacht dat hij ooit aanvoerder van een eersteklasser zou worden! “Een van zijn gaven was dat hij altijd positief en gemotiveerd bleef. Ook als hij niet gespeeld had of zelfs niet in de selectie had gezeten, trainde hij ’s anderendaags alsof zijn leven ervan afhing. Het is dankzij de juiste mentaliteit en zijn maximale inzet dat hij dit niveau heeft kunnen halen. Hij was ook zelden of nooit geblesseerd, lag goed in de groep en was iemand die medespelers aanspoorde om een tandje bij te steken. Als je in kleine partijtjes bij hem ingedeeld zat, had je veel kans om te winnen.”

Formidabele combinaties

Lorenzo Staelens werkte bij Cercle als T2 en als T1 met D’haene en bij KV Kortrijk kwam hij hem als assistent van Glen De Boeck opnieuw tegen. “Kristof kreeg kansen bij Cercle en greep die”, zegt hij. “Bij mij stond hij altijd in de ploeg omdat hij op training de mentaliteit en de inzet toonde die je als coach in de wedstrijd wil zien. Soms deed hij te veel om goed te doen. Ik gebruikte hem vaak als linksmidden, met Bart Buysse of Pierre Bourdin achter zich. Maar zijn allerbeste wedstrijd speelde hij op tien tegen het KV Kortrijk van Hein Vanhaezebrouck: hij ging alle hoeken in en ze kregen geen greep op hem. Dat kon hij dus ook. Hij heeft een groot voetballend vermogen.

“Ik weet nog goed dat toen Glen en ik in Kortrijk voor het eerst samenzaten met het bestuur toenmalig voorzitter Joseph Allijns zei: ‘Als je met D’haene gaat blijven spelen, zal het niet lukken om erin te blijven.’ We maakten er onze vaste linksachter van en hij speelde zijn beste seizoen. Met Makarenko legde hij op links formidabele combinaties op de mat. Sindsdien bewees hij heel belangrijk te kunnen zijn en zelfs als aanvoerder de ploeg op sleeptouw te kunnen nemen.

Er moet van zijn voorzetten een geweldige compilatie te maken zijn – Ex-ploegmaat Stijn De Smet

“Kristof D’haene is een voorbeeld voor het Belgisch voetbal: iemand in wie in de jeugd nooit een topper werd gezien en die ondanks de handicap van zijn heup tot een van de beste linksachters van het land is uitgegroeid. Bij Cercle zei zijn vader mij al: ‘Hopelijk kan hij het met zijn heup lang volhouden.” Blijkbaar is het een erfelijke aandoening. Hij moest veel pijn verdragen, maar hield het toch vol tot zijn 32ste. Ik ben blij dat ik met hem heb kunnen samenwerken.”

Formidabele centers

Cercle-speler Hannes Van der Bruggen speelde bij KV Kortrijk samen met D’haene en is nog altijd met hem bevriend. “De vrienden die ik aan het voetbal heb overgehouden, zijn misschien wel op één hand te tellen, maar ik denk dat ik met Kristof ook na mijn carrière goed overeen zal blijven komen”, zegt hij. “In december nog zijn hij en Melissa bij ons komen eten en wij zijn ook al enkele keren bij hen thuis uitgenodigd geweest. Alvorens te beslissen om te stoppen met voetballen, heeft hij mij zelfs om raad gevraagd. “Het is heel moeilijk om niet van Kristof te houden. Iedereen vindt hem een superaangename gast. Je kunt hem alles vragen, hij zal het doen. Maar als hij met iets niet akkoord gaat, zal hij dat ook zeggen. Daarin is hij iets emotioneler dan ik.

“Kristof is een ploegspeler, een clubspeler pur sang. Een doorzetter. Iemand met een ijzeren karakter, die alles voor het voetbal gedaan heeft en alles aan 120 procent doet. Hij is opgeleid als aanvaller en hij weet dat hij niet de allerbeste verdediger is, maar compenseert dat door nooit op te geven, zijn lijn te blijven afgaan en met misschien wel de beste center van de competitie.

Formidabele stoten

“Hij was ook altijd te vinden om iets uit te steken”, glimlacht Van der Bruggen. “Ik weet dat hij eens confetti in de airco van de wagen van een ploegmaat heeft gedaan. Toen die wegreed, was het precies carnaval.” (lacht)

Van die stoten, weet Stijn De Smet veel af. “Kristof was op en top prof”, zegt hij. “Maar als hij eens los was, dan was hij ook echt wel los. Hij was goed voor de sfeer in de kleedkamer. Ik weet nog dat ik thuis eens een kaas- en wijnavond had gedaan en dat er een kaas tussen zat waarvan niemand had gegeten omdat hij te veel stonk. Ik heb die kaas toen in een potje gestoken en meegedaan naar de club. Na veertien dagen ‘rijpen’ heeft Kristof dat verschrikkelijk stinkend stuk kaas in het kastje van Teddy Chevalier gelegd. (lacht)

“Kristof is een crème van een gast, ik maakte in Kortrijk met hem een heel toffe periode mee. Op training had je hem graag in je ploeg, want tegen hem spelen, was geen cadeau. Hij wist dat hij zijn gestalte niet meehad, maar hij was een bijtertje, hé, een Duracelletje en hij had zo ongeveer de beste flankvoorzet van de eerste klasse. Er moet van zijn centers een geweldige compilatie te maken zijn. Jammer dat hij moet stoppen.”

“We moeten dringend nog eens afspreken. Het is te lang geleden. Maar ja… hij woont daar in Moen in een boerengat en dat is niet iets waar je snel eens naartoe rijdt.”