Ook Loïs Openda kijkt uit naar de komst van Manchester United donderdag. Een basisplaats zit er wellicht niet in, al durft coach Philippe Clement in zulke matchen wel eens verrassen: de uitzonderlijke snelheid van de jonge spits is een wapen. Zijn gebrek aan efficiëntie evenwel een tekort. Maar daar wordt aan gewerkt. Zonder spitsentrainer, maar Zlatan is zijn voorbeeld, grote broer Jodice zijn tweede papa en broertje Clever zijn opvolger.
Als dreumes verbleef Loïs Openda voor de behandeling van zijn astma een jaar in een Luiks ziekenhuis. Nog altijd moet hij voor elke wedstrijd even puffen. Al vergeet hij dat wel eens. Na dat jaar kreeg Loïs van de dokter een diploma mee van moedigste jongen van de afdeling.
Dat doorzettingsvermogen nam hij sindsdien wél overal mee. “Mijn voetbalcarrière is niet altijd makkelijk geweest. Het was niet evident, met mijn moeder, twee broers en zus op mijn vijftiende verhuizen van Luik naar Club.”
Club Brugge had het talent slim weggehaald van bij Standard. Een jaar later tekende Openda zijn eerste profcontract. Zijn snelheid bleek al snel een uitzonderlijk wapen. Zondag wordt Openda 20 jaar. Nog altijd even snel, maar het blijft wachten op de grote doorbraak…
Je blijft veelal steken op invalbeurten, waardoor je aan nauwelijks 3 goals op 28 matchen komt. Maak je zelf even de balans op?
“Ik ben in ieder geval heel tevreden over mijn keuze voor Club Brugge. Ik heb mij hier op alle vlakken uitstekend kunnen ontwikkelen. Tot in het eerste elftal, toch niet evident voor een jeugdspeler. Eerlijk: bij Standard was ik een spits die alleen maar heel hard moest lopen: gooi maar diep, ik sprint er de hele verdediging wel af. Zo maakte ik er 55 goals in mijn eerste seizoen, 45 in mijn tweede. Maar bij Club werd ik een veelzijdiger spits. Technischer vooral, ik hou makkelijker een bal bij.”
Ik kan mij voorstellen dat Kylian Mbappé een groot voorbeeld is voor jou.
“Un très grand. Maar Zlatan Ibrahimovic nog meer, omwille van zijn doorzettingsvermogen.”
Als Zlatan en AC Milan bellen, ben je dan net als Saelemaekers weg?
“Dat is nog niet het geval, hoor.”
Klopt het dat Feyenoord jou in januari wilde huren?
“Er zijn blijkbaar wel telefoontjes geweest. Ik had er wel zin in, ik wilde meer spelen, maar anderzijds toonde Club heel veel vertrouwen in mij. Club zei meteen non en dan is het non, hé. Op het einde van het seizoen zien we wel verder. Ik lig nog onder contract tot 2023.”
(lees verder onder de foto)
Terug naar je snelheid. Philippe Clement speelt je vaak uit als Club moet counteren, zoals op Galatasaray, niet?
“Dat klopt. Maar veelal moet ik het stellen met korte invalbeurten. Ik heb het al eerder gezegd: ik zou mij graag eens een paar matchen na elkaar willen bewijzen. Maar de coach beslist natuurlijk. De concurrentie is hier aanvallend héél groot.”
Daar is als diepe spits nu ook nog Michael Krmencik bijgekomen. En Charles De Ketelaere. Heeft die laatste, bijna twee jaar jonger, een voorsprong genomen?
“Ik gun het Charles natuurlijk. Un très bon joueur. Maar ik heb andere kwaliteiten.”
Je bent niet de enige aanvaller van Club die worstelt met een gebrek aan efficiëntie. Er is ook een bepaalde perceptie ontstaan sinds jouw twee grote missers vorig seizoen tegen Monaco en Dortmund, niet?
“Zolang de anderen zo vaak scoren, is het ook geen probleem. Voor mij geldt wat voor alle aanvallers geldt: die goals komen wel. Ik durf zelfs zeggen: ik ga nog veel scoren in mijn carrière. Maar ik geef toe dat de twijfel vorig seizoen toesloeg. Ik was bang om kansen te missen, om de verkeerde keuze te maken. Intussen heb ik geleerd dat zelfs de beste spelers missen, dat ik kalm moet blijven. Tegen Dynamo Kiev ging mijn plaatsbal er wel lekker in, toch? (lachend) Het is jullie job om kritisch te zijn, hé.”
(lees verder onder de foto)
Ik snap niet waarom topclubs zoals Club met een budget van 100 miljoen euro geen geld vrij maken voor een spitsentrainer. Zou een specialist als pakweg Luc Nilis niet elke spits beter en efficiënter kunnen maken?
“Ik ken Luc Nilis niet. We werken nu ook wel extra op afwerken, ook met de assistent-trainers. Maar details zouden misschien wel een verschil kunnen maken. Ik heb bijvoorbeeld heel veel kunnen opsteken van Jelle Vossen. Niet dat hij zich speciaal veel bezighield met mij, maar Jelle gaf mij wel tips. Alleen al door goed te kijken naar hem, kon ik veel bijleren. Op het vlak van pure afwerking was hij hier misschien zelfs de beste. Ondanks de concurrentie was Jelle een voorbeeld voor mij.”
Bij de beloften scoor je wel makkelijker, twee keer nog tegen Duitsland. Dat Jacky Mathijssen, die je blijkbaar hoog heeft zitten, vorige week beloftencoach werd, zal ook goed zijn voor het vertrouwen.
“Jacky kent mij goed van bij de U19, hé. Hij heeft een aparte manier van werken, maar we hebben een héél goed contact. Het klopt misschien wel dat ik bij de beloften met iets meer vertrouwen speel. Bij Club zijn de omstandigheden toch wat anders.”
Stel dat je mag starten tegen Manchester United. Ben je dan nog onder de indruk? Je speelde eerder al tegen Real en Atlético Madrid, Dortmund, PSG…
“Het zijn in ieder geval de wedstrijden waarin ik mij kan en wil tonen. Maar voetballen op Bernabeu of straks Old Trafford maakt mij niet zoveel uit. Op de laatste training denk je wel even wauw, maar eenmaal in de match let je niet meer op de omgeving. Al blijft een wedstrijd tegen Man United toch iets anders dan tegen Waasland-Beveren natuurlijk. Ik start liever tegen Man United dan op Standard.” (lacht)
En dan je puffertje vergeten en twee keer scoren, zoals met de beloften tegen Duitsland?
(schatert) “Ik had wel ‘s morgens al eens gepuft. Ik had voldoende energie.”
Puffen is blijkbaar voldoende om geen enkele last te hebben van jouw astma, zo blijkt ook uit de uithoudingstesten op Club.
“Dat klopt. Ik hoef ook geen enkele medicatie te nemen. Mijn snelheid zit blijkbaar in mijn genen. Mijn broers, mijn zus en ik hebben het allicht meegekregen van mijn moeder die vroeger aan atletiek deed. Zij loopt ook snel, hoor… Oelala! Toen ik een jaar of tien was, liepen we vaak wedstrijdjes. Dan haalde ik het niet, hoor! We lopen nu nog wel eens rondjes, nu kan ze mij niet meer volgen (lacht). Maar we blijven dan samen, wat bij babbelen.”
Blijkbaar is je mama ook heel gelovig?
“Très. Ik ook. Dat is belangrijk voor ons. Toen ik in het ziekenhuis lag, heeft ze heel veel gebeden. Zo komt het wel goed, zei ze. Ze heeft gelijk gekregen.”
Heb je nooit de strenge hand van een vader gemist?
“Eerlijk? Nooit. Omdat mijn grote broer Jodice, die vijf jaar ouder is, de rol van papa op zich nam. Af en toe was hij dus heel streng. Wat misschien wel eens nodig was. (lacht) Hij heeft ook gevoetbald, maar toen we naar Brugge verhuisden en ik prof kon worden, kwam de focus al snel op mijn carrière te liggen. Jodice werd mijn begeleider. Hij is eigenlijk mijn tweede papa.”
Is je jongste broer Clever bij de U10 van Club ook zo’n ‘speed spits’?
“Hij is in elk geval ook héél snel. Ik vrees dat hij nog sneller wordt dan ik. Nu zegt híj: gooi de bal maar diep, ik loop er iedereen af. (lacht) Hij is fysiek ook erg sterk. Als hij hard werkt, zal hij een mooie carrière maken.”
Geef je hem daarbij ook raad?
“Natuurlijk. Il est mon petit frère. Maar ik mag niet te veel gaan kijken. Als hij mij ziet, wil hij het te goed doen.”
Laat jullie mama zich wel horen langs de lijn?
“Ze probeert zich in te houden. Binnenin leeft ze ontzettend mee, maar ze laat dit liever niet al te veel blijken.”
Jouw hele familie verhuisde voor jou naar Brugge. Voel je die verantwoordelijkheid?
“Dat heeft me altijd extra motivatie en kracht gegeven. Met resultaat. Maar ik wil nog beter doen.”
Je woont nog thuis. Je hebt ook nog geen vaste vriendin…
“Voor het moment wel. Maar ik ben graag bij mijn familie, ik ga ook nauwelijks op stap. Chill hé. (nadenkend) Ik word stilaan meer Bruggeling dan Luikenaar. Vroeger trok ik zowat elke vrije dag naar mijn Luikse vrienden. Nu is dat te belastend. Zij komen al eens sneller naar Brugge. Ik ben telkens blij hen terug te zien.”
Maar een match op Standard blijft speciaal voor jou?
“Dan zitten ze als supporters in de tribune, ja. Als ik er scoor, maak ik toch een gebaar, hoor.”
Wat heb je thuis gevraagd als cadeau voor je 20ste verjaardag zondag?
“Niets. Mijn hele familie dicht bij mij, die mij steunt en graag ziet. Dat is het mooiste cadeau.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier