Opnieuw drie West-Vlaamse landskampioenen? Waarom onze clubs de teamsporten domineren

Filou BC Oostende strijdt momenteel in de finalereeks van de play-offs tegen Antwerp Giants voor zijn dertiende landstitel op rij, Club Brugge werd in de laatste tien jaar zes keer kampioen en Knack Roeselare zelfs zeven keer. © belga
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Filou BC Oostende strijdt momenteel in de finalereeks van de play-offs tegen Antwerp Giants voor zijn dertiende landstitel op rij, Club Brugge werd in de laatste tien jaar zes keer kampioen en Knack Roeselare zelfs zeven keer. Hoe komt het dat drie West-Vlaamse clubs het nationale voetbal, het nationale basketbal en het nationale volleybal domineren?

Het verschijnsel is niet nieuw en er is dan ook al wel eens eerder gepeild naar het geheim van het West-Vlaamse succes op nationaal vlak. Basisingrediënten die dan telkens terugkeren zijn: gezond boerenverstand, nuchterheid en bereidheid om hard te werken. Vlaams-Brabander Vincent Mannaert, afscheidnemend CEO van Club Brugge, verklaarde acht jaar geleden in Sport/Voetbalmagazine: “Bedrijfsmatig gaat het goed in West-Vlaanderen en dat is een combinatie van ondernemingsgeest en door hard werken het verschil proberen te maken met anderen. Dat merkte ik toen ik destijds in Waregem aankwam meteen: de focus ligt er eerder op doen dan op erover praten. Het viel er mij op dat er zowat om de drie huizen een bedrijf was. Het helpt de sport natuurlijk dat er in West-Vlaanderen veel bedrijvigheid is.”

Hij en Bart Verhaeghe, een andere Vlaams-Brabander, leidden na hun komst in 2011 de modernisering van Club Brugge in met onder meer de oprichting van een NV “uit toenemende nood aan een moderne bedrijfsvoering en om als voetbalonderneming structureel te kunnen groeien.” Sindsdien kende de club een exponentiële groei, qua toeschouwersaantallen, qua inkomsten van sponsoring, ticketing, abonnementen en businessseats én qua sportieve resultaten. In 2016 werd Club voor het eerst in elf jaar nog eens kampioen en ondertussen zijn er daar al vijf landstitels bijgekomen. In Westkapelle werd er een state-of-the-art trainingscomplex gebouwd en ondanks het verouderde Jan Breydelstadion blijft de club financieel groeien.

Brandon Mechele mocht zijn zesde titel met Club Brugge vieren.
Brandon Mechele mocht zijn zesde titel met Club Brugge vieren. © KURT DESPLENTER BELGA

In 2023 werd de balans voor de negende opeenvolgende keer met winst afgesloten én met een voor een Belgische voetbalclub recordbedrijfsopbrengst van 176 miljoen euro. Zowat iedereen is er ook van overtuigd dat Club Brugge de sterkste spelerskern van de Jupiler Pro League heeft.

“Dat West-Vlaamse clubs de top zijn in de drie belangrijkste ploegsporten is een uniek gegeven”, zegt Jurgen Vanpraet, CEO van Filou Oostende.

Langetermijnversie

“Ik denk dat het telkens ook gestoeld is op een langetermijnvisie en een doorzettingsvermogen om te blijven presteren. De drang om in alle stilte verder te werken en echt de beste te willen worden maar ook te blijven. In dat laatste zit er wellicht een verschil. Het cliché – of is het de waarheid? – van de harde werker zal hieraan niet vreemd zijn. Buiten West-Vlaanderen spreken mensen me daar wel eens over aan. Binnen West-Vlaanderen vinden we dit maar je plicht. En we vinden dit ook vanzelf: beetje in onszelf gekeerd, altijd maar voortdoen. Bluv’n goan, allemole tope, never give up, wieder tegen zieder, … zijn wellicht ook niet bij toeval de slogans die gebruikt worden in sportmarketing in West-Vlaanderen.”

“De teamgeest aanwakkeren zit in ons DNA” Jurgen Vanpraet CEO Filou Oostende

“Ik denk dat de teamgeest aanwakkeren in ons DNA zit. Wij tegen de rest. Ons in een hoekje duwen over onze taal bijvoorbeeld heeft een omgekeerd effect op gang gebracht. Zo zijn heel wat nieuwslezers West-Vlamingen. Na decennia komt dit via het bloed wellicht in het DNA. Het klinkt niet wetenschappelijk maar eerder maatschappelijk. Maar de prestaties van onze teamclubs zijn er wel naar!”

“Hoewel het geen exacte wetenschap is, kun je niet anders dan zien dat we soms met minder meer doen. We zijn niet de meest welvarende provincie of beschikken niet over de grootste haven of industriële complexen. Maar we zijn wel een vat vol kmo’s en ondernemers die in sommige sectoren kunnen excelleren. Of het nu weefmachines, pikdorsers of diepvriesgroenten zijn, we willen gewoon de beste en de grootste worden vanuit een zekere drive.”

Filou pakte al 12 titels op een rij en is nog op koers voor een dertiende opeenvolgende landstitel.
Filou pakte al 12 titels op een rij en is nog op koers voor een dertiende opeenvolgende landstitel. © TOM GOYVAERTS BELGA

“Het meest positieve gevoel had ik de afgelopen jaren bij onze matchen in de Champions League. Als kleine stad van 72.000 inwoners ga je winnen in Istanbul, een stad met 15 miljoen inwoners. Afgelopen seizoen hebben we onze vier thuismatchen in de Champions League allemaal gewonnen tegen grotere clubs. Dan ben je fier op je afkomst.”

“Zondag was ik nog op de titelmatch in Brugge en dan zie je met eigen ogen welk sterk product ze daar hebben uitgebouwd, ondanks de moeilijkheden rond een nieuw te bouwen stadion. En zelfs in de schaduw van zo’n mastodont als Club slaagt Cercle erin om te groeien tot een subtopper. Ook geweldig!”

Belgen

“Ik denk dat de grootste sleutel van ons succes ligt in het feit dat we met heel wat Belgische spelers werken”, zegt Dirk Specenier, algemeen directeur van Knack Volley. “De afgelopen jaren bestond onze spelerskern telkens voor drie vierde uit Belgen. Dat zijn dan vaak ook nog eens jongens die we voor een langere periode aan ons proberen te binden, zodat we telkens verder kunnen bouwen op de fundamenten die er al liggen en niet telkens opnieuw moeten beginnen. Het zorgt voor stabiliteit binnen een club.

Stabiliteit

“Dat geldt overigens niet alleen voor de spelersgroep, maar ook voor de omkadering. Ook daar proberen we die stabiliteit te garanderen. Zo is onze coach Steven Vanmedegael al elf jaar aan onze club verbonden. Eerst als assistent en dan als hoofdcoach. Dat zie je ook bij Club Brugge en Filou Oostende. Ook daar worden de belangrijke figuren zolang mogelijk aan boord gehouden. Hoelang spelen Hans Vanaken en Brandon Mechele er al niet? Je sleutelfiguren, die mee de ruggengraat vormen van je club, voor een langere tijd aan de club binden, is cruciaal als je succes wil boeken.”

“Qua omkadering staan we vandaag een trapje boven de andere teams. Ik zeg vaak tegen onze concurrenten het is niet omdat je professioneel traint of profspelers aantrekt, dat je daarom kampioen speelt. De factoren errond zijn immers ook enorm belangrijk. Het feit dat je een kinesist hebt, een dokter of een diëtist. De spelers zijn maar het begin. Je moet ze ook zo goed mogelijk omkaderen.”

“Daarnaast teren we ook wel op die typische West-Vlaamse werkersmentaliteit. Je merkt ook dat zich dat echt overzet op de spelersgroep. Het is een huizenhoog cliché, maar West-Vlamingen zijn nu eenmaal harde werkers met een over-mijn-lijk-mentaliteit.”

“Dat er in West-Vlaanderen veel kmo’s zijn, is heel goed voor de sport” Sporteconoom Trudo Dejonghe

“In de strijd met de aantrekkingskracht van grotere steden hebben we ook het voordeel over een erg sterke jeugdwerking te beschikken. Daar kunnen we echt op teren. In een stad als Brussel is de jeugdwerking bijvoorbeeld van een lager niveau omdat er ook gewoon minder ploegen zijn die op het hoogste niveau uitkomen. Wij daarentegen zijn afgelopen week met twee jeugdteams kampioen geworden, terwijl we met drie andere ook nog de finale haalden. Op die manier kan je daar op termijn spelers uit plukken.”

Bedrijfsvoering

“Wat opvalt is dat de kleinere sporten het goed doen in regio’s waar er geen sponsorgeld genoeg is om een voetbalploeg op topniveau te onderhouden”, zegt de uit Blankenberge afkomstige sporteconoom Trudo Dejonghe. “In de sportsponsoringwereld is het budget van bijvoorbeeld Knack Roeselare peanuts. Roularta zou met zijn sponsorbudget nooit SK Roeselare naar de top van het voetbal kunnen brengen. Het zijn steden die groot genoeg zijn om een kleinere sport op topniveau te onderhouden zolang de grotere steden niet geïnteresseerd zijn, zolang er niet in Brussel, Gent of Antwerpen een grote sponsor opstaat die zegt: We gaan ons eens toeleggen op basket of volley. Zolang je in de zaalsporten een sponsor hebt, kun je bovenaan staan. Stopt die, dan is het gedaan. Zo had je vroeger onder meer Ibis Kortrijk, Rembert Torhout, Duvel Puurs en IJsboerke Herentals. Soms zie je er ook gewoon sponsoring by hobby, omdat iemand in een bedrijf houdt van volleybal of basketbal. Of omdat het een traditie is, zoals in Oostende, waar het begonnen is met Sunair en waar Johan Vande Lanotte mee het parcours heeft uitgetekend om die ploeg aan de baskettop te houden.

Ook Knack Roeselare mocht opnieuw een landstitel op het palmares bijschrijven.
Ook Knack Roeselare mocht opnieuw een landstitel op het palmares bijschrijven. © BRUNO FAHY BELGA

“Dat er in West-Vlaanderen veel kmo’s zijn, is heel goed voor de sport. Iedere kmo wil zichzelf op de kaart zetten en wil sponsoren. Met verschillende kleinere sponsors kun je als club ook aan een bepaald budget geraken. Maar op lange termijn maak je minder kans om succesvol te zijn. Ook in het voetbal: ooit waren er vijf West-Vlaamse eersteklassers, maar nu zijn er maar drie meer – en ei zo na maar twee. Ze hebben het allemaal geprobeerd… maar om echt de top te bereiken heb je geen kmo’s maar grote bedrijven nodig, multinationals.”

“Club Brugge is het verhaal van Verhaeghe-Mannaert. Zij namen er een vzw over die heel archaïsch werkte en maakten er een modern bedrijf van. Eigenlijk was Anderlecht al een stap verder in dat model, maar daar zijn ze door allerlei interne toestanden de weg kwijtgeraakt. In voetbal gaat het puur om moderne bedrijfsvoering. Zie wat er dit seizoen bij Club is gebeurd: onder Hayen werd er wel weer wetenschappelijk gewerkt, met een psycholoog etcetera, terwijl Deila dat niet wou… In Brugge zelf is er bijna geen industrie, maar Club heeft sponsors – en ook fans en jeugdspelers – van over heel het land. Het is een beetje de ploeg van Vlaanderen geworden.”