De hoogdagen van het Wervikse loopseizoen zijn aangebroken: op vrijdag 9 juni hebben we de Zesheuveltjesloop en exact een maand later, op zondag 9 juli, is er de Franco-Belge Run. Wij gingen op de koffie bij Remi Vuylsteker (90), die al zijn hele leven de Wervikse paden plat loopt. De man werd 90 op 4 juni, 5 dagen voor de Zesheuveltjesloop. “Die wedstrijd was de lastigste die ik ooit liep. De heuvels daar mag je niet onderschatten”, zegt Remi.
Op 9 juni is het opnieuw Zesheuveltjesloop in Kruiseke. De loopwedstrijd in de Kruiseekse heuvels wordt al sinds 2007 georganiseerd en is dus aan haar 16e editie toe. Ze is samen met Dwars door Geluwe (elk jaar in oktober) en de Franco-Belge Run (voordien “Dwars door Wervik”, elk jaar in juli) een van de funderingen van het atletiekjaar in de gemeente Wervik.
Wij gingen langs bij Remi Vuylsteker, een Wervikaan die tientallen keren meedeed met loopwedstrijden in het Wervikse en ver daarbuiten. Op 4 juni, 5 dagen voor de Zesheuveltjesloop, viert hij zijn negentigste verjaardag. Zich inschrijven zal Remi niet meer doen, maar hij gaat wel nog bijna dagelijks lopen.
Kruiseke boven
“De wedstrijd in Kruiseke was de lastigste die ik ooit liep. De heuvels daar mag je niet onderschatten.” Ook Vuylsteker weet het dus: de Zesheuveltjesloop belooft weer pittig te worden. Dezelfde heuvel, de “Kruisekeberg” in de volksmond, moet 6 keer worden getemd door de deelnemers. De wedstrijd heeft dezelfde organisator als de Franco-Belge Run en is volledig gratis.
Ik deed elk jaar mee met wedstrijden in heel België, en ver daarbuiten. Van Spa tot Wervik. Van Luxemburg tot Parijs – Remi Vuylsteker
Remi Vuylsteker is een monument in de gemeente. Elke dag kan je hem in een Wervikse straat al joggend tegenkomen, en dat op zijn negentigste. Remi woont met zijn vrouw Anna Keersebilck (85), ook een loopster, in het zog van de Kruisekemolen in Wervik. Wanneer we zijn huis binnenwandelen, zien we een uitpuilende trofeënkast waarvan menig atleet jaloers zou worden. “Ik deed elk jaar mee met wedstrijden in heel België, en ver daarbuiten. Van Spa tot Wervik. Van Luxemburg tot Parijs. Vaak ging ik zelfs met de fiets naar de plek waar de wedstrijd plaatsvond, als opwarming dan (lacht).”
De bekers, medailles en wedstrijdbladen die Remi liggen heeft zijn legio. Naast de grote kast in de inkomhal staan er in de woonkamer ook nog een twintigtal trofeeën. Vrouw Anna haalt twee grote fotoalbums boven die de herinneringen moeten vereeuwigen: “Dit ben ik met Miel Puttemans”, toont Remi trots. “We hebben ooit samen gelopen. Hij was mijn grote sportidool.”
Puttemans won een zilveren medaille op de Olympische Spelen van 1972 in de discipline van de 5.000 meter. Hij deed toen ook mee met 10.000 meter. Dat zijn niet toevallig ook de favoriete afstanden van Remi: “Ik schreef me altijd in voor de 5 of 10 kilometer. Ik merkte al snel dat dat mijn beste afstanden waren.”
Kampioen in het leger en de post
“Ik deed eigenlijk voor het eerst in competitie aan atletiek tijdens mijn legerdienst in 1952. Ik was toen 19 jaar oud en zat 21 maanden in Leopoldsburg. Er werden crosswedstrijden georganiseerd tussen de verschillende regimenten over afstanden van 5 en 10 kilometer. Ons regiment trainde elke ochtend en ik besliste om me erop toe te leggen. Voordien liep ik wel al graag, maar ik begon veel te trainen. Na verloop van tijd nam men de 20 beste lopers uit elk regiment om ze tegen elkaar te laten lopen. Ik mocht tegen het einde van mijn legerdienst zelfs lopen tegen Duitsers en Nederlanders. Mijn mooiste prestatie uit die periode is het kampioenschap van ons regiment, dat ik won. Je kreeg op die manier eeuwige roem bij je kameraden. Ik was dé loper in ons regiment.”
Mijn mooiste prestatie uit mijn legerperiode is het kampioenschap van ons regiment, dat ik won. Je kreeg op die manier eeuwige roem bij je kameraden
En roem heeft Remi zeker verworven. Eens zijn legerdienst voorbij was, ging hij – met een tussenperiode waarin hij als arbeider werkte in Noord-Franse fabrieken – als postbode aan de slag in Wervik. “Als postbode begint je werkdag om 04:30. Dat is ongelofelijk vroeg, maar dat wil ook zeggen dat je al kort na de middag terug thuis kan zijn. Ik had dus vaak de tijd om in de namiddag te lopen. Er zijn weinig dagen geweest waarop ik niet trainde. Ik had een vaste vriendengroep die mee ging lopen en die ook mee deed met de wedstrijden. Mijn beste vriend Raymond Crepeele, die vorig jaar overleed, hoorde daar bij.”
Wanneer we hem vragen wat zijn favoriete overwinning is, geeft Vuylsteker aan dat het heel moeilijk is om daarin een keuze te maken: “Maar als ik echt eentje eruit moet kiezen, dan ga ik toch voor het kampioenschap van de Belgische post in 1984. Elk jaar organiseert de postmaatschappij een veldloop voor haar werknemers en ik mocht de titel op mijn naam schrijven in 1984.”
Beter met de jaren
Vanaf zijn vijftigste is Remi zich ook meer en meer beginnen toeleggen op (halve) marathons, en hij werd er ook erg goed in: “Ik haalde ooit de derde beste Belgische tijd voor veteranen (50+, red.) op de marathon. Dat was 2 uur en 46 minuten. Ik was toen 54! Er zijn weinig jonge gasten die dat kunnen lopen, hé.”
Ik haalde ooit de derde beste Belgische tijd voor veteranen op de marathon. Ik was toen 54!
De gewezen postbode liep nooit voor een sportvereniging: “Ik bleef altijd onder de noemer ‘vrije sporter’ meedoen. Ik wou niet toetreden tot een atletiekfederatie, want dan zouden er allerhande verplichtingen bijkomen. Het leuke aan lopen is dat het de meest toegankelijke sport is. Je hebt bij wijze van spreken enkel een paar loopschoenen nodig om de sport te beoefenen.”
Vuylsteker liep zijn laatste loopwedstrijd in 2019. Dat was Dwars door Geluwe. Twee maanden later werden alle loopwedstrijden geannuleerd wegens het coronavirus. De Wervikaan schreef zich sindsdien niet meer in, maar is wel blijven trainen. “Ik zal blijven lopen zolang het lukt. Ik ben ermee geboren en zal ermee sterven.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier