Niels Van Zandweghe (25) uitgedrukt in cijfers

Roeier Niels Van Zandweghe (25) is een van de West-Vlaamse speerpunten in Tokio. Hij treedt met zijn Gentse roeipartner Tim Brys aan in de lichte dubbeltwee. Wij leren u de Bruggeling kennen aan de hand van cijfers.

“Van december tot nu zat ik 80 dagen in het buitenland. En dat terwijl ik straks een maand in Japan zal zijn! Als roeier ben je vaak van huis, maar als je de progressie voelt op stage, is het dat waard. Tim en ik hebben dat ook echt wel nodig om ons af te zonderen en optimaal te trainen.”

“Op 25 juli komen we voor het eerst in actie en dus staat die datum in mijn agenda aangestipt. We vertrekken al op 7 juli om te acclimatiseren en op ons gemak te zijn. Ze voorspellen de warmste Spelen ooit en bovendien is het in Japan erg vochtig, het is zeker waardevol om voordien al aan de omstandigheden te wennen.”

“Tim en ik roeien in de lichte dubbeltwee en dus is ons gewicht niet onbelangrijk. Een roeier mag individueel maximum 72,5 kg wegen en het gemiddelde van ons beiden mag de 70 niet overschrijden. Aangezien Tim 1m89 meet, is die limiet voor hem niet evident. Ja, we noemen hem dan ook de dikzak. (lacht) Aangezien ik erg licht ben, is het logisch dat ik hem moet compenseren. Mijn competitiegewicht is ongeveer 67,5 kg. Ook niet veel voor mijn 1m83, maar voor mij is het niet echt een opgave. Door die limiet houdt het verhaal voor mij en Tim wel op na Tokio, want het begint voor hem zwaar door te wegen.”

“Tim en ik hadden al de kwalificatiewedstrijd gewonnen om ook in Rio te roeien, maar helaas lieten de regels dat niet toe. Er mocht slechts één Belgische boot gaan. Enorm zuur voor ons. We hebben dat elk op onze eigen manier verwerkt. Tim nam even afstand van het roeien, terwijl ik solo actief was in de skiff. Nu is daar niets van blijven hangen.”

“Een trainingsweek ziet er bij ons nooit hetzelfde uit. Grosso modo trainen we tussen de 16 en 30 uur per week, afhankelijk van de periode en het soort trainingen. Best pittig! Zeker op stage ben je ’s avonds bekaf. Een week met 30 uur bestaat uit veel fietsen, anders is dat quasi onhaalbaar. Roeien is namelijk enorm intensief. Nog een cijfer: tijdens een wedstrijd piek ik op het einde zelfs naar een hartslag van 195.”

“Wij worden als medaillekandidaat beschouwd, maar zelf blijf ik liever voorzichtig. Volgens mij zijn er vijf à zes duo’s die heel dicht bij elkaar liggen. Wij horen daarbij en dus zijn onze kansen niet slecht. Maar als we het gevoel hebben dat we echt niets beter konden doen, moeten we daar eigenlijk tevreden mee zijn. Ook als we als vierde eindigen.”

“Een gouden medaille op de Olympische Spelen zou Tim en ik elk 12.500 euro opleveren. Eigenlijk is dat tamelijk triestig, wetende dat je individueel 50.000 euro krijgt. Omdat we met twee zijn, tellen wij echter als ploegsport. Ik heb het document ondertekend en zeg natuurlijk niet neen tegen die centen, maar ik probeer er niet te veel over na te denken. Anders zou ik toch maar kwaad worden. Als roeier zal je sowieso niet rijk worden, maar dankzij mijn contract bij Sport Vlaanderen kan ik er wel van leven. Zo kan ik toch wat aan de kant zetten om na de Spelen met mijn vriendin Zoë te gaan samenwonen.”