Julie Voet krijgt aan vooravond van EK Veldlopen tips van Veerle Dejaeghere: “Niet panikeren en genieten”

(foto Christophe De Muynck)
Tjorven Messiaen
Tjorven Messiaen Reporter

Komende zondag vindt in Brussel het EK veldlopen plaats. Ook Julie Voet (20) staat er aan de start in de U23-categorie. Voor de Boezingse wordt het nog maar haar tweede kampioenschap, haar eerste bij de beloften.

Een EK, en zeker in eigen land, is een speciale aangelegenheid en als eerstejaarsbelofte kan Voet alle tips gebruiken. En al zeker als die van de West-Vlaamse koningin van het veldlopen komen. Wij vroegen daarom drie tips voor een goed EK aan Veerle Dejaeghere (50) en gooiden die Julie voor de voeten.

1. Start rustig

Veerle Dejaeghere: “Misschien wel het allerbelangrijkste: vergaloppeer je niet in het begin. Het parcours is zeven kilometer lang, wat wil zeggen dat er tijd genoeg is om vanalles goed te maken. In mijn eerste kampioenschap ben ik veel te snel gestart omdat ik echt in de eerste helft van het pak wilde eindigen, maar daardoor heb ik me volledig opgeblazen. Ik raad Julie dus zeker aan om rustig te starten, want als je verstandig indeelt, zal je onderweg zeker lijken oprapen. Al denk ik wel dat ze verstandig genoeg is om dat goed aan te pakken. In dat opzicht is het ook een voordeel dat ze ervaring heeft met het lopen van de tien kilometer op de weg.”

Julie Voet: “Vorig jaar ben ik op het EK in Turijn vrij snel gestart omdat het een goed beloopbaar parcours was, waardoor ik niet te hard zou terugvallen. Ik liep er dan ook constant rond de negende plek, maar ben uiteindelijk nog heel wat plekken verloren in het naar beneden lopen – wat niet mijn sterkste punt is. Voor dit jaar had ik me evenwel al voorgenomen niet te rap te starten. Want modder en ik, dat is geen goede combo. (lacht) Rustig starten, is dus zeker de boodschap. De eerste twee ronden zal je me niet vooraan zien. Ik wil me wat verstoppen en inschuiven en temporiseren waar nodig. Al zal ik ook wel een beetje kijken naar waar de andere Belgen zitten. Sowieso zullen er landen zijn die het niet gewoon zijn om in modderige omstandigheden te lopen, dus ik denk wel dat zij kunnen schrikken van de hoeveelheid modder die er kan liggen en hoe hard je daardoor kan terugvallen.”

2. Sla niet in paniek

Dejaeghere: “Ook niet onbelangrijk: sla niet in paniek tijdens de wedstrijd. Als je denkt ‘oei, oei, ik zit hier even achteraan in het pak’, ga dan niet panikeren. Het parcours in Brussel is zeer zwaar en zal er ongetwijfeld heel modderig bijliggen, wat voor atleten die vaker op de piste lopen sowieso geen pretje is. Blijf dus kalm als je even achteraan de groep verzeild geraakt en probeer de helling met korte passen op te lopen en je dan echt als het ware te laten vallen als het bergaf gaat. Naar de finish toe kan je op die manier nog heel wat plaatsen goedmaken.”

“De vorm was de laatste weken erg goed op training”

Voet: “Sowieso ben ik niet iemand die snel panikeert. Of ik nu vooraan of achteraan in een groep loop, ik sla niet in paniek. Dat naar boven of naar beneden lopen, is wel een dingetje. (lacht) Ik kan super goed naar boven lopen, maar in het naar beneden lopen, verlies ik vaak veel plekken omdat ik me nooit volledig durf te smijten. Ik heb er nu echter heel veel op gewerkt, dus hopelijk loont het zondag.”

3. Geniet ervan

Dejaeghere: “Eigenlijk is dat een tip die er geen is. (lacht) Iedereen zegt altijd dat je ervan moet genieten, maar ik denk dat je pas achteraf kan genieten, want voor en tijdens de cross is het – dat was het toch in mijn geval – vooral stressen. Zeker omdat je je op zo’n kampioenschap toch wil tonen aan de wereld. Tijdens de wedstrijd zie je ook serieus af, wat nu ook weer niet echt genietbaar is. Ik hoop daarom vooral dat Julie met een goed gevoel aankomt en dat ze achteraf niet teleurgesteld is. Ik heb het eens opgezocht: vorig jaar was de eerste landgenote 40ste. Mocht Julie zondag in de eerste helft van het pak kunnen finishen, zou dat een heel mooie prestatie zijn.”

Voet: “Tijdens de race zal er van genieten inderdaad geen sprake zijn. Van de aanloop naar het EK – de beleving, de teammeetings, het samenzijn in het hotel, de persaanvragen – geniet ik echter wel. En ook achteraf zal ik ongeacht het resultaat genieten, want ik ben er toch maar mooi voor het tweede jaar op een rij bij op een Europees kampioenschap. Al mik ik wel op een mooi resultaat natuurlijk. Een plaats wil ik er echter niet op kleven. Ik wil gewoon alles geven en dan zien we wel waar ik uitkom. Zeker omdat ik nog maar eerstejaarsbelofte ben. Als ik in de eerste helft van het pak kan eindigen, zou ik al heel tevreden zijn. Ik ben er alleszins klaar voor, want de vorm was de laatste weken heel goed op training.”