Ine Mylle is naast atlete nu ook Belgian Bullet: “Misschien zo wel de wereldtop halen”

Ine Mylle debuteerde afgelopen weekend in Innsbruck. © gf
Anton Peene Reporter

Ine Mylle heeft in het Oostenrijkse Innsbruck haar debuut gemaakt bij de Belgian Bullets, het Belgische bobsleeteam. Ze vormde een duo met pilote Kelly Van Petegem. Een carrièreswitch is het niet, want ze wil het blijven combineren met atletiek. Maar misschien kan ze zo wél de wereldtop halen, denkt ze.

Ine Mylle (26) uit Zonnebeke werkt aan haar doctoraat aan de KU Leuven: “Ik rondde de master lichamelijke opvoeding af en doe nu onderzoek naar de eigenschappen van de achillespees bij mensen met tendinopathie, een ontsteking van de pees.”

“Ik blijf atletiek doen. Dat is ook voor bobsleeën de belangrijkste training”

Zelf werd de atlete van Flac Ieper ook niet gespaard van blessures: “Voor 2024 is het grootste doel gezond te blijven. In juni vorig jaar had ik een hernia aan de onderrug. Pas sinds november sprint ik weer, maar ik zit nog altijd maar op zestig procent en kan nog geen twee dagen na elkaar lopen. Ik moet goed luisteren naar het lichaam”, aldus Ine, die het hink-stap-springen heeft ingeruild voor het hordelopen. “In de coronatijden waren de pistes niet open en ik heb thuis geen zandbak”, lacht ze. “Via voorzitter Ives Goudeseune kon ik horden lenen en oefende ik thuis op de oprit. Uiteindelijk sukkelde ik ook dat seizoen met een zware hamstringblessure. Mentaal was het niet makkelijk.”

Snel en sterk

Sinds kort heeft ze er een passie bij, als bobsleeër. “Het is niet ter vervanging van de atletiek. Dat wil ik zeker blijven doen. De Belgian Bullets contacteerden me enkele keren via Instagram, maar in het begin hield ik de boot af. Ik dacht dat ik het niet zou kunnen combineren en dat ik te veel zou moeten bijkomen. Uiteindelijk ben ik toch eens gaan luisteren en het viel goed mee qua commitment. Ik ben remster en de belangrijkste training is nog altijd atletiek. Als remster is het belangrijk dat je snel bent en kracht hebt. Twee belangrijke eigenschappen ook voor een hinkstapspringer. De slee weegt 170 kilogram. In de winter gaan we vier weken naar het buitenland, in de zomer gaat het om één techniektraining om de twee weken. Door mijn blessure vorige zomer had ik een achterstand ten opzichte van de andere remsters. Gelukkig kon ik in Leuven oefenen met een karretje.”

‘Maar’ zevende

Ine debuteerde in de Europacup in Innsbruck, met pilote Kelly Van Petegem. “Ik was al eens mee geweest op training in Altenberg. Voor de trainingen moeten we altijd naar het buitenland. Winterberg is het dichtst, op zo’n drieënhalf uur rijden van Leuven. Na enkele trainingen in Innsbruck was het voor echt. Voor de wedstrijd bestudeer je de piste en moet je weten welke bochten waar liggen. Als remster moet je in het begin mee duwen. Je moet zoveel mogelijk kracht zetten. Op het einde is de timing cruciaal: je moet op het juiste moment remmen. Dat vergt veel training. Onze topsnelheid in Innsbruck was 122 per uur. Eigenlijk voel je dat niet echt, want je zit volledig voorovergebogen. We werden zevende, maar ik was minder tevreden dan Kelly. Op zich is dat zeker niet slecht, voor een eerste keer in een sterk deelnemersveld, maar de winnaar in mij had beter willen doen.”

Winterspelen 2026

Volgende week vertrekt Ine alweer. “Dan is er de World Cup in het Duitse Altenberg. Daarna volgt nog het WK in Winterberg. In Altenberg zullen Kelly en coach An Vannieuwenhuyse beslissen wie de remster zal zijn: Dora De Haseleer of ik. Dora werd vorig jaar derde op het WK junioren met Kelly. Verder zijn er nog drie remsters ingestapt dit jaar – allemaal uit de atletiek.”

In 2026 zijn er Winterspelen in het Italiaanse Cortina d’Ampezzo. “Het zou mooi zijn mocht ik daar geraken. In de atletiek heb ik de wereldtop nog niet kunnen bereiken, misschien lukt dat via bobslee wel”, zegt Ine, die al lange tijd geboeid is door wintersport. “Ik heb een band met sneeuw en ijs. Al sinds mijn derde ga ik elk jaar skiën. En toen ik in Amerika studeerde, was het er vijf maanden winter en lag er vaak een halve meter sneeuw. Ik kon me daar echt uitleven en ben er mijn hart verloren”, aldus Ine.

Af en toe keert ze terug naar haar roots in de Westhoek. “Ik volg een trainerscursus atletiek in Gent. Om de twee à drie weken ben ik een weekend bij mijn ouders in Zonnebeke.”