Hanna Vandenbussche, veldloopster zonder vooruitzichten

(foto Belga)©KURT DESPLENTER BELGA
(foto Belga)©KURT DESPLENTER BELGA
Tom Vandenbussche

Corona heeft verregaande gevolgen voor de veldloopsport. Alle CrossCup-manches werden eerder al naar begin dit jaar doorgeschoven, maar intussen werd ook de eerste manche van de nieuwe kalender, in Hannut, afgelast. Hanna Vandenbussche, Belgisch kampioene in 2018, moet het met lede ogen aanzien.

1. De eerste CrossCup in Hannut, voorzien op zondag, werd afgelast. Denk jij dat de veldlopers deze winter nog aan hun trekken zullen komen?

“Ik durf het niet te voorspellen. Ik had zo gehoopt op Hannut en toen het bericht kwam dat de wedstrijd afgelast werd, was dat toch even slikken. Ik probeer mezelf nu te blijven motiveren door af en toe een wedstrijdprikkel in te lassen. Zo simuleer ik dit weekend een wedstrijd over vijf kilometer. Mijn vriend Pieter Desmet (gewezen steepleloper, red.) zal een stukje meelopen.”

2. Hoe heb jij het voorbije coronajaar op sportief vlak overbrugd?

“Ik herinner me dat ik vorig jaar in maart het BK veldlopen liep en we ons tijdens de podiumceremonie afvroegen of we elkaar nog een kus zouden geven. Een week later liep ik een halve marathon in Den Haag. Toen was het plots gedaan. In de zomer deed ik een 3.000 meter op de piste en ik ben altijd blijven verder trainen. Maar terwijl ik de jaren ervoor telkens twee marathons liep, was daar nu geen sprake van.”

3. Hoe zit het met je marathonambities voor de Olympische Spelen in Tokio? Vijf jaar geleden miste je op een haar na de kwalificatie voor Rio.

“Ik moet eerlijk zijn: Tokio wordt heel moeilijk. Als ik zie wat Hanne Verbruggen loopt (2u.29’14”, red.) en wat Nina Lauwaert zou kunnen lopen, moet ik vijf minuten van mijn persoonlijk record doen. Dat is onhaalbaar. En zullen de Spelen wel kunnen doorgaan? Dat is ook allemaal nog lang niet zeker. Ik denk momenteel dat 2022 voor mij een meer realistische ambitie is. Ik zou een snelle stadsmarathon zoals Berlijn willen uitkiezen en me daar voor een Europees kampioen proberen te plaatsen. Naar een EK kan België een team sturen. Met Hanne, Nina en een goeie tijd van mezelf – 2u.32’ tot 2u.34’ moet haalbaar zijn – zouden we een mooi ploegje kunnen afvaardigen.”