De nieuwe ‘grande dame’ van de West-Vlaamse atletiek: Helena Ponette sluit geweldig seizoen af op Memorial

© IMAGO/Sports Press Photo
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Het is weer tijd voor de Memorial Van Damme. “Voor alle Belgische atleten de kers op de taart”, bevestigt Helena Ponette (23). De Oostendse is naast Alexander Doom de enige West-Vlaming die vanavond in Brussel (en op Sporza) te bewonderen zal zijn. Doom met de Belgian Tornados, Ponette met de Belgian Cheetahs, allebei op de 4×400 meter. Daarmee is de Oostendse nu wel ‘la grande dame’ van de West-Vlaamse atletiek. “Ik praat met mijn lief niet de hele tijd over limieten en records, hoor.”

Helena Ponette: “De Memorial blijft de mooiste atletiekmeeting in België, hé. Ik kom er al van mijn zevende. Zelf mogen deelnemen, is altijd een droom geweest. Ik heb er ook fantastische herinneringen aan. (peinzend) De mooiste is de wereldrecordpoging van hoogspringer Mutaz Essa Barshim, zo’n tien jaar geleden, denk ik. Hoe het hele stadion synchroon klapte, dat was kippenvel. Toen merkte ik toch al die speciale sfeer. Het ovalen stadion maakt de sfeer nog meer bijzonder en als Belg word je nog eens extra vooruit gestuwd. Ja dus, ik sta vrijdagochtend op: yes, Memorial!

Ook omdat het de kers op de taart is van een uitstekend seizoen? Dit jaar volgde de bevestiging van jouw doorbraak in 2022: individueel Belgisch kampioene en vijfde op het WK in Boedapest met de Cheetahs. Jouw status was ook al te merken in de volgorde van de aflossing want op het WK mocht je zelf finishen.

“In de reeksen wel, in de finale liep ik als eerste. Dat had te maken met de samenstelling van de vier lopers: je hebt als eerste een typische 400-meterloper nodig en ik was die finaledag de enige.”

“Ik kom al van mijn zevende naar de Memorial. Zelf deelnemen is altijd een droom geweest”

Waarom kiest iemand toch voor de 400 meter, volgens kenners misschien wel de meest slopende atletiekdiscipline? Je liep dit seizoen ook al een geweldige 300 meter, dat is al 100 meter minder moordend.

(lacht) “Ja, jammer dat het geen officiële afstand is. Die eerste 300 meter zijn altijd de leukste, daarom probeer ik elk jaar minstens één te lopen. Het klopt wel dat die 400 meter heel intens is, met grotere risico’s op blessures. Het vraagt dan ook nauwgezette trainingen. Voor mij gaat het om 6 à 7 keer per week trainingen van zo’n twee uren en dan tussendoor nog extra oefeningen. En verder voldoende slaap, gezond eten… Al is die voeding niet zo extreem als ik dat vergelijk met wielrenners. Maar ik moet als student nu ook niet elke week gaan eten bij McDonald’s of zo, hé.”

Je studeert in Leuven geneeskunde. Niet onlogisch, jouw ouders zijn allebei dokter.

“Ik zal het wel van thuis meegekregen hebben, al hebben ze mij nooit in die richting gepusht. Ik heb nog één semester theoretische vakken te gaan, in januari ben ik klaar met alle theorie. Maar we hebben besloten pas aan mijn stagejaar te beginnen na de Spelen in Parijs, zodat ik mij daar helemaal kan op concentreren.”

En misschien eerst nog wat genieten van het studentenleven, na die combinatie topstudies-topatletiek?

“Vorig jaar heb ik mijn studies al wat gespreid, waardoor best voldoende tijd overbleef voor een sociaal leven. Meer zelfs dan voor mijn medestudenten die een heel jaar achter hun boeken moesten zitten.”

Er was zelfs tijd voor een lief? Ook een atleet nog wel. Kevin Borlée en Camille Laus (aanvoerder van de Cheetahs) vormen ook al een koppel. Wordt er in Leuven dan de hele tijd gepraat over limieten en recordtijden?

(verlegen lachje) “Neen hoor, we praten heus wel over andere dingen. Over mijn studies en het werk van mijn vriend. Zijn naam hoeft niet in de krant te verschijnen.”

Oké, we sprinten weer naar de piste. Vanaf januari gaat de volledige focus naar de Spelen. Na jullie vijfde plaats op het WK zijn de Cheetahs medaillekandidaat.

“Dat moet de ambitie zijn. Als iedereen in vorm is, moeten we kunnen meespelen. Als ik ooit een olympische medaille wil halen, zal het in de aflossing moeten gebeuren. Individueel maak ik weinig of geen kans.”

“Als ik ooit een olympische medaille wil halen, zal het in de aflossing moeten gebeuren”

Is voor de huidige generatie Cheetahs – met Cynthia Bolingo als speerpunt in navolging van Kim Gevaert en co in 2008 – ooit olympisch goud mogelijk, denk je?

“Dat is niet realistisch. Ik ben met mijn 23 jaar de jongste, Imke Vervaet en Camille zijn al 30, Hanne Claes is 32… dromen van goud op termijn zou wel een grote overschatting van onszelf zijn.”

Je zei ooit dat je als jong meisje dat heel graag liep, bent meegegaan met een buurmeisje dat aangesloten was bij Hermes Oostende. Loopt dat buurmeisje nog?

(lachje) “Neen, ze is het jaar erop al gestopt.”

Haar buurmeisje is wel een Belgische topper geworden. Wiens beste jaren nog moeten komen?

“Ik heb me toch laten vertellen dat onze topjaren zo rond ons 25ste, 26ste liggen. Maar dat is heel individueel, Hanne bijvoorbeeld liep dit jaar op haar 31ste nog een Belgisch record op de 400 meter horden.”

Een nieuw Belgisch record voor de Cheetahs zou vrijdag al mooi zijn! Succes, Helena!