De familie Vanbaelenberghe: bijzonder sterk in hamerslingeren

De familie Vanbaelenberghe met van links naar rechts Dejen, pa Bernard, ma Marleen Van Parijs, en gehurkt Wege en Chucha Vanbaelenberghe.
Redactie KW

FLAC organiseerde zondag in Izegem de laatste West-Vlaamse meeting van het seizoen. Het hamerslingeren telde mee voor het PK. Dat is bij de familie Vanbaelenberghe uit Bredene de specialiteit van het huis. Drie dames beoefenen het hamerslingeren en zetten bovendien in die discipline aardige prestaties neer.

De 54-jarige moeder Marleen Van Parijs haalde de mastertitel W50 met 28,49 meter, dochter Wege Vanbaelenberghe was de beste juniore met 48,30 meter. De 19-jarige studente verpleegkunde werd dit seizoen ook nationaal en Vlaams juniorkampioene. Zij zette als derde van het BK alle categorieën met 50,34 meter de tweede beste West-Vlaamse prestatie ooit neer. Enkel de Torhoutse Ilke Lagrou (57,64 meter) deed beter. De drie jaar jongere zus Chucha Vanbaelenberghe werd tweede op het PK en vierde op het BK-scholieren met 44,16 meter.

Wie zich bij een atletiekclub aansluit, denkt niet aan hamerslingeren. Dat is een randdiscipline. Marleen Van Parijs, afkomstig uit het Antwerpse Berlaar, legde zich in haar eerste atletiekloopbaan toe op de spurt. Met succes: zij snelde in 1987 de 100 meter af in 11″88 en stond toen elfde op de Belgische aller tijden-lijst. Zij kwam via echtgenoot Bernard Vanbaelenberghe in Bredene terecht. Hij speelt volleybal bij Lowlands Leffinge. Marleen bleef de atletiek trouw en sloot zich aan bij Hermes Oostende. Zij stapte wel van de kortste naar de langste officiële afstand over, naar de 100 km ultralopen dus. In 2008 behaalde zij in Torhout tijdens de Nacht van Vlaanderen zilver op het BK 100 kilometer in een tijd van 10u.06’11”.

Marleen en haar man adopteerden een jaar later met Wege, Chucha en Dejen drie Ethiopische kinderen uit hetzelfde gezin, waardoor haar tijd om aan ultralopen te doen, beperkt werd. Marleen legde zich daarom vanaf 2013 toe op het hamerslingeren en werd drie keer nationaal kampioen W50.

Wege kwam als negenjarige in België terecht. “Ik sprak na twee jaar behoorlijk Nederlands. Mijn Ethiopische streektaal begrijp ik nog amper. Ik koos aanvankelijk voor het afstandslopen, maar mijn lichaam leek er niet voor gemaakt. Ik hield er enkel kniepijn aan over. Hamerslingeren viel wel erg goed mee. Wij stapten eind 2013 over naar Houtland, dat met Geert Vanmassenhove over een trainer beschikt die zich enkel met het hamerslingeren bezig houdt.”

“Mijn zus Chucha, die vorig jaar de nationale cadettentitel in het hamerslingeren behaalde, en ik trainen sinds dit seizoen bij Etienne Devriendt in Melle. Hij is 81, maar het klikt tussen ons. Ik begon vorig jaar verpleegkunde aan het Oostendse Vesaliusinstituut en loop sinds september stage in het nabijgelegen Hendrik Serruysziekenhuis. Dat betekent om 4.30 uur ‘s morgens opstaan, een half uur fietsen naar Oostende en werken van 6 tot 14.30 uur. Op trainingsdagen nemen mijn zus en ik om 16.20 uur de trein naar Melle, waar we om 18.30 uur aankomen. Om 21 uur zij we weer thuis en kruipen om 22 uur in bed.”

“Gemakkelijk is anders, maar ik wil de kost zelf verdienen en mensen helpen. Ook sportief moet het beste nog komen. Moeder Marleen, die aan het Vesalius Instituut Franse les geeft, kon dit seizoen amper presteren. Zij onderging in mei een operatie aan de pols. Chucha heeft het op studeren begrepen. Zij volgt het vierde jaar wetenschappen. Broer Dejen voetbalt.” (HV)