30 per uur als norm? Onze burgemeesters zeggen niet neen

Verkeersveilige kernen waar koning auto niet langer de plak zwaait. Dat is volgens de meeste burgemeesters de weg die we moeten inslaan.©Kurt Desplenter foto Kurt
Verkeersveilige kernen waar koning auto niet langer de plak zwaait. Dat is volgens de meeste burgemeesters de weg die we moeten inslaan.©Kurt Desplenter foto Kurt
Olaf Verhaeghe

West-Vlaanderen rijdt straks trager, toch zeker in het centrum van de stad, de gemeente of het dorp. Uit onderzoek van deze krant blijkt dat meer dan negen op tien lokale besturen wel heil ziet in een uitgebreide zone 30 in de kern. Sterker nog: drie op tien overweegt zelfs 30 kilometer per uur in de volledige bebouwde kom.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Tragere kernen, waar koning auto niet langer de plak zwaait en keizer fietser en keizerin voetganger de scepter overnemen. De snelheid naar beneden in functie van veiligheid en leefbaarheid. Als het van de grote meerderheid van de West-Vlaamse burgemeesters afhangt, is dat de richting die we in versneld tempo uitgaan.

Uit een exclusieve rondvraag bij alle 64 lokale besturen blijkt immers dat maar liefst negen op de tien lokale besturen een uitgebreide zone 30 in het centrum van hun stad of gemeente wel degelijk ziet zitten. Zes op de tien onder hen houdt het bij een beperkt centrum als zone 30 , drie op de tien gaat een stap verder en overweegt om in de volledige bebouwde kom de maximumsnelheid terug te brengen naar 30 km per uur.

Wisselmeerderheid

In een voorstel tot decreet, gelanceerd door de Vlaamse Parlementsleden Annick Lambrecht (SP.A) en Stijn Beckx (Groen), wordt 30 per uur de norm en 50 de uitzondering. “Eigenlijk draaien wij de situatie van vandaag om”, duidt Annick Lambrecht. “Nu zegt Vlaanderen: 50 km per uur is de algemene norm, maar gemeenten kunnen daarvan afwijken . Wij zien het anders: 30 km per uur als standaard, maar 50 km per uur mag, bijvoorbeeld op wegen met vrijliggende fietspaden of op belangrijke invalswegen.”

SP.A en Groen staan lang niet alleen in hun oproep tot tragere steden en gemeenten. Ook de vereniging voor Ouders van Verongelukte Kinderen en verkeersinstituut Vias scharen zich achter het plan. “Samen met heel wat mobiliteitsexperten”, voegt Annick Lambrecht nog toe.

 ©Kurt Desplenter foto Kurt
©Kurt Desplenter foto Kurt

“Eind maart zijn er in de commissie Mobiliteit hoorzittingen, maar intussen voel ik bij andere partijen, zoals CD&V en N-VA, wel steun. Ik durf echt hopen op een wisselmeerderheid, ja. Alle studies wijzen op de winsten van een lagere snelheid. Het aantal ongevallen daalt met een derde als je de snelheid verlaagt van 50 naar 30 km per uur, en ook de ernst van de ongevallen is een pak minder zwaar.”

Dat zegt ook mobiliteitsexpert Dirk Lauwers (UGent en UAntwerpen). “Bovendien is het argument tijdsverlies in tal van internationale onderzoeken al meermaals tegengesproken. Het verschil daar is verwaarloosbaar, de winst naar veiligheid en aangename leefomgeving toe is vele malen groter. Het merendeel van de mensen past zich snel aan en de weerstand smelt weg. Ik zeg altijd: draagvlak is een werkwoord. De beste manier om iemand te overtuigen van het nut, is de best mogelijke maatregelen uitvoeren én die goed uitleggen.”

Lokaal beslist

Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) is echter een pak minder enthousiast en schoot het voorstel recent vrij hevig af. “Je kan steden in Vlaanderen niet vergelijken met meer perifere gebieden. Bovendien moet het snelheidsregime geloofwaardig blijven en in overeenstemming zijn met de lokale omstandigheden. Ik zie dan ook de hoofdrol voor lokale besturen: zij zijn het best geplaatst om in te schatten wat bij hen waar moet gelden.” Minister Peeters ziet naar eigen zeggen weinig draagvlak bij de lokale besturen om de huidige regels om te keren.

Ons onderzoek bij de West-Vlaamse besturen wijst echter net wél op een groot draagvlak, niet alleen in de steden, maar ook in de kleinere gemeenten. Zo hebben Oostende, Brugge, Kortrijk en Menen verdere plannen voor grote zones 30, terwijl landelijke gemeenten als Zuienkerke, Lo-Reninge, Oudenburg en Heuvelland systematisch kernen aan 30 km per uur organiseren.

Heropvoeden

Ward Vergote, burgemeester van Moorslede voor het lokale Visie, is een van de grote voorstanders van een bebouwde kom aan 30 km per uur. “In Moorslede hebben wij een kleine vijf jaar geleden een zone 30 ingevoerd over het hele centrum. Het positieve effect is er, maar het kan nog beter. Ook naar esthetiek toe zie ik winst. Al die borden… Die bevuilen je straatbeeld.”

“Waarom maken we van 50 km per uur niet de uitzondering?” – Carine Dewaele, burgemeester Lendelede

Ook Carine Dewaele, CD&V-burgemeester in Lendelede, schaart zich achter een grote zone 30. “De hele bebouwde kom aan 30 km per uur rijden, lijkt mij een brug te ver. Maar van 50 km per uur de uitzondering maken, daar kan ik me wel in vinden. Ik vind dat we daar toch grondig moeten over nadenken”, klinkt het. “Je moet een realistische afbakening vinden. Een centrum, of dat nu van een kleine gemeente of grote stad is, kan niet langer als doorgangsroute worden gebruikt. Een grote zone 30, met een hoofdrol voor de fietser, lijkt mij de juiste stap in die richting.”

Geert Depree, mobiliteitsschepen in Jabbeke voor CD&V, sluit zich volmondig aan. “Het is trouwens geen persoonlijk standpunt, wel gedragen binnen ons college. De norm omdraaien en van 50 de uitzondering maken, biedt meer soelaas dan bordjes hangen”, zegt schepen Depree. “In dat opzicht moeten we de mensen een beetje heropvoeden. Al zal dat wat geduld vragen.”

Handhaven

Jos Sypré, burgemeester in Beernem voor CD&V, ziet minder graten in een bebouwde kom waar 30 km per uur de basisregel wordt. “Ik blijf voorstander van een algemene 50 km per uur binnen en 70 km per uur buiten de bebouwde kom”, zegt hij. “Zones 30 moeten doordacht ingevoerd worden op plaatsen met bebouwing, bij scholen, bij grote risico’s op gemengd verkeer. Een regel zie ik er niet in.”

“Onnodig? Niet per se”, zegt Koenraad Degroote, burgemeester van Dentergem. “Elke gemeente is anders natuurlijk, maar ik voel daar vandaag bij ons geen nood aan. Aan schoolomgevingen is 30 km per uur een evidentie, maar elders… Neen, dat denk ik niet. Wat niet is, kan nog komen uiteraard. Maar ik denk dat we best geval per geval, straat per straat blijven kijken. Ik denk trouwens niet dat je het probleem van hardrijders oplost met een zone 30. De handhaving, controleren op 50 km per uur, lijkt mij belangrijker.”

Die controles kunnen lokale besturen sinds 1 februari met behulp van GAS-boetes op beperkte snelheidsovertredingen in zones 30 en 50 zelf strikter in handen nemen. In Kortrijk zijn de voorbereidingen om die GAS-sancties in te voeren, aan de gang. Schepen van Mobiliteit Axel Weydts (SP.A) vindt die nieuwe regeling alvast een goed instrument.

“Een stad of gemeente die met de politiezone veel inzette op verkeersveiligheid in de kern en controles uitvoerde, zag het geld van de boetes naar de federale schatkist verdwijnen. Het boetefonds kijkt immers niet naar waar de controles gebeuren en de overtreding wordt vastgesteld. Door dat nu zelf te kunnen doen, komen ook de inkomsten bij de stad terecht. Geld dat je opnieuw rechtstreeks kan investeren in infrastructuur en veiligheid. Een win-win dus, en volgens mij de weg die we moéten inslaan.”

Mama van verongelukte Kato (12) pleit voor voorrang voor fietsers en voetgangers : “Was die fietsstraat er, dan hadden we Kato nog”

Mobiliteitsexperts zijn helemaal overtuigd: “Fietszones zullen zich over almaar meer gemeenten verspreiden.”