Toerisme en boerderij op militair domein: ontdek de bijzondere geschiedenis van boerderij ’t Leihof in Koksijde

Henk en Mia Ghyselen-Hauspie. © MVO
Myriam Van den Putte
Myriam Van den Putte Journaliste Het Wekelijks Nieuws

Boerderij ’t Leihof van Henk Ghyselen (56) en Mia Hauspie (52) heeft een bijzondere geschiedenis én ze is ook gelegen op een unieke locatie, op het domein van de militaire luchtmachtbasis van Koksijde. Daardoor is ze waarschijnlijk een van de best beveiligde boerderijen van het land. Sinds een jaar richten Henk en Mia hun pijlen ook op hoevetoerisme met de Fluithoekhoeve, waar het gezin gedomicilieerd is.

Elke bezoeker of leverancier moet zich registreren bij de militaire controlepost in de Robert Vandammestraat en wordt meestal door Henk naar de hoeve geëscorteerd over de tarmac. Henk vertelt hoe het tot die bijzondere situatie is gekomen. “De geschiedenis van ’t Leihof gaat terug tot de 13de eeuw, toen de boerderij een van de uithoeves was van de Duinenabdij. Rond 1890 werd mijn overgrootvader Modest eigenaar van deze polderhoeve. Hij legde zich toe op akkerbouw, en van 1909 tot 1921 was hij ook burgemeester in Koksijde. Tijdens zijn burgemeestersambt brak WOI uit, maar hij sloeg niet op de vlucht zoals velen: hij bleef op post bij zijn bevolking. Het Belgische leger legde toen een tijdelijk vliegveld aan rond abdij Ten Bogaerde, aan de overkant van de N8, maar niet op deze site.”

Bommenkraters

Later nam Henks grootvader Gerard de boerderij over, maar tijdens WOII moest hij opkrassen. “De Duitsers hebben de velden platgewalst om er startbanen voor een vliegveld aan te leggen. Ze hebben hier ook een grote bunker neergepoot en de hoeve diende als camouflage voor het hoofdkwartier van de Duitsers. Na de oorlog is de bunker afgebroken. Tijdens de oorlog waren er heel wat dakpannen naar beneden gedonderd door de trillingen van de bombardementen, maar de hoeve werd nooit getroffen. Toen mijn grootvader terugkeerde na de oorlog, was er dus heel wat herstelwerk en moest hij ook de 110 diepe bommenkraters opvullen.”

“We hebben een uitstekende samenwerking met de militairen” – Henk Ghyselen en Mia Hauspie

Henks vader Modest, Gerards oudste zoon, nam als derde generatie de boerderij over. Sinds de jaren 1960 hield hij zich voornamelijk bezig met akkerbouw en hij had ook nog melkkoeien. “Toen Mia en ik in 1993 de fakkel overnamen, daalden de graanprijzen op de wereldmarkt. Dat maakte het voor ons niet meer rendabel. Rond 1995 besloten we ons graan te valoriseren als kippenboerderij. In de loop der jaren hebben we die uitgebreid. Momenteel zitten er zo’n 85.000 kuikens die we in zes weken tijd opkweken van eendagskuiken tot braadkip. Dat gebeurt 6 à 7 keer per jaar. Daarna worden de stallen volledig gereinigd.”

De mest dient als compost en gaat voornamelijk naar Frankrijk. “Zo creëren we een circulaire economie: de mest van de kippen gaat terug naar het land, het graan op het veld gaat naar de kippen en we brengen het vlees op de markt. Onze zoon Gerbert (24) is gemotiveerd om als volgende generatie de boerderij voort te zetten. De alsmaar extremere klimaatomstandigheden zorgen echter voor nieuwe uitdagingen. Gerbert neemt de akkerbouw over, maar zal zich specialiseren in aardappelteelt en hij bouwt momenteel een nieuwe aardappelloods. We moeten immers blijven innoveren!”

Restauratie

De familie Ghyselen heeft echter nog een project om trots op te zijn. Ook Gerbert heeft er met zijn schrijnwerkersdiploma mee zijn schouders onder gezet. De oude schuur van Het Leyhof dateert van 1754 en heeft meerdere oorlogen meegemaakt. De familie Ghyselen heeft de schuur schitterend gerestaureerd. “We moesten sowieso de daken vernieuwen en hebben het dan maar ineens goed gedaan”, zegt Henk.

“De oude balken zijn cultuurhistorisch erfgoed en daarin hebben we nog heel wat inscripties ontdekt met namen van mensen die in de 18de eeuw op de dorsvloer hebben gewerkt. Men noemde dit vroeger een dwarsschuur; die had twee poorten. Een ervan is vervangen door een gloednieuwe poort, die Gerbert op zijn 17de heeft gemaakt. De vloer is een volle betonvloer, gezaagd in tegelmotief zodat er zelfs tractors over kunnen rijden.”

De oude koets van overgrootvader Modest Ghyselen is de blikvanger in de gerestaureerde schuur.
De oude koets van overgrootvader Modest Ghyselen is de blikvanger in de gerestaureerde schuur. © MVO

Blikvanger is de oude koets van Henks overgrootvader Modest. In de annexruimte – de vroegere koeienstal met drie drinkbakken – hebben we de oude toog uit de kantine van mijn tennisclub een ereplaats gegeven. In de ingang hebben we de hooiruiven behouden en er haakjes aan gemonteerd zodat die als kapstokken in de vestiaire kunnen dienen. In een tweede annex stonden vroeger acht boerenpaarden. Daar zie je nog de oude drinkbakken en de paardengarelen.” Eigenlijk is deze schuur te mooi om als landbouwloods te dienen. “Toch blijft dat de bestemmingsfunctie, maar we mogen ze wel beperkt, maximaal tien keer per jaar, educatief toegankelijk maken”, verduidelijkt Henk.

Tot 18 personen

Sinds een jaar richten Henk en Mia hun pijlen ook op hoevetoerisme met de Fluithoekhoeve, waar het gezin gedomicilieerd is. “We mochten eenzelfde aantal kubieke meter bouwen op dezelfde fundering in dit delicate gebied van het Duinendecreet”, zegt het koppel. “Er zijn drie entiteiten met een moderne look en alle comfort, die samen geschikt zijn voor een verblijf tot 18 personen, met uitzicht op de duinen en/of de polders. Het is ook een uitzonderlijke ligging, want eigenlijk zitten we op deze militaire site op een eiland, afgesloten van alle toerisme. We hebben een uitstekende samenwerking met de militairen, maar met de plannen bij een eventuele reconversie zouden we ons moeten aanpassen. Dan zouden er nieuwe fietsroutes komen, er zou een bos worden aangeplant waardoor het weidse uitzicht op de polders, abdijhoeve Ten Bogaerde en de kerktorens van Veurne zou verdwijnen. Maar met de huidige oorlogsconflicten zien we die reconversie nog niet snel gebeuren.”

Info: www.fluithoekhoeve.com – fluithoekhoeve@gmail.com.