‘t Een en ‘t Ander is de slagader van Schuiferskapelle: “Helft van de wereld is hier al gepasseerd”

Patrick en Mieke eventjes aan de hoek van hun toog een drukke zondagavond. © WMe by Wouter Meeus
Wouter Vander Stricht

Patrick D’hont (68) en Mieke De Jaegher (61) zijn net aan hun tiende jaar in ’t Een en ’t Ander begonnen. Wat begon als een kruidenierszaak annex volkscafé is ondertussen uitgegroeid tot de zaak die het dorpsleven mee bloeiend houdt.

Zopas bestond ‘t Een en ‘t Ander negen jaar, het tiende ‘werkjaar’ van de combinatiezaak is dus ingegaan. Een kruidenierswinkel met café, vroeger was het gemeengoed, maar nu is zo’n combinatiezaak – zoals de uitbaters het zelf noemen – de uitzondering op de regel. “Toen we in 2013 het idee aan het uitwerken waren, bleek dat je voor een leefbaar café of kruidenierszaak minimum 1.600 tot 2.000 potentiële klanten moet hebben, in Kapelle wonen maar een kleine 1.200 zielen.”

Dus besloten Patrick en Mieke om de twee zaken te combineren. Na de bankencrisis was Dexia weg getrokken uit het pand met huisnummer 3. “Dit is hier mijn grootouderlijke woning”, zegt Patrick. “Zelf groeide ik hiernaast in Schuiferskapelledorp 1 op. Toen we een nieuwe bestemming voor het pand zochten, kwamen we uiteindelijk uit op ‘t Een en ‘t Ander.”

Architect en journaliste

Patrick was actief als architect, Mieke als journaliste en aanvankelijk combineerden ze de zaak nog met hun fulltime professionele bezigheden. “We vonden Miekes zoon Leander bereid om hier de zaak te doen”, kijkt Patrick terug. “Hij had al wat horeca-ervaring, maar woonde in Gent. De deal was dat wij de hele vroege en late uurtjes zouden doen, uiteindelijk heeft hij drie jaar de opstart van de zaak mee begeleid.”

Ondertussen zitten Patrick en Mieke ook fulltime mee in de zaak. “In totaal zijn we, ons inbegrepen, met 4,5 half fulltime equivalenten en in totaal met 14 medewerkers. Maar daar zitten ook studenten bij die maar enkele uren per week komen.”

“Voor toeristen lijkt ons dorp maar een steenworp verwijderd van steden als Gent en Brugge”

De zaak breidde immers al snel uit. “In 2014 zijn we gestart met een miniwinkeltje en een piepklein café. De winkelwaren waren uitgestald langs de wand. Maar in 2015 kregen we de kans om het huis van de buurvrouw op nummer 5 te kopen en onze oppervlakte te verdubbelen.”

Van achter de toog heb je zicht op de winkel. “Het is niet zo dat wie hier een pakje koffie komt kopen, ook een koffie komt drinken. Maar iemand die in het café zit zou wel eens nog een brood mee naar huis nemen, omdat hij dat toch nodig heeft. We noemen het zelf een combinatiezaak. In onze kruidenierswinkel vind je alle essentiële zaken terug. Op wat senioren na komen hier geen gezinnen al hun boodschappen doen. We zijn uiteraard ook iets duurder, we kunnen niet op tegen de supermarktketens. En we hebben ook niet van alle producten verschillende soorten of merken. Omdat de ruimte beperkt is, moeten we daar keuzes maken. Maar als iemand iets te kort heeft, dan is de kans groot dat je het hier vindt.”

Meteen geadopteerd

’t Een en ’t Ander is nu het enige café en de enige kruidenierszaak in de Tieltse deelgemeente. “Patrick groeide hier op, ik ben van Harelbeke”, zegt Mieke. “Maar ik ben meteen geadopteerd door de Kapellenaars. We zijn hier in het dorp de enige bron van levensmiddelen, want vlak voor wij begonnen stopte bakker Vergote.”

De winkel is enkel op maandag gesloten, het café ook op dinsdag- en woensdagvoormiddag. “Ook ons café kende meteen een goede start. Tijdens de week hebben we onze vaste klanten, mensen van het dorp. In het weekend is dat anders, dan zie je dat de mensen al eens van verder komen. En zeker al in de zomer. De fietsroutes werden omgeleid langs ons café, mensen kunnen hier iets drinken en naar het toilet als het moet. We hebben een terras met 70 plaatsen waar we ook ’s avonds nog de zon hebben. Het zit er vaak afgeladen vol. Er is hier ook parking bij de vleet.”

Je kan niet enkel iets drinken in ’t Een en ’t Ander. “We hebben een uitgebreide kaart met ruim 60 bieren, maar ook Sint-Bernardus Abt, Prior en Triple van ’t vat. Sommige mensen komen speciaal daarvoor naar hier. En aan onze eigen bereide picon die je ook per fles kunt kopen hangt een heel familieverhaal vast. In onze keuken bereiden we ook eenvoudige gerechten. Homemade en rijkelijke Vlaamse kost. Van vol-au-vent tot witloof en hespenrolletjes. En we zijn van tot heinde en verre bekend om onze ontbijten. Onze koeken die je hier dus ook kunt kopen bakken we overigens zelf af.”

Om 23 uur dicht

Ook de mensen die er overnachten kunnen er ’s morgens de voeten onder tafel steken. “We hebben ook twee kamers waar je met meerdere personen kunt verblijven. Vanop het balkon heb je zicht op het dorpsplein en we krijgen ook een mooie rating bij de verschillende boekingssites. Ik denk dat hier al de halve wereld over de vloer is gekomen. Vorige week zaten er Spanjaarden en Nederlanders, de verste gasten kwamen uit Nieuw-Zeeland. Het kan misschien raar klinken, maar voor wie veel reist maakt de afstand van hier naar Brugge of Gent weinig uit. Dat is eigenlijk maar een steenworp in de ogen van toeristen. Dus mochten we er hier al heel veel verwelkomen. We hebben ook een ingerichte wellnessruimte waar de gasten kunnen genieten, maar dat is ook beschikbaar voor mensen die hier niet verblijven en gewoon eens willen ontstressen.”

Het café is niet echt lokaal van verenigingen. “Okra komt hier wel eens vergaderen, net als de wijnclub. Er hangt hier wel een dartsbord, maar we promoten dat niet. Maar we staan wel voor alle voorstellen open. Ook achteraan hebben we een terras en samen met een stuk van het café kan dat ook handig zijn voor allerlei feestjes.”

Het café gaat wel altijd om 23 uur dicht. “We moeten het voor ons leefbaar houden en we zitten ook met onze logés die boven de zaak slapen. Je moet die mensen hun nachtrust uiteraard respecteren. Maar dat loopt allemaal vlot. Veel van onze gasten komen hier iets eten en genieten dan ook van een glas.”

Volgende week: café De Pelikaan in Roeselare.