Slunske van ‘t Sportkaffee in Ledegem: “Na de dood van ons pa kreeg ik de zegen van ons moeder om café te gaan houden”

Achter de toog giert Slunske het uit van het lachen. Er is altijd wat te beleven in het Sportkaffee, waar hij sinds vier jaar de plak zwaait. © Jan Stragier
Wouter Vander Stricht

Geert Vanden Bulcke is een rasechte Ledegemnaar, maar haast niemand spreekt hem aan bij zijn voornaam. Over hoe hij aan zijn bijnaam ‘Slunske’ kwam, lees je hier alles. “Maar het is niet omdat ik in het Slunsekot gewerkt heb”, verklaart de cafébaas van Sportkaffee in de Stationsstraat.

Alleen al een afspraak voor dit interview versieren, is een avontuur op zich. Als we ‘Slunske’ aan de lijn krijgen, blijkt dat we op een vrijdagmorgen langs mogen. Maar de dag voordien duikt nog een persmoment op dat onze afspraak overlapt. Dus proberen we op donderdag enkele keren te bellen, maar we krijgen hem niet aan de lijn. “Wil je dat nooit meer doen? Donderdag is mijn sluitingsdag en dan neem ik geen telefoons op”, lacht hij als we later die vrijdagmorgen toch te gast zijn. Hoewel de klok nog tien uur moet slaan, zit er al behoorlijk wat volk. En ‘Slunske’ is de entertainer. Als uit de radio de Vaya Con Dios-hit What’s A Woman weerklinkt, zingt hij uit volle borst mee.

In het Sportkaffee is de patron ‘Slunske’ zelf de attractie

Hij is op dinsdagnamiddag gesloten, op donderdag dus ook, maar de andere dagen gaat zijn café ’s morgens al open. Op de deur staat 8.30 uur. “Om 7.45 uur doe ik soms al open, dan staat hier al volk aan de deur. Vaak dezelfde klanten natuurlijk en ook altijd dezelfde cafébaas”, gaat hij in zijn kenmerkende stijl verder.

Overlijdens

Ooit was er in het Sportkaffee een winkel waar potten en pannen werden verkocht. Maar Patrick Deprez en Roos Scheldeman kochten de zaak van Lydie Adam en maakten er een sportwinkel van: Patrick Sport. Na 14 jaar besloten ze over te stappen naar café houden, waar ze na nog eens 14 jaar afscheid van namen omdat de gezondheid het niet meer toeliet. Daarna was Marleen Bourgeois de uitbaatster, haar man Kurt Deblauwe hield ook nog De Reisduif open en nu nog de cafetaria van de sporthal in Ledegem. Maar Marleen overleed onverwacht op slechts 58-jarige leeftijd. En in april van dit jaar was het al vier jaar dat ‘Slunske’ de cafébaas is. Als we hem vragen of hij een geboren en getogen Ledegemnaar is, haalt hij er foto’s en bidprentjes bij. Van zijn vader Romain Vanden Bulcke die in 2015 overleed. “Hij was ook erebestuurder bij Olympic Ledegem. 50 jaar lang was hij actief bij de club, van speler over afgevaardigde tot bestuurslid.”

Zijn ma Erna Cokelaere overleed in 2021 en een tijdje terug ook zijn broer Patrick (64). Over zijn burgerlijke status is hij duidelijk. “Ik heb een paar huwelijken en latrelaties achter de rug. Had ik het allemaal geweten, ik was alleen gebleven”, lacht hij.

30 jaar als kok actief

Zijn beroepscarrière startte hij als kok in het restaurant naast de Supra Bazar dat nu door het leven gaat als De Cuisien. “Tien jaar heb ik daar gewerkt, vervolgens tien jaar in De Cycloon en daarna weer tien jaar aan Den Stock.”

Na drie decennia als kok voor twee bazen ging hij aan de slag bij Delorge in Gullegem. “Het ‘slunsekot’”, omschrijft hij het zelf. “Maar ik had altijd al café willen houden. Mijn ouders waren daar niet voor. Maar toen mijn pa overleed, kreeg ik toch uiteindelijk de zegen van mijn moeder. Ze was mijn gezaag erover wellicht beu, of het kan ook zijn dat ze het niet meer zag zitten om de vuile was te doen van toen ik bij Delorge werkte. Ik kwam vaak pottezwart thuis.”

En zo geschiedde. Geert werd de nieuwe patron van het Sportkaffee. Maar niemand noemt hem bij zijn naam, iedereen zegt ‘Slunske’. “Die naam heb ik al lang, van voor ik in het slunsekot ging werken. Het was in het begin dat ik in Gullegem werkte, ik was beenhouwer/traiteur van opleiding, maar mijn baas wilde dat ik in Ieper nog wat cursussen ging volgen. Samen met Jeanine van het Daiselpark en Germain Thermote trok ik op onze vrije dag naar daar. Maar Germain en ik hadden het tegen de middag al gezien en besloten om eens de Irish Coffee op de Ieperse markt te gaan proeven. Op onze terugweg kwamen we in Moorslede op een oliespoor terecht, de wagen ging aan het slippen en we belandden in de gracht tegen een duiker. Er lag er maar eentje, maar toch konden we die passen. De hulpdiensten kwamen ter plaatse en ik werd afgevoerd naar Roeselare. Germain vertelde tegen mijn broer dat ik geluk had gehad en ik er in mijn veiligheidsgordel als ‘slunske’ bij hing. Toen dat verhaal wat de ronde deed, had ik mijn bijnaam te pakken.”

Voetbalvolk

In het Sportkaffee heeft ‘Slunske’ heel wat vaste klanten, maar er zijn ook enkele clubs. Zo wordt er op de Lotto gespeeld, is er een kaartclub en wordt er gepronostiekt op de voetbalwedstrijden. Onder meer op de uitslag van Ol. Ledegem. “We zijn hier vlakbij het voetbalveld gelegen. Er komt hier dus wel wat voetbalvolk over de vloer.”

Hoewel Geert jarenlang als kok actief was, serveert hij geen eten in zijn café. “Ik doe dit hier in mijn eentje, ik kan niet alles hé. Een zak chips kun je hier krijgen, meer niet.”

Als cafébaas is hij altijd zichzelf. “Ik praat tegen iedereen, maar wat ze tegen mij vertellen, moet ik soms voor mij houden.” Enkele vaste klanten proesten het uit als we hen vragen wat zij van ‘Slunske’ vinden. “Moeten we eerlijk zijn”, lachen ze. “Hij is rechtdoorzee. En zijn rekeningen kloppen ook altijd”, klinkt het, terwijl ‘Slunske’ aandachtig luistert.

In het café komen voornamelijk Ledegemnaars over de vloer. “We zijn een dagcafé, van zodra ik ’s avonds de kans heb, doe ik de rolluiken naar beneden. Want ’s anderendaags is het weer vroeg dag en staan de vaste klanten hier opnieuw.”

Volgende week: café ’t Fort in Meulebeke.