Johan Laridon is na dodelijke brand met De Groene Dreve al aan derde locatie toe: “Nog iedere dag is het gemis om Christof groot”

Johan Laridon in zijn knus ingerichte en druk beklante café De Groene Dreve. © WMe by Wouter Meeus
Wouter Vander Stricht

Café De Groene Dreve is nu al aan de derde locatie toe. Na de verhuizing van Izegem naar Ardooie brak er brand uit waarbij Christof, de partner van uitbater Johan Laridon, het leven liet. Johan moest in zijn eentje verder en doet dat nu vanuit de Stationsstraat.

Johan Laridon (56) belandde bijna per toeval zelf achter de toog in de horeca. “Ik was elektricien, had een eigen zaak, maar begon me ook meer toe te leggen op de totaalinrichtingen van horecazaken. Ik richtte De Groene Dreve in Izegem helemaal in en nam ook de uitbating over. Ik besloot er mijn personeel aan het werk te zetten op het moment dat het in mijn andere zaak kalm was. Bij mijn scheiding ben ik me volledig op het café gaan richten.”

“In een echt volkscafé moet je het vooral betaalbaar houden”

Het café was gelegen in de Roeselaarsestraat 191 in Izegem, op de hoek met de Visschersdreef. In 2005 ging Johan van start in De Groene Dreve, in 2013 kwam daar ook La Luna bij aan de overkant van de straat waar vroeger café Milano en later Carlito’s was gevestigd en nu een pizzeria huist. “Dat café is eigenlijk ten onder gegaan aan het succes. Het was een sterk jeugdcafé, maar op de verkeerde plaats. Het trottoir stond daar tjokvol met brommertjes en hadden klachten over geluidsoverlast, na drie jaar moesten we sluiten en zijn we ons weer helemaal gaan richten op De Groene Dreve.”

Dodelijke brand

In 2017 volgde de verhuizing naar Ardooie, omdat Johan samen met zijn partner Christof Vande Vijver daar café Cambrinus kon kopen. “In Izegem was dat niet mogelijk, al heb ik ondertussen wel gezien dat het nu al voor de derde keer te koop staat.” Het was Johan die de naam De Groene Dreve opnieuw geïntroduceerd had, want daarvoor was het al door Steven ‘Spillie’ Spillebeen omgedoopt tot Santa Cruz en later nog tot Baras en Bocca Chica.

In het leegstaande Cambrinus in de Monseigneur Roelensstraat in Ardooie begonnen Johan en Christof aan een nieuw hoofdstuk te schrijven. “Daar konden we wel bij wonen, in Izegem moesten we nog een huis huren in de Camiel Ameyestraat.”

Het café werd in een geel-groen jasje gestopt en de zaken gingen meteen goed. Tot het noodlot toesloeg in juli 2020. Er brak brand uit, Johans partner Christof, die lag te slapen na een nachtdienst bij d’Arta, kon niet meer tijdig wegkomen en overleed twee dagen nadien aan zijn verwondingen. “De motor van een gloednieuwe koelkast was de oorzaak”, zucht Johan. “Uiteraard denk ik nog dagelijks aan Christof, hij zou nu 50 jaar geworden zijn. Hij was eigenlijk ook onmisbaar in de zaak, als een echt springveer was hij overal aan en bij. Het zal natuurlijk nooit meer hetzelfde zijn.”

Maar het leven is hard en Johan moest verder. “Ik heb daarna nog twee maanden in Koekelare een zaak open gehouden, maar ik vond daar niet meteen mijn draai. Tot ik hier mijn oog liet vallen op het vroegere café Saint-Michel in de Stationsstraat. Dat had 12 jaar leeggestaan, maar ik heb natuurlijk ervaring bij het inrichten van horecazaken. En de mensen vonden ook meteen hun weg naar hier. Ik heb zelfs nog veel klanten van Izegem die naar De Groene Dreve blijven komen. En eigenlijk zit ik hier nog beter. Er is een ruime parking bij het café, na corona heb ik meteen een overdekt terras gemaakt met 60 plaatsen, op het gewone terras is dan ook nog eens ruimte voor 50 klanten en binnen staan 80 stoelen. Ruimte zat dus. En ons springkasteel wordt ook gesmaakt door ouders en kinderen. We krijgen ook veel fietsgroepen over de vloer die we met plezier ontvangen. Die mensen verwittigen meestal op voorhand, zo kan ik wat volk voorzien om hen snel te bedienen, want ze zijn soms wel met vijftig.”

Nachtelijke uurtjes

De Groene Dreve is nu ook een vrij café. “Dat biedt wat meer ademruimte. En zo kun je ook een pint betaalbaar houden. Voor een pint en een frisdrank betaal je hier 2 euro, de streekbieren kosten 3,5 euro. Dat is inderdaad niet veel als je kijkt wat ze elders soms vragen. In een echt volkscafé moet je het vooral betaalbaar houden. Maar ik doe hier ook veel zelf”, zegt Johan op een donderdag – zijn sluitingsdag – terwijl hij zijn papierwerk even aan de kant schuift.

“Tijdens de week zijn we niet meer ’s morgens open, vanaf 14 uur kun je hier terecht. In de voormiddag kan ik dan zelf wat poetsen en klaarzetten. In het weekend zijn we open vanaf 10 uur en dat doorlopend. Zeker in de week is dat niet meer zo lang als vroeger, maar tegen die nachtelijke uurtjes kan ik ook zo goed niet meer.”

In De Groene Dreve is er ook een dartsclub en heeft seingeversclub RIKKO het lokaal. “Die mannen en vrouwen zijn ongelofelijk. Ze zijn met 118 in totaal, zijn uiteraard actief op de koersen, maar ook op rally’s, markten en beurzen. Knap werk dat ze leveren.”

In De Groene Dreve wordt ook met regelmaat een kaartje gelegd. “Op zondagvoormiddag heb ik nog wat een toogpubliek, maar meestal zitten de mensen gewoon in het café. Ik tracht ook wat gezellige hoekjes te maken. Ons assortiment is ook vrij groot, onze picon wordt gesmaakt, we hebben veel streekbieren en ook een mooi aanbod aan niet-alcoholische bieren en wijntjes. We worden dat nu veel gevraagd en we zijn op zoek gegaan naar de lekkerste.”

En straks breidt Johan het gamma ook nog wat uit. “We hebben wat aanpassingen gedaan aan de keuken en zullen vanaf de paasvakantie ook pannenkoeken, wafels en ijsjes aanbieden.”

Feestdriedaagse

Johan liet ook een oprijplatform construeren zodat ook mensen in een rolstoel het café binnen kunnen rijden via de voordeur. “De mensen van het rusthuis komen hier soms wel eens op bezoek bij een wandeling. Dan staan hier wel 20 rolwagens binnen, maar daarvoor heb ik ruimte genoeg. Zoals je hoort, iedereen is hier welkom.”

In het weekend van 14, 15 en 16 juli is er straks weer de herdenking van Christof. “Drie dagen lang houden we dan optredens. Dan komen mijn seingevers ook een handje toesteken. Ik ben hier in Ardooie goed ontvangen geweest, we geven met plezier iets terug aan de bevolking.”

En hoe lang denkt Johan het in deze stiel nog uit te zingen. “Ik zie mij eigenlijk niet stoppen, als de gezondheid het toelaat tenminste. Maar misschien hou ik wel café zoals Annie van de Wagenmakerie, tot de laatste snik.”

Volgende week: d’Oude Pekkerij in Meulebeke.