Johan Baele wil de oprichter van ‘t Pompierke achterna: “Nog café houden tot aan mijn pensioen”

Johan Baele (hier eens voor de toog) profileert zich als cafébaas meer als luisterend oor dan als grote prater. © WMe by Wouter Meeus WMe by Wouter Meeus
Wouter Vander Stricht

Café ‘t Pompierke, op de hoek van de Stedemolenstraat en de Volderstraat, bestaat al een halve eeuw. “Marcel Lemey hield hier 45 jaar café, ik wil hem achterna. Ik wil hier gerust met pensioen gaan”, aldus Johan Baele (46), zelf al vijf jaar achter de toog.

Johan Baele is een geboren en getogen Tieltenaar. “Ik ben hier nog in het café geweest toen Marcel het openhield.” 45 jaar lang was Marcel Lemey, weduwnaar van Annie D’Hoop, het gezicht van de zaak. En nu nog is hij aanwezig. Zijn portret hangt op het overdekt terras. Het café heet ‘t Pompierke omdat Marcel erebrandweerman was en daar de pompen mocht bedienen. Marcel heeft er meteen een nachtcafé van gemaakt. Hij zou het 45 jaar openhouden, tot 2017, het jaar waarin hij ook overleed. Het café, dat voorheen De Watertoren heette, bestaat dus dit jaar 50 jaar.

“Ik was graag facteur, maar vroeg opstaan is niet echt mijn ding”

Johan Baele had ook al wat horeca-ervaring toen hij in 2017 ‘t Pompierke overnam. “Ik had acht jaar Café Batavia langs de Pittemsesteenweg open gehouden, daarna was ik acht jaar postbode. Tot ik hier in ‘t Pompierke terecht kon. In een tussenperiode na Marcels ziekte was het café slechts enkele dagen open, maar toen ik hier opende, was het meteen weer volle bak. Dat openingsweekend was niet te doen. Ik ken natuurlijk ook wel wat mensen, zat zelf in het verenigingsleven en als postbode in je eigen stad ben je een bekend gezicht.”

Fanclub Verwilst

Op maandag en dinsdag is het café gesloten, van woensdag tot en met zaterdag gaan de deuren open om 16 uur, op zondag doorlopend vanaf 9.30 uur. “Maar net als Marcel heb ik het hier als nachtcafé gehouden. Je hebt er niet veel meer, cafés waar je nog laat terecht kan. Brecht van De Nachtwacht, die ik goed ken, en ikzelf zijn de enige cafés denk ik die vaak tot ‘s morgens vroeg open zijn. Of het moeten de jeugdcafés zijn, maar we zijn een café waar iedereen komt, van 16 tot 100. Of neem 85 jaar, we hebben wel enkele klanten die wat ouder zijn. Maar iedereen zit hier gewoon door elkaar.”

Johan komt ook uit het wielermilieu, koerste nog zelf en was betrokken bij de Keizer der Nieuwelingen. “Nu niet meer, maar ondertussen hebben we de Koers van Frans Desloovere naar hier getrokken. Ik was ook nog betrokken bij de Tieltse Renners en toen ik hier café kwam houden, kon ik Aaron Verwilst overtuigen om hier zijn fanlokaal onder te brengen. Hij heeft nog niet veel geluk gehad, maar er zit potentieel in onze coureur. Ik volg de jonge gasten ook wel, zoals Henri Vandenabeele van Dentergem, Warre Vangheluwe uit Meulebeke,…”

In ‘t Pompierke zijn ook wel wat verenigingen thuis. “Onze wielertoeristenclub heet de Bicro’s, zij zijn aan de laatste ritten van het seizoen bezig. Motorclub MTC Tielt heeft hier ook zijn thuishaven, net als onze kaartclub met 32 leden. We zijn nu ook aan het tweede seizoen toe van onze dartsclub.”

180 betekent halve pint

Het café is ook al ingericht als een echt dartslokaal. “De sport spreekt aan. Eigenlijk wilden we al voor corona starten, maar dat is toen door de lockdown uitgesteld. De hype is er natuurlijk en zolang ze de sport op tv blijven uitzenden, zal dat ook wel blijven. De tweede donderdag van de maand spelen we competitie, nu willen we ook de laatste donderdag recreatief spelen, ook met mensen die geen lid zijn van de club. En volgend jaar willen we een tornooi geven in de Europahal. Zelf gooi ik graag wel een pijltje. En we brengen er ook wat de sfeer in. Wie erin slaagt 180 te gooien met drie darts, die krijgt een halve liter van de zaak. Het is tot nu toe toch al een vijftal keer gelukt.”

Ook twee liefhebbersvoetbalploegen en een zaalvoetbalploeg zijn thuis in ‘t Pompierke. “Alles begint in september weer, de weekends zullen weer top zijn. Al is het nog niet als voor corona.”

De sluiting is achter de rug, maar nog niet vergeten. “Het heeft niet veel gescheeld of we mochten de boeken dicht doen. De steun van de overheid was welkom, maar er lopen veel rekeningen door en er zijn geen inkomsten. En nu worden we ook nog eens voor 50 procent belast op al die steun, dat vertellen ze er niet altijd bij. Tijdens de eerste lockdown hebben we de zaak opgesmukt. Ik had nooit gedacht dat er nog een tweede sluiting zou komen. Ik liep toen de muren op en ben weer als postbode gaan werken. Mijn oude job had ik snel weer onder de knie, maar vroeg opstaan is niet echt mijn ding. Ik ben meer een nachtmens.”

Het café runt Johan in zijn eentje met de steun van een aantal vaste mensen. “Tot voor corona werkte mijn dochter Shana hier ook, maar zij is weer gaan studeren. Ik heb een vast team van betrouwbare mensen waarop ik een beroep kan doen. Op een kalme dag doe ik het alleen, maar anders is dat niet te doen. We hebben hier buiten ook een groot terras. Als je dat in je eentje moet belopen, dan voel je je benen niet meer.”

Kerstkraampjes

‘t Pompierke is een vrij café. Er wordt Stella en Jupiler geserveerd. “En ook heel wat streekbiertjes, zoals die van De Poes. De lokale brouwerij wat steunen, dat is toch ook een beetje onze taak.” Café houden is echt wel de roeping van Johan. “Ik wil dit doen tot mijn pensioen, zeg maar Marcel achterna. Dat was een joviale cafébaas. Zelf ben ik niet de grootste babbelaar, maar ik luister graag naar de mensen.”

“Hier zet ik ook wel eens wat muziek op, er wordt ook gedanst. Maar het is geen danscafé. Je moet hier ook een woordje kunnen placeren tegen elkaar.”

Ook zijn verenigingen zijn Johan dierbaar. “Jaarlijks mogen ze één dag het café openhouden, de opbrengst is dan voor hen. Dit keer zullen we dat weer doen in de kerstperiode, dan staan er ook wat kerstkraampjes in den hof. Weer iets om naar uit te kijken.”

Volgende week: café Den Ondank in Izegem.