In café Textielhuis in Tielt lossen de Vier Wijzen iedere zaterdagmorgen de wereldproblemen op”

Carine en Daniël op hun vertrouwde stek achter de toog, samen met wat vaste klanten. © WMe by Wouter Meeus
Wouter Vander Stricht

Als cafébazen zijn Carine en Daniël een late roeping. In de zomer van 2021 ruilden ze het Dorpshuis in Aarsele, waar ze in 2015 gestart waren, voor het Textielhuis in de Ieperstraat en dat runnen ze nu als dagcafé. “We hebben hier een fijn publiek en lachen vaak wat af.”

Carine Casteleyn (60) en Daniël Allaert (66) startten in januari 2015 in ’t Dorpshuis in Aarsele aan hun caféleven. Ze kwamen beiden uit een totaal andere sector. Carine is Aarseelse, Daniël werd geboren in Beernem, maar hij groeide op in Wingene. “Mijn ouders hadden een bakkerij”, zegt Carine. “Zelf had ik wel al wat horeca-ervaring, ik hield nog de cafetaria van de sporthal in Aarsele open. Maar ik runde ook nog een koude bakkerij, Carini genaamd. Waar nu La Vida is gevestigd. Nu nog noemen de mensen me soms Carini in plaats van Carine.”

“Abonnement om voetbal op tv te tonen zal ik volgend seizoen opzeggen”

Daniël komt uit een totaal andere sector. Hij was aannemer in de agrosector, lees hij hielp stallen en loodsen bouwen van a tot z. “Maar er was geen opvolging”, verklaart hij de carrièreswitch. En dat zal er ook in het caféleven niet zijn, zowel de kinderen van Daniël als die van Carine tonen niet echt interesse.

Maar het vergde van het koppel wel een aanpassing. “We waren wel gewend om hard te werken, maar in de horeca kwamen daar heel wat late uurtjes bij kijken. We hebben die eerste maanden zeker gezweet. Dan kwam corona ook nog op ons pad en omdat we toch al iets ouder worden, kozen we voor de verhuizing naar café Textielhuis. Als jong meisje was ik hier nog geweest, ik kende het café dus.”

Volksspelnamiddagen

Een café met een geschiedenis. Van 1910 tot 1940 heette het Het Damberd. Daarna werd het Textielhuis. “De vzw Volharding is eigenaar van het pand. Dat was overigens perfect onderhouden, we moesten hier eigenlijk weinig aan veranderen. Ook niet aan de woonst boven het café. Een klant bezorgde me een lijstje van de uitbaters die hier na de Tweede Wereldoorlog achter de toog stonden, wel tien in totaal. De dame voor ons was Anja Deblauwe, maar het café was ondertussen wel zowat een jaar gesloten toen wij er onze intrek in namen.”

Café Textielhuis is van oudsher een socialistisch bastion, maar is ondertussen ook een gewoon volkscafé geworden. “Wij hebben hier wel enkele politieke vergaderingen per jaar, maar dat zijn er eigenlijk niet zo veel. Het is ook niet zo dat hier nog veel socialistische verenigingen huizen. Wel hebben we om de 14 dagen de groep van Andre Baeckelandt, die komt genieten van volkspelen, kaarten of andere spelletjes. We hebben hier ruimte zat, achteraan het café bijvoorbeeld. Maar boven is hier ook een zaaltje waar er geschilderd wordt.”

Het café heeft ook voldoende parking. “Achteraan geven we uit op Delhaize. Maar een deel van die parking, naar de straatkant toe, is ook openbaar en dus vrij te gebruiken.”

Op dinsdag en woensdag zijn Carine en Daniël gesloten. “Maar alle andere dagen van de week zijn we open van 9.30 tot 21.30 uur. Telkens 12 uur doorlopend. Om 9.30 uur trekken de eerste klanten hier al aan de deur. ’s Avonds hebben we niet echt problemen om het café te sluiten. De mensen weten dat. En hier in de buurt zijn nog café ’t Beirke en ’t Pompierke, voor wie het nog wat langer wil trekken. Maar de keuze voor een dagcafé is voor ons de juiste geweest.”

Pullekes drinken

Carine is het gezicht van de zaak, Daniël helpt uiteraard ook mee op drukke momenten, maar doet ook alle werk achter de schermen. “Betalingen, bestellingen, commissies… We hebben hier één groot voordeel. Achter onze toogfrigo’s zit een grote koelcel. Je kunt dus van achteruit aanvullen en de drank heeft sowieso koud. Het is ook een vrij café, dat scheelt een slok op de borrel bij de aankoopprijs. We schenken hier zowel Stella als Jupiler, maar wat opvalt is dat mensen meer en meer ‘pullekes’ gaan drinken”, wijst Daniël naar vier flesjes die al klaar staan op de toog. “Dat is voor een klant die zijn bier graag warm drinkt.”

De spaarkas, de Textielhuisspaarders, met 50 leden leggen iedere maand minstens tien euro in. “In december is het dan uitbetaling bij een etentje.”

Het café kan ook bogen op heel wat vaste klanten. “In de voormiddag hebben we hier veel koffiedrinkers, maar we verkopen nog altijd meer pintjes dan koffies”, lacht Carine.

En dan zijn er ook nog de vier wijzen. “Wij hebben er geen drie, maar vier. Ze verzamelen hier op zaterdagmorgen in ons café, geen van die vier drinkt alcohol, maar ze filosoferen graag. Hier aan de toog lossen ze alle wereldproblemen op. Allez, dat proberen ze toch. Het is vaak ook eens lachen geblazen.”

Op zondagmorgen komen de biljarters langs. Ook een vlag van Club Brugge siert het café. “Wij hebben de volle pot betaald om voetbal te mogen uitzenden, maar dat trekt eigenlijk te weinig volk. Op onze vrije dagen gaan we zelf soms eens voetbal kijken naar de Shamrock, volgend seizoen zeg ik ons abonnement gewoon op.”

Een terras heeft het café niet. “In principe zouden we mogen, we kunnen vier parkeerplaatsen innemen voor de deur waar we vijf tafeltjes zouden kunnen zetten. Maar dan moet je ook veel meters maken en met al dat verkeer vind ik dat ook gewoon gevaarlijk zitten.”

Koershoogdagen

De koers zorgt voor hoogdagen in café Textielhuis. Op 1 mei, nog altijd een socialistische feestdag, is er een recreantenrit en een funwedstrijd. Maar ook de GP Frans De Sloover (21 mei), de Omloop Hoogserlei (28 september) en de Keizer der Nieuwelingen (1 oktober) passeren hier normaal voor de deur, al zou dat voor Hoogserlei dit jaar wegens een parcourswijziging misschien niet het geval zijn. Op 1 mei en voor de Keizer der Nieuwelingen vinden de inschrijvingen hier plaats. We hebben hier ruimte voldoende, temeer ook omdat de renners achteraan binnen kunnen komen. De koers blijft altijd een feest, al doet het weer er ook veel aan natuurlijk.”

Volgende week: In Den Skjeven Hoek in Roeselare.