Anuscka nam deze zomer café Sint-Martinus over: “Een café op mijn 57ste! Men verklaarde me gek”

Anuscka Dequidt achter de toog in café Sint-Martinus. “Ik heb hier in Aarsele een warm onthaal gekregen.” © WMe by Wouter Meeus
Wouter Vander Stricht

Anuscka Dequidt startte op haar 57ste voor het eerst een eigen horecazaak, al had ze wel al tonnen ervaring in de sector. En ze vond onmiddellijk ook haar draai in Aarsele, waar ze tot voor kort eigenlijk weinig mensen kende. “Het is hier een levendige gemeente. Als er iets te doen is, komen de mensen met plezier buiten. Zo heb ik het graag.”

Anuscka Dequidt (57) groeide op op Sint-Pietersveld in Wingene. “Mijn familienaam is uit Noord-Frankrijk afkomstig, je hoort het meer in de Westhoek. Mijn ouders zijn trouwens van Veurne”, verduidelijkt de sympathieke waardin. Ze belandde ook al vroeg in de horeca. “Op mijn 20ste zat ik plots zonder job, ik ging dan maar aan de slag in De Valk in Aalter, een zaak die niet meer bestaat. Ik ben dan eigenlijk altijd in de horeca blijven werken, maar meestal in combinatie met een vaste job. Toen ik als verkoopster in een kledingzaak werkte, kluste ik enkele avonden per week bij in de horeca. Omdat ik toen in Aalter woonde, waren dat verschillende horecazaken in die stad.”

Anuscka was ook een tijdje mede-uitbater van ’t Vliegend Peerd in Kanegem, hield in Tielt de tapasbar El Toro open en was het meest recent nog aan de slag in ’t Boothuis in Beernem. “Een topzaak, maar het is er ook hard werken met vaak lange shifts. Maar ik deed het graag, langs het water voel je je soms in Saint-Tropez.”

Tussen de koeien

Anuscka had niet echt een band met Aarsele. “Ik kende het dorp door er te passeren, ik was hier in Sint-Martinus ook al eens iets komen drinken, net als in het Dorpshuis. Ik woon hier ook niet, wel op vijf minuten rijden van hier in Ruiselede. Mijn wens was om in het groen te wonen, ik moest de koeien zien lopen. Wel, dat is nu zo”, lacht ze.

“Het zijn wel lange werkdagen natuurlijk, maar ik doe het enorm graag”

Met de kermis en bij een begrafenis, twee keer was Anuscka al Sint-Martinus binnen gestapt. “Ik was meteen ook gecharmeerd door het café. Niet al te groot, maar wel met een lange toog. De vorige uitbaatster Christiane Vermeulen heeft hier 35 jaar achter de toog gestaan. De mensen gingen altijd naar Tjannes, afgeleid van haar voornaam. En nu zeggen ze dat nog. Nu zijn we Tjannes 2.0.” Of naar Lange Rittens, merkt een klant op. Henri Vermeulen, rijzig van gestalte, was de vader van Christiane en ceremoniemeester in Aarsele.

Anuscka opende op 1 juli de deuren van het café dat de naam draagt van de patroonheilige van de parochie. “De naam heb ik behouden, ik zie ook niet in waarom ik dat zou veranderen. Toen ik hoorde dat het café verkocht werd, ben ik meteen op de nieuwe eigenaar afgestapt. We zijn snel tot een akkoord gekomen, ik ben blij dat ik deze kans kreeg. Het café heeft heel vaste klanten. Maar er komen ook mensen die mij van vroeger kennen, soms zelfs vanuit Brugge met de elektrische fiets.”

Zelfde schilderijtjes

Aan het café zelf heeft Anuscka niet veel veranderd. “Dezelfde schilderijtjes hangen hier nog aan de muur. Er zijn wel nieuwe tafellakens en plantjes en ik heb hier ook een dartsbord gehangen. Een club? Er hangt hier maar één bord, er worden wat onderlinge partijtjes gespeeld. Meer ook niet. Ik heb hier ook een jukebox geplaatst, zo kunnen de klanten zelf de plaatjes kiezen.” Voor de deur, waar ook de lijnbus halt houdt, staat ook een tent. “Die doet dienst als rokersruimte, ik heb die deze zomer geplaatst. Zo zitten de mensen toch wat beschut tegen wind en regen, want deze zomer hebben we daar nogal wat van gehad. Zo konden we ondanks het kwakkelweer toch iets maken van de kermis hier in het dorp. Maar tegen het eind van de maand moet die tent weg. Dan doen we het allemaal weer binnen.”

De lange toog typeert het café. “Heel wat mensen zoeken hier een plaatsje aan de toog, de koppeltjes zetten zich meestal aan tafel. De meeste klanten zijn gebleven, dat hoor ik toch van de mensen die hier komen. Ze moeten de weg naar het toilet niet zoeken, ze weten het zijn. We hebben hier ook vaak twee tafeltjes die zitten te kaarten.”

Gemoedelijke sfeer

Op maandag en dinsdag is het café gesloten, dan geniet Anuscka bij wijze van spreken van haar weekend. “Dat is ook nodig, ik doe alles zelf. We zijn open van 10 tot 22 uur, in het weekend kan dat al eens wat later zijn. Maar ik ben ook geen robotje, na sluitingstijd moet ik nog alles poetsen, dus spreek je al gauw van werkdagen van 14 of 15 uur. Maar ik doe het graag. Mijn dochter Axana is in de zomer wat komen helpen, maar nu is er weer school natuurlijk. Als het eens te druk is, springt een klant soms bij bij het afwassen. Of kan ik een beroep doen op mijn twee trouwste flexi-jobbers”, lacht de cafébazin. “Mijn ouders, die zijn al 84 en 82 jaar oud, maar in nood helpen ze waar kan.”

Sint-Martinus is ook een echt pintencafé. “Pintjes en koffie, dat wordt hier het meest gedronken. Ook wel eens een streekbiertje natuurlijk en ook de eigen picon wordt gesmaakt. En de dames drinken al eens graag een cava of een wijntje.”

Anuscka is tevreden dat ze de stap gezet heeft. “Veel mensen verklaarden me voor zot. Op je 57ste nog een café beginnen. Wat krijgt die nu in haar hoofd, was de reactie. Maar ik ben blij dat ik de stap gezet heb. Ik doe dit graag, ben onder de mensen. En zolang de gezondheid het toelaat, doe ik het verder. Op mijn tempo. Ik heb bewust gekozen voor een dagcafé, om het doenbaar te houden.”

Anuscka kreeg ook een hartelijke ontvangst in Aarsele. “Er zijn hier maar twee cafés meer, de mensen zijn blij dat er nog wat leven in de brouwerij is. Piepjonge gasten komen hier niet, soms wel eens de leiding van de jeugdbeweging. Maar de meeste klanten zijn iets ouder. Van de rijpere jeugd met kleine kinderen tot senioren. Een leuk publiek in een gemoedelijke sfeer. Meer moet dat niet zijn”, besluit Anuscka.

Volgende week: café ’t Hoekske in Ardooie.

Lees meer over: