Handbooggilde Ieper Willem Tell viert honderdste verjaardag
Ieper Willem Tell vierde het honderdjarig bestaan van de vereniging. Officieel werd de handboogmaatschappij in 1920 boven de doopvont gehouden. Eigenlijk bestond de maatschappij al in de 19de eeuw. Het Ypersch Nieuws van 15 september 1955 vermeldt dat de reus Goliath ineen getimmerd werd in 1841 naar aanleiding van de inhuldiging van de schuttersgilde Willem Tell.
De schuttersgilde ontstond toen het leven kort na de Eerste Wereldoorlog hernam. Enkele vrienden staken de kopen bij elkaar om een schuttersvereniging te stichten met als naam ‘De Vereenigde Liefhebbers’. Het Ypersch Nieuws schreef: ‘Op maandag 20 augustus had in de nieuw gestichte handboogmaatschappij de koningsschieting plaats. Op 40 leden namen er 25 aan deel en binst de 20ste toer schoot de Heer August Harteel den koningsvogel af. Bravo voor onze vriend. Vele scheuten werden er naar toe gezonden, maar lekken en kussen telt niet, ’t moet erop zijn’.
Locaties en voorzitters
“De eerste staande wip werd opgericht langs de Veurnseweg”, vertelt voorzitter Antoine Caron. “Twee jaar later verhuisde de wip naar de Hommelhofstraat, nadien naar een weide langs de spoorweg naar Komen en later naar een locatie aan OC In ’t Riet in Zillebeke. De eerste voorzitter was Cyrille Van Nieuwenhuyse. In 1920 sloot de maatschappij al aan bij de KNBBW, Koninklijke Bond der Belgische wipschutters. In 1925 kocht de penningmeester een vlag aan voor 1.957 frank. In 1930 kwam er een nieuw bestuur met Paul Vandoolaeghe als voorzitter. Na zijn overlijden in 1939 werd Arthur Soete voorzitter. In 1941 werd een nieuwe wip aangekocht en in 1958 werd Joseph Camerlynck voorzitter. Dat jaar werd ook het eerste kattenkampioenschap gehouden. Op 4 augustus 1966 kreeg de maatschappij de titel van Koninklijke Handboogmaatschappij Ieper Willem Tell.”
Iepers Archief
“Na Joseph Camerlynck, de langst regerende voorzitter van de club, volgden nog een aantal voorzitters hem op, onder wie Gilbert Vandevoorde en Herman Rousseau. Sinds 2010 vervul ik die functie. Omdat de eerste vlag van 1925 begon af te takelen, werd die in 1969 aan het Iepers Archief gegeven, samen met oude foto’s en kostbare documenten. Van de oude vlag werden replica’s gemaakt. Er werd een nieuwe vlag aangekocht voor 9.095 frank, gewijd in de Sint-Maartenskathedraal. Die vlag bevindt zich sinds 2017 ook in het Iepers Archief. De laatste decennia boekten we heel wat vooruitgang. In de winterperiode wordt er vooral indoor op liggende wip en doel geschoten. Tijdens de zomerperiode staat vooral de staande wip voorop. Ook investeren we veel in jeugdbegeleiding en hebben al een aantal gediplomeerde initiators in de club. We hopen dat onze opvolgers onze club met veel liefde en inzet voort laten floreren.”
Schuttersfamilie
Wellicht de beste schutter die Ieper Willem Tell in haar rangen had, was René Grimmonprez van bakkerij Normandië. “Mijn vader Jerome, geboren in 1913, en zoon Alain (56) van Chocolaterie Calinor waren goede schutters”, vertelt René Grimmonprez (86). “Mijn vader knalde zich in 1960 koning op de liggende wip te Boezinge en in 1962 werd hij keizer. Alain schreef geschiedenis in Heusden door 215 jeugdgenoten te verslaan en Europees kampioen te worden. Schutter zijn, zat dus in de familie.”
René beschikt over een enorme verzameling trofeeën: hoofdvogels, bekers en exact 286 borden. Hij zou er een tentoonstelling mee kunnen opzetten. René was 12 keer koning, 4 keer Belgisch kampioen en keizer bij de bakkers, drie keer keizer bij Willem Tell en verzamelde 52 eerste plaatsen. In 1997 kreeg René in Ieper de Trofee van Sportverdienste.
De schutterscarrière van René Grimmonprez begon op 8-jarige leeftijd. “Mijn vader deed het mij voor en dan had ik nog een onderwijzer als wijlen meester André Bekaert die van het boogschieten heel veel kaas gegeten had. Het was het begin van mijn carrière en in 1946 werd ik eerste jeugdkoning.” Binnen de KNBBW werd René beschouwd als wellicht de beste West-Vlaamse schutter. René werd ondervoorzitter bij Ieper Willem Tell en betekende heel veel voor de club en voor de handboogsport in het algemeen.
Nationale keizer
“Als geboren en getogen Boezingenaar was ik meer dan 50 jaar lid van de schuttersclub en meer dan 40 jaar geleden werd ik lid van Ieper Willem Tell. Ik ga er wel prat op dat ik meer dan 30 jaar lang de enige inrichter ben geweest van de grote prijs van de Kattestad voor bakkers en banketbakkers. In Torhout werd ik op 1 juli 1980 de eerste nationale keizer. Tot op heden is dit door niemand geëvenaard. Ik schoot mij ook tweemaal tot keizer buiten die nationale keizerstitel. Succesvol boogschieten is 25 procent kunst en 75 procent geluk”, besluit René Grimmonprez.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier