Tony Plysier : “Ik ben een beetje een wandelende encyclopedie van Nederlandstalige muziek”
De sterren van het podium staan al regelmatig in de kijker. Het is tijd om ook hun fans eens op het voetstuk te plaatsen. Showbizzmedewerker PADI zoekt voor ons enkele superfans op en laat ze vertellen over hun idolen. Ze diepen herinneringen en anekdotes op en duiken in hun collectie foto’s en memorabilia.
Tony Plysier (27) zag het levenslicht en groeide ook op in Roeselare. Toen hij 24 jaar was, week hij uit naar Gent, waar hij nu al drie jaar woont en eveneens werkt als treinbestuurder bij de NMBS. Tony is single en een echte levensgenieter. Zijn hobby’s zijn uitgaan, concerten en festivals bijwonen, partyreizen, citytrips… “Zolang ik maar leuke tijden kan beleven met mijn vrienden”, zegt hij.
Hoe lang ben je al fan van Vlaamse muziek en vooral van Vlaamse schlagers ?
Tony: “Ik kreeg de muziek al met de paplepel mee (lacht). Ik groeide inderdaad op met Nederlandstalige muziek. Bij mijn ouders hoorde ik niets anders dan Vlaamse liedjes weerklinken, zoals Jimmy Frey, Paul Severs, Will Tura, Willy Sommers, John Terra, Erik en Sanne, Vader Abraham, enzovoort. Mijn ouders zeiden al vaak dat ik amper 3 jaar was toen ik al stond mee te springen in mijn kinderwagen tijdens een optreden van Sam Gooris. Hij is dan ook mijn kinderidool geworden. Ik had al zijn cd’s, ging naar optredens en deed ook mee aan playbackshows met een liedje van hem.”
En de voorliefde voor het genre bleef.
Tony: “Toen ik ouder werd, bleef ik fan van alles wat met Nederlandstalige muziek te maken heeft, inclusief ook après-ski of ambiance. Ik denk dat er maar weinig Nederlandstalige liedjes bestaan die ik niet kan meezingen. Zowel muziek van voor mijn geboorte als de huidige Nederlandstalige songs. Veel oudere generaties begrijpen helemaal niet hoe ik zoveel liedjes van voor mijn tijd ken. Geef mij een eerste zin en ik zing de rest van het liedje. Geef mij een titel en ik zeg de naam van de zanger, zangeres of groep. Ik ben een beetje een wandelende encyclopedie van Nederlandstalige muziek.”
“Maar die grens is nu toch een beetje opgeschoven. Ik ken alle oude liedjes van de Vlaamse zangers en zangeressen, maar de liedjes van de voorbije jaren zou ik misschien herkennen, maar niet meer kunnen meezingen. Dat komt omdat in Vlaanderen de Nederlandstalige muziek niet wordt geassocieerd met uitgaan en dat vind ik heel spijtig. In Nederland is dat wel zo. Vandaar dat ik tegenwoordig meer naar Nederlandse artiesten luister, dan naar Vlaamse. Muziek van Guus Meeuwis, Vinzzent, Henk Dissel, Frans Duijts, Lawineboys, Django Wagner, Snollebollekes, John De Bever… vind ik super. De muziek die ik graag hoor, kennen niet veel mensen in Vlaanderen en zeker geen mensen van mijn leeftijd. Ik zing ook graag en dat doe ik altijd in het Nederlands. Mijn favoriete liedjes zijn karaokenummers van Hou me vast van Volumnia en Geef me je angst van André Hazes.”
Hoe fanatiek ben je qua fan ? Hoeveel optredens doe je op jaarbasis ? Heb je gadgets in huis ?
“Ik kan het aantal optredens al niet meer bijhouden. Ik ging naar elke aflevering van Tien Om Te Zien, zag elke zomertour. Ik bezocht kermis- en caféoptredens. Ik heb elke Vlaamse zanger toch minstens één keer gezien. Ik zag ook al veel Nederlandse artiesten, onder wie Frans Bauer, Corry Konings en Jan Smit. Ik was op tientallen schlagerfestivals. De allereerste keer was ik zelfs nog heel jong tussen al dat andere publiek. In die tijd was een schlagerfestival precies nog iets voor senioren. Ik deed ook concerten van Laura Lynn, diverse van Rob de Nijs… Eén van de mooiste optredens die ik ooit zag, was Toppers in Concert in de Amsterdamse Arena. De jongste optredens die ik zag, waren Jettie Pallettie op een kerstmarkt en De Lawineboys tijdens de carnavalsperiode op café in Eindhoven. In mei ga ik naar K3…”
“Vroeger kocht ik veel cd’s en singles, liet die signeren, maar die fase is voorbij. Ik heb geen handtekening meer nodig om te weten welke muziek ik goed vind. Er is ook een tijd geweest in mijn leven dat ik van verschillende zangers sleutelhangers, boeken, kussens of sjaals aankocht, maar ook dat is verleden tijd. Ik heb al die gadgets nog altijd in mijn bezit, maar die collectie wordt niet meer groter met uitzondering van een plectrum van Clouseau dat ik in 2014 kon bemachtigen in het Antwerpse Sportpaleis. Momenteel beluister ik al mijn muziek via Spotify, waar ik ook veel nieuwe muziek leer kennen. Hoor ik een liedje op café, op de radio of via Anne, dan ga ik meteen Shazammen en opzoeken op Spotify. En luister ik niet naar Spotify, dan kijk ik naar Anne op tv.”
Bewaar je persoonlijke anekdotes ?
“Eén van de mooiste Nederlandstalige liedjes vind ik Veel te mooi van Erik en Sanne. Kom ik een café binnen, dan beginnen ze dat liedje te spelen. Ik zong het thuis ook veel, samen met mijn moeder, en dit tijdens de afwas of het kuisen. Moeder was Sanne, ik natuurlijk Erik (lacht). Het is een beetje ‘ons liedje’ geworden. Als het speelt tijdens familiefeesten, dan is dat onze slow.”
“Tussen 2006 en 2009 volgde ik een lerarenopleiding. Ik ging ooit eens niet naar de les, omdat in La Palma in Gits Christoff en Lindsay optraden. Ik was de enige aanwezige onder de 60 jaar, maar ik beleefde een supernamiddag. In 2011 ging ik voor de eerste keer op reis naar Chersonissos in Kreta (een beetje zoals Ibiza, bekend van Oh Oh Cherso). Het krioelde daar van de Nederlanders, een heel fijn volk. Ik was verrast dat er – naast de discotheken en danscafés met dj’s – ook Hollandse kroegen waren met alleen maar Nederlandstalige après-skimuziek. Ik heb er zowat elke avond gesleten!”
“Sindsdien ben ik elke zomer naar Chersonissos op reis blijven gaan. Ik leerde er enkele Nederlanders kennen en kwam zo terecht in Rotterdam, Tilburg en Eindhoven. Wat mij opviel, is dat ze daar veel meer van Nederlandstalige muziek houden dan in Vlaanderen. Het is daar echt té gek. In zowat elk café wordt meer dan 60 procent Nederlandstalige muziek gedraaid. Het hoogtepunt is natuurlijk de carnavalsperiode. Ik neem jaarlijks een weekje vrij om vijf dagen naar Eindhoven te gaan. In die dagen hoor je uitsluitend Nederlandstalige muziek, elke dag van 14 tot 4 uur. Je ziet dan tal van artiesten aan het werk in cafés, zoals De Lawineboys of de Alpenzusjes.”
“In een van mijn stamcafés staat een digitale jukebox. Op een avond kreeg ik ruzie met een groepje in het café. Ze vonden het namelijk niet tof dat ik er met een groepje vrienden een Nederlandstalige avond van maakte. Uren hebben we de ene na de andere Nederlandstalige hit opgelegd en die natuurlijk luidkeels meegezongen. Onvergetelijk voor ons, niet plezant voor hen…”
(PADI)
FAN-tastiek
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier